Opleiding tot pedagogisch coach in de kinderopvang: eisen, inhoud en rol
juli 20, 2025
Het welbevinden van kinderen in de kinderopvang is een kernaspect van kwalitatief goede kinderopvang. In een kleinschalige of grotere opvangomgeving is het belangrijk om te weten hoe kinderen zich voelen, hoe ze functioneren in relaties met volwassenen en met andere kinderen, en hoe de opvangorganisatie bijdraagt aan een positieve ontwikkeling. Hiervoor bestaat het instrument Werken aan Welbevinden, dat onder andere via een observatielijst welbevinden helpt bij het in kaart brengen van het welbevinden van kinderen. In dit artikel wordt besproken hoe dit instrument in de praktijk werkt, welke onderdelen het bevat, en hoe het gebruikt kan worden voor kwaliteitsverbetering in de kinderopvang.
Het instrument Werken aan Welbevinden is ontworpen om het welbevinden van kinderen in de kinderopvang te observeren. Het doel is om een duidelijk beeld te krijgen van hoe kinderen zich voelen in hun opvangomgeving. Omdat het instrument veel kindspecifieke informatie oplevert, wordt het vaak ook ingezet als kindvolgsysteem, waarbij alle kinderen in een groep geobserveerd worden. De resultaten uit de observatie kunnen daarna worden gebruikt in oudergesprekken, om ouders inzicht te geven in hoe hun kind zich gedraagt en zich voelt in de opvang.
Het instrument is bedoeld voor kinderen van 0 tot 12 jaar, zowel in kleinschalige kinderdagverblijven als in grotere kinderopvanginstellingen. Het is geschikt voor zowel peuters als groepjes van jonge kinderen en kan ook worden gebruikt in peuterspeelzalen. De toepassing is vrij beschikbaar en vereist geen voorafgaande training of scholing. Dit maakt het toegankelijk voor pedagogisch medewerkers, gastouders en leidinggevenden.
Het instrument Werken aan Welbevinden bestaat uit meerdere onderdelen, waaronder observatielijsten, vragenlijsten en scoreformulieren. Deze worden gebruikt om het welbevinden van kinderen in verschillende situaties in kaart te brengen.
Er zijn verschillende soorten observatielijsten, die gericht zijn op het welbevinden van een groep als geheel, van individuele kinderen en van kinderen in specifieke situaties. De observatielijsten zijn opgedeeld in leeftijdsgroepen:
De Observatielijst Welbevinden Algemeen (WA) is een van de kernonderdelen. Deze lijst beslaat drie terreinen:
Deze drie terreinen vormen samen de omgeving van het kind. De observatie laat zien of het kind zich prettig of onprettig voelt in deze omgeving. Wanneer er sprake is van onprettig gevoel, is het mogelijk om te bepalen op welk terrein verbetering nodig is.
Alle drie de onderdelen moeten worden ingevuld. Per dag kunnen minstens twee kinderen worden geobserveerd. In de praktijk is er een optie voor een screening van de kinderen, om de tijdsinvestering te beperken.
Naast de observatielijsten zijn er ook vragenlijsten voor de groepsleiding, ouders en kinderen vanaf 8 jaar. Deze vragenlijsten geven aanvullende informatie over het welbevinden van kinderen. De vragen zijn zo opgesteld dat ze de indruk van de groepsleiding en ouders verhelderen over hoe kinderen zich gedragen en hoe ze zich voelen in de opvangomgeving.
De vragenlijsten voor de groepsleiding geven de leiding een overzicht van de situatie in de groep. Ze kunnen dienen als aanzet voor verbetering of voor het borgen van goede aanpakken. De vragenlijsten voor ouders en kinderen geven een breder beeld van het welbevinden van kinderen en kunnen helpen bij het verbeteren van de kwaliteit van de opvang.
Het gebruik van het instrument in de praktijk begint met een voorbereiding. Hierbij wordt een planning gemaakt van de observatiedagen. Er wordt bepaald welk kind op welke dag geobserveerd wordt. Als een kind die dag niet aanwezig is, wordt het volgende kind op de lijst genomen. Voor elk kind worden de benodigde formulieren klaargelegd, zoals gedragsbeschrijvingen, observatieformulieren, scoreformulieren en de vragenlijst voor leidsters.
Bij het observeren wordt aandacht besteed aan zeven kenmerken van welbevinden. Voor elk kenmerk zijn er twee beschrijvingen: een positieve (1 of 2) en een negatieve (4 of 5). Een score van 3 wordt gebruikt wanneer het kind zich niet echt prettig, maar ook niet echt onprettig voelt. Onderaan het scoreformulier is een vak voor opmerkingen, waarin eventuele bijzonderheden of observaties worden genoteerd die niet in de standaardbeschrijvingen passen.
De observatieformulieren zijn een verkorte weergave van de gedragsbeschrijvingen en worden gebruikt om de observaties van individuele kinderen in te vullen. De scoreformulieren geven een overzicht van de scores per kenmerk en kunnen worden gebruikt voor verdere analyse.
De resultaten van de observaties en vragenlijsten worden gebruikt voor zelfreflectie en verbetering van de kwaliteit van de opvang. In kleinschalige kinderdagverblijven, zoals Speulhoes Alette, wordt het instrument gebruikt om feedback te verkrijgen op het pedagogisch handelen van de leidsters. Daarnaast kan het ook feedback geven op het kleinschalige kinderdagverblijf zelf, zoals de omgeving en de aanpak van de organisatie.
Op basis van de uitkomsten van de observatielijst kunnen opvangorganisaties hun goede aanpakken borgen en eventueel verbeterplannen opstellen. Dit helpt om de kwaliteit van de opvang continu te verbeteren. De resultaten worden vaak ingezet in oudergesprekken, zodat ouders op de hoogte blijven van de situatie in de opvang en eventuele veranderingen.
Het observeren van kinderen vraagt een forse tijdsinvestering. Daarom is het mogelijk om kinderen te screenen, wat inhoudt dat niet alle kinderen volledig worden geobserveerd, maar alleen de essentie van hun gedrag en welbevinden. Dit maakt het mogelijk om de observatie sneller en efficiënter uit te voeren.
De observaties worden meestal uitgevoerd door één of meerdere leidsters. Het is mogelijk dat ook gastouders meedoen aan het observeren, afhankelijk van de aanpak van de opvangorganisatie. De opvangorganisatie kan kiezen om gebruik te maken van een dvd (Welbevinden in beeld), die ondersteuning biedt en inspiratie geeft bij het toepassen van het instrument.
Het instrument Werken aan Welbevinden is ontworpen om kwaliteitsaspecten in de kinderopvang te verbeteren. Het instrument is gericht op het verbeteren van de pedagogische kwaliteit van de opvang en het handelen van de leidsters. Het geeft aanwijzingen voor verbeteringen in de groepssituatie en helpt bij het creëren van een goede opvangomgeving.
In de praktijk blijkt dat het instrument niet alleen gericht is op het verbeteren van het welbevinden van kinderen, maar ook op het binnenhouden van goede aanpakken. Het instrument helpt opvangorganisaties om zichzelf te reflecteren en verbeteringen aan te brengen waar nodig. Daarnaast is het een middel om ouders beter te informeren over de situatie van hun kind in de opvang.
Het instrument Werken aan Welbevinden, met als kern de observatielijst welbevinden, is een waardevol hulpmiddel in de kinderopvang. Het biedt een systematische manier om het welbevinden van kinderen in kaart te brengen en kan gebruikt worden voor verbetering van de kwaliteit van de opvang. Het is toegankelijk voor verschillende doelgroepen, zoals pedagogisch medewerkers, gastouders en leidinggevenden, en vereist geen voorafgaande training of scholing. De resultaten van de observaties en vragenlijsten kunnen gebruikt worden voor zelfreflectie, verbeterplannen en oudergesprekken. Het instrument is bedoeld om een duidelijk beeld te geven van hoe kinderen zich voelen in hun opvangomgeving en helpt bij het creëren van een positieve ontwikkeling van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet