In 2023 zijn er aanzienlijke veranderingen geweest in de regeling van de maximale uurprijs voor kinderopvang in Nederland. Deze veranderingen zijn mede het gevolg van de hoge inflatie in 2022 en de daaraan gekoppelde noodzaak om de kinderopvangtoeslag aan te passen. Het kabinet heeft besloten om de maximumuurprijzen te verhogen, zowel op reguliere basis via indexatie als met een extra verhoging bovenop. Deze maatregel heeft gevolgen voor ouders, kinderopvanginstellingen en de fiscus. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de nieuwe maximumuurprijzen, hun achtergrond, de gevolgen voor ouders, en de statistieken over het gebruik van kinderopvang in het kader van de toeslagenregeling.
Aanpassing van de maximale uurprijs in 2023
In december 2022 kondigde het kabinet aan dat de maximale uurprijs voor kinderopvang in 2023 extra zou worden verhoogd. Dit was een reactie op de hoge inflatie van 2022, die in Nederland gemiddeld 8,4% bedroeg. Minister Van Gennip schreef in een brief aan de Tweede Kamer dat de maximumuurprijs voor alle vormen van kinderopvang met een extra 0,94% zou stijgen. Dit betekent dat de regering eenmalig 57 miljoen euro extra vrijmaakte bovenop de reguliere indexatie van 225 miljoen euro.
De uitzondering op de normale indexatie was nodig om ouders in stand te houden bij de stijgende kosten van kinderopvang. Deze extra verhoging gold voor alle vormen van kinderopvang, zoals dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De stijging varieerde per categorie:
- Dagopvang: 6,54% stijging naar € 9,06 per uur.
- Buitenschoolse opvang: 6,54% stijging naar € 7,79 per uur.
- Gastouderopvang: 4,29% stijging naar € 6,80 per uur.
Deze verhogingen zijn verwerkt in het definitieve besluit over de kinderopvangtoeslag van 2023, dat in oktober 2022 werd gepubliceerd. Hierin zijn ook de toetsingsinkomens en het besluit om de koppeling van de toeslag aan het aantal gewerkte uren los te laten verwerkt.
Overzicht van de maximale uurprijzen in 2023
De maximale uurprijs is het hoogste bedrag dat ouders per uur aan kinderopvang mogen betalen en waarvoor ze volledige vergoeding via de kinderopvangtoeslag kunnen ontvangen. Als ouders meer betalen dan het maximum, wordt die extra kosten niet vergoed. De Belastingdienst stelt duidelijke grenzen voor elk type opvang.
In 2023 zijn de maximumuurprijzen als volgt:
| Type opvang | Maximale uurprijs in 2023 |
|---|---|
| Kinderdagverblijf | € 9,12 |
| Buitenschoolse opvang | € 7,85 |
| Gastouderopvang | € 6,85 |
In vergelijking met vorige jaren is er een duidelijke stijging te zien. De indexering in 2023 bedroeg bijvoorbeeld 5,58% voor kinderdagverblijven en 3,22% voor gastouderopvang. Deze veranderingen zijn mede het gevolg van de stijgende inflatie, maar ook van de reguliere indexatie die normaal gesproken op basis van het CBS-cijfer van de algemene prijsstijging wordt toegepast.
De relatie tussen de gemiddelde en maximale uurprijs
De maximale uurprijs is niet hetzelfde als de daadwerkelijke kosten die ouders betalen. In de praktijk vragen kinderopvanginstellingen vaak een hoger tarief dan het maximum. Dit betekent dat ouders voor een deel van de kosten zelf verantwoordelijk blijven.
Volgens gegevens van het CBS was in 2023 het gemiddelde uurtarief voor kinderdagverblijven hoger dan de maximale uurprijs. Voor kinderdagverblijven bedroeg het gemiddelde uurtarief in 2023 € 9,47, terwijl het maximum € 9,12 was. Voor buitenschoolse opvang lag het gemiddelde uurtarief op € 8,42, terwijl het maximum € 7,85 was.
Ouders kunnen enkel kinderopvangtoeslag aanvragen voor het deel van de kosten dat binnen de maximumuurprijs valt. Het gevolg is dat driekwart van de ouders in 2023 voor minstens één kind een hoger uurtarief betaalde dan de maximale uurprijs. Deze extra kosten worden niet vergoed via de toeslag en vallen volledig op de eigen kosten van de ouders.
Gevolgen voor ouders: hoeveel betalen zij in werkelijkheid?
In 2023 bedroegen de totale opvangkosten voor ouders gemiddeld € 8.950. Van deze kosten kregen ouders 64% vergoed via de kinderopvangtoeslag, wat neerkomt op € 5.740. De resterende € 3.210 moesten ouders zelf betalen. Dit bedrag bestond uit twee delen:
- Eigen bijdrage volgens de maximumuurprijs: € 2.690
- Extra kosten door hogere tarieven: € 520
Het CBS onderstreept hiermee dat ouders in 2023 in de praktijk aanzienlijk meer betaalden dan de regering wilde ondersteunen. Deze situatie is voor het eerst duidelijk in beeld gebracht, en het geeft aan dat de toegankelijkheid van kinderopvang voor sommige ouders onder druk staat.
Veranderingen in de regeling van de kinderopvangtoeslag
In 2023 is er een belangrijk beleidsverandering geweest in de regeling van de kinderopvangtoeslag. Het kabinet heeft besloten om de koppeling tussen de toeslag en het aantal gewerkte uren los te laten. Dit betekent dat ouders nu kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen over maximaal 230 uur per maand, ongeacht het aantal uren dat zij werken.
Deze verandering heeft gevolgen voor ouders die gedeeltelijk of volledig thuisblijven. Voordat deze regel veranderde, was de hoogte van de toeslag afhankelijk van het aantal gewerkte uren. Nu kan iedere ouder, ongeacht zijn of haar werkelijke werkuren, kinderopvangtoeslag aanvragen over het maximale aantal uren dat opgevraagd kan worden. Dit maakt de kinderopvangtoeslag toegankelijker voor ouders die niet volledig aan het werk zijn.
Toekomstige ontwikken: verwachtingen voor 2024 en 2025
Volgens de ramingen van het CBS wordt het gebruik van kinderopvangtoeslag in 2024 en 2025 licht stijgen. In 2024 wordt verwacht dat er iets meer kinderen gebruik maken van de toeslag, en in 2025 wordt een duidelijkere stijging verwacht. Deze groei wordt gedeeltelijk toegeschreven aan de loslating van de koppeling met gewerkte uren en de extra verhoging van de maximumuurprijzen in 2024.
De gemiddelde tarieven van kinderopvanginstellingen zullen in 2024 en 2025 waarschijnlijk sterker stijgen dan de reguliere indexatie van de maximumuurprijzen. Dit komt omdat een deel van de instellingen de extra verhoging van de maximumuurprijzen doorkalkt in hun tarieven. In 2025 wordt bovendien verwacht dat de vergoedingspercentages verder zullen stijgen, wat positief uitwerkt op de vergoeding die ouders kunnen ontvangen.
Conclusie
De maximale uurprijs voor kinderopvang is in 2023 verhoogd als reactie op de hoge inflatie. Deze verhoging is zowel op reguliere basis via indexatie als via een extra maatregel van het kabinet gebeurd. De veranderingen hebben gevolgen voor ouders, die in de praktijk vaak meer betalen dan de maximale uurprijs. Dit betekent dat een deel van de kosten niet vergoed wordt via de kinderopvangtoeslag. Bovendien is in 2023 de koppeling tussen de toeslag en het aantal gewerkte uren losgelaten, wat de toegankelijkheid van de toeslag vergroot.
De toekomstige ontwikken in 2024 en 2025 tonen aan dat het gebruik van kinderopvangtoeslag verder zal stijgen. Het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de veranderingen in de regeling en de gevolgen die dit heeft voor hun eigen bijdrage aan kinderopvang. Met het oog op de toekomstige stijging van tarieven is het van belang dat de regering en kinderopvanginstellingen blijven werken aan een betaalbare en toegankelijke kinderopvangsector.
Bronnen
- Vergoeding kinderopvang voor 2023 extra verhoogd
- Maximale uurprijs voor de kinderopvangtoeslag
- Definitief besluit maximum-uurprijzen 2023 met 558 geindexeerd
- Aanbod kinderopvang in Nederland 2017-2023
- Ouders betaalden gemiddeld 3.210 euro aan kinderopvang in 2023
- Nieuwe uurtarieven 2023 bekend
- Beleidsrelevante kerncijfers