Maximale groepsgrootte en beroepskracht-kindratio in de kinderopvang

In de Nederlandse kinderopvang gelden duidelijke regels en richtlijnen met betrekking tot de maximale groepsgrootte en de beroepskracht-kindratio (BKR). Deze regels zijn vastgelegd in wettelijke kaders zoals het Besluit kwaliteit kinderopvang en de Wet kinderopvang. De doelstelling van deze richtlijnen is om een verantwoorde en veilige opvang te waarborgen, waarbij kinderen op een aandachtige en pedagogisch gestuurde manier worden verzorgd.

Deze regels zijn niet alleen belangrijk voor houders van kindercentra, maar ook voor ouders, pedagogisch medewerkers en andere betrokken partijen. In deze artikel worden de relevante regelgeving en praktijkrichtlijnen besproken, met aandacht voor de leeftijdscategorieën van kinderen, de berekening van de BKR en de toepassing binnen dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen.

Groepsgrootte per leeftijdscategorie

De maximale groepsgrootte varieert afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Voor jonge kinderen, die extra aandacht en zorg nodig hebben, geldt een lage maximale groepsgrootte. Voor oudere kinderen, die zich meer zelfstandig kunnen wenden, is de groepsgrootte hoger.

Kinderen onder de 1 jaar

Voor kinderen van 0 tot 1 jaar geldt een maximale groepsgrootte van 12 kinderen. De reden hiervoor is dat jonge baby's veel persoonlijke aandacht en begeleiding nodig hebben. Per pedagogisch medewerker mag slechts 3 kinderen van deze leeftijd tegelijk worden verzorgd. Dit betekent dat een horizontale babygroep maximaal 12 kinderen telt bij vier medewerkers.

Kinderen van 1 tot 2 jaar

Voor kinderen van 1 tot 2 jaar geldt een maximale groepsgrootte van 16 kinderen. Per pedagogisch medewerker mag 5 kinderen tegelijk worden verzorgd. Deze leeftijdscategorie vereist nog steeds veel aandacht, maar kinderen beginnen zich iets meer te ontwikkelen en kunnen lichter worden begeleid in groepen.

Kinderen van 2 tot 3 jaar

Voor kinderen van 2 tot 3 jaar geldt ook een maximale groepsgrootte van 16 kinderen. Per pedagogisch medewerker mag 6 kinderen tegelijk worden verzorgd. Deze leeftijdscategorie is gekenmerkt door een snelle ontwikkeling, zowel in de motoriek als in de sociale vaardigheden.

Kinderen van 3 tot 4 jaar

De maximale groepsgrootte voor kinderen van 3 tot 4 jaar is 16 kinderen. Per pedagogisch medewerker mag 8 kinderen tegelijk worden verzorgd. Deze leeftijdscategorie is in staat tot meer zelfstandigheid en interactie met medepeuters.

Kinderen van 4 tot 13 jaar

Voor kinderen van 4 tot 13 jaar geldt een maximale groepsgrootte van 30 kinderen. Per pedagogisch medewerker mag 10 kinderen tegelijk worden verzorgd. Deze leeftijdscategorie vereist minder directe zorg, maar wel een aandachtige en pedagogisch gestuurde omgeving.

Beroepskracht-kindratio (BKR)

De beroepskracht-kindratio (BKR) is een centraal begrip in de kinderopvang. De BKR bepaalt hoeveel kinderen een pedagogisch medewerker tegelijk kan verzorgen, afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. De BKR is vastgelegd in wettelijke kaders en regelgeving en wordt toegepast in dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen.

Wijzigingen in de BKR sinds 1 juli 2024

Sinds 1 juli 2024 is de BKR op kindercentrumniveau berekend in plaats van op groepsniveau. Dit betekent dat het aantal benodigde beroepskrachten wordt bepaald op basis van het totaal aantal kinderen in het kindercentrum, en niet op basis van het aantal kinderen per individuele groep. Deze wijziging geeft houders meer flexibiliteit bij de indeling van kinderen in basisgroepen. Bovendien is er een maximale groepsgrootte van 30 kinderen ingesteld.

Deze wijziging heeft als doel om pedagogische overwegingen centraal te stellen bij de groepsindeling. Houders kunnen kinderen indelen in groepen die het beste aansluiten bij de behoeften en de ontwikkeling van het kind. Daarnaast wordt de focus verlegd naar het creëren van een emotioneel veilige omgeving, waarin kinderen zich prettig en gerust voelen.

Berekening van de BKR

De berekening van de BKR hangt af van het aantal kinderen per leeftijdscategorie. Voor elke leeftijdscategorie is een maximum aantal kinderen per pedagogisch medewerker vastgelegd:

  • 0 tot 1 jaar: maximaal 3 kinderen per medewerker
  • 1 tot 2 jaar: maximaal 5 kinderen per medewerker
  • 2 tot 3 jaar: maximaal 6 kinderen per medewerker
  • 3 tot 4 jaar: maximaal 8 kinderen per medewerker
  • 4 tot 13 jaar: maximaal 10 kinderen per medewerker

Bij het berekenen van de BKR is het belangrijk om rekening te houden met eventuele combinatiegroepen, waarin kinderen van verschillende leeftijdscategorieën aanwezig zijn. In dergelijke groepen moet het aantal benodigde beroepskrachten worden bepaald op basis van de meest jonge kinderen in de groep.

Combinatiegroepen

Combinatiegroepen zijn groepen waarin kinderen van verschillende leeftijdscategorieën aanwezig zijn. Voor combinatiegroepen zijn specifieke regels vastgelegd. Een combinatiegroep mag bijvoorbeeld bestaan uit maximaal 16 kinderen, afhankelijk van de leeftijdscategorieën. De verhouding tussen het aantal kinderen en het aantal pedagogisch medewerkers moet in dit geval worden bepaald op basis van de meest jonge kinderen in de groep.

Wettelijke kaders en regelgeving

De regels met betrekking tot de maximale groepsgrootte en de BKR zijn vastgelegd in wettelijke kaders. Deze kaders worden uitgevoerd door de GGD en zijn onderdeel van de kwaliteitseisen voor kinderopvang. De wettelijke kaders zijn onder andere te vinden in:

  • Het Besluit kwaliteit kinderopvang
  • De Wet kinderopvang
  • De kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko)

Deze wettelijke kaders zijn van toepassing op alle vormen van kinderopvang, inclusief dagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen. De GGD controleert regelmatig of deze kaders worden nageleefd en kan boetes opleggen in geval van overtredingen.

Boetes bij overtredingen

Wanneer de wettelijke kaders met betrekking tot de groepsgrootte en de BKR niet worden nageleefd, kan de GGD boetes op leggen. De hoogte van de boete hangt af van de aard van de overtreding. Voorbeelden zijn:

  • € 2.000,- per kind teveel bij het overschrijden van de maximale groepsgrootte
  • € 5.000,- per ontbrekende beroepskracht bij het niet遵守 de BKR
  • € 1.000,- bij het niet遵守 van regels met betrekking tot vaste beroepskrachten of ruimtes

Deze boetes zijn bedoeld om de naleving van de wettelijke kaders te waarborgen en om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren.

Conclusie

De maximale groepsgrootte en de beroepskracht-kindratio (BKR) zijn essentiële onderdelen van de Nederlandse kinderopvang. Deze regels zijn vastgelegd in wettelijke kaders en worden uitgevoerd door de GGD. De doelstelling van deze regels is om een verantwoorde en veilige opvang te waarborgen, waarin kinderen op een aandachtige en pedagogisch gestuurde manier worden verzorgd.

Sinds 1 juli 2024 is de BKR op kindercentrumniveau berekend, wat houders meer flexibiliteit biedt bij de groepsindeling. Daarnaast is er een maximale groepsgrootte van 30 kinderen ingesteld, ongeacht de leeftijd. Deze wijzigingen stellen houders in staat om kinderen in groepen te verdelen die het beste aansluiten bij de behoeften en de ontwikkeling van het kind.

Het naleven van deze regels is belangrijk voor de kwaliteit van de kinderopvang en voor de veiligheid en welzijn van de kinderen. Ouders en andere betrokken partijen kunnen zich richten op de wettelijke kaders en de GGD om te controleren of deze regels worden nageleefd.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving: CVDR602697
  2. Wet- en regelgeving: BWBR0031613
  3. Beroepskracht-kindratio op Wikipedia
  4. Flekss: Regelgeving kind-ratio kinderopvang
  5. Kinderopvang-wijzer: Wijziging vaste gezichtencriterium en BKR
  6. Officiële bekendmaking: STB 2024-64

Σχετικές αναρτήσεις