Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Kinderopvangtoeslag is een financiële steunmaatregel voor ouders die hun kinderen in een kinderopvang, buitenschoolse opvang of bij gastouders onderbrengen. Het aantal uren waarvoor ouders deze toeslag kunnen ontvangen, is regelmatig gewijzigd in de afgelopen jaren. In 2023 is er een belangrijke wijziging t.b.v. het maximaal aantal uren kinderopvangtoeslag. In dit artikel worden deze regels in detail beschreven, met aandacht voor de wisselwerking tussen gewerkte uren, kalendermaanden en het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag per maand per kind.
Voor elk kind is het maximaal aantal uren kinderopvangtoeslag 230 uur per maand. Dit maximum geldt voor iedereen die recht heeft op kinderopvangtoeslag, ongeacht hoeveel uren een ouder per maand werkt of studeert. Dit is sinds 2023 het geval, en het verschilt van de regels die eerder golden, waarbij het maximum aantal uren afhing van het aantal gewerkte uren of het type opvang.
Dit betekent dat een kind dat bijvoorbeeld 250 uur per maand naar de opvang gaat, alleen toeslag krijgt voor de eerste 230 uur. De uren die boven deze 230 liggen, zijn niet vergoedbaar via de kinderopvangtoeslag.
Daarentegen, als een kind minder dan 230 uur per maand naar de opvang gaat, krijgt een ouder alleen toeslag voor de uren die in het contract met de opvang zijn vastgelegd. Overige uren kunnen opgelopen worden tot het einde van het jaar.
Een belangrijke wijziging in 2023 is het verlaten van de vorige regel waarbij het aantal uren kinderopvangtoeslag afhing van het aantal gewerkte uren. Tot 2022 was het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag bepaald door hoeveel uren een ouder per maand werkte. In 2023 is dit niet meer het geval.
In plaats daarvan is het aantal gewerkte kalendermaanden bepalend. Dit betekent dat het aantal uren kinderopvangtoeslag dat op jaarbasis in aanmerking komt, evenredig toeneemt met het aantal kalendermaanden waarin arbeid is verricht. De koppeling tussen arbeid en kinderopvangtoeslag blijft dus bestaan, maar niet meer via het aantal uren per maand.
Deze wijziging is vooral bedoeld voor ouders met onregelmatige uren, zoals ondernemers of ouders die in een re-integratietraject zitten. Voor hen is het nu eenvoudiger om kinderopvangtoeslag aan te vragen, omdat het niet meer afhangt van het exacte aantal uren dat ze per maand werken.
Als een ouder minder dan 230 uur per maand gebruikt voor kinderopvang, is het mogelijk om deze overige uren te opmaken tot het einde van het jaar. Dit kan handig zijn als een ouder bijvoorbeeld tijdelijk stopt met werken of studeert, en nog recht heeft op kinderopvangtoeslag. De uren die in zo’n geval zijn overgebleven, kunnen nog gebruikt worden voor kinderopvang in latere maanden van het jaar.
Een voorbeeld:
Stel dat een kind in januari 200 uur per maand naar de opvang gaat, en in februari 220 uur. In maart gaat het kind 230 uur naar de opvang. In januari en februari zijn er dus respectievelijk 30 en 10 uren over. Deze 40 overige uren kunnen gebruikt worden in latere maanden, bijvoorbeeld in april of mei.
Het opmaken van overige uren is alleen mogelijk als een ouder in de maanden waarin uren zijn overgebleven, recht had op kinderopvangtoeslag. Als een ouder bijvoorbeeld in april stopt met werken, kan het nog drie maanden lang recht hebben op kinderopvangtoeslag, en daarna tot het einde van het jaar de overige uren opmaken.
Niet alleen het aantal uren is beperkt, ook is er een maximum uurtarief voor de vergoeding die via kinderopvangtoeslag kan worden ontvangen. Dit tarief varieert per type opvang:
Type opvang | Maximale uurtarief in 2023 |
---|---|
Dagopvang | € 8,97 per uur |
Buitenschoolse opvang | € 7,72 per uur |
Gastouderopvang | € 6,73 per uur |
Deze tarieven zijn in 2023 iets hoger dan in 2022. Voor kosten die boven deze tarieven liggen, is geen kinderopvangtoeslag mogelijk. Ouders moeten deze kosten dan zelf dragen.
Voor ouders die zich in een re-integratie- of inburgeringscursus bevinden, is het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag ook 230 uur per maand per kind. Dit geldt ook als ze geen of weinig uren werken. In dit geval is het aantal gewerkte uren niet bepalend voor het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag.
Een ouder die in zo’n traject zit en minder dan 230 uur per maand gebruikt, kan de overige uren tot het einde van het jaar opmaken. Deze regel geldt ook als een ouder bijvoorbeeld tijdelijk stopt met het traject of met werken.
Als ouders samenwonen of getrouwd zijn, geldt het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag op basis van de partner die het minste aantal uren werkt. Dit betekent dat als de ene ouder 30 uur per week werkt en de andere 40 uur, de kinderopvangtoeslag wordt bepaald op basis van de 30 uur. Dit is alleen van toepassing bij bepaalde soorten opvang, zoals dagopvang en buitenschoolse opvang, waarbij het maximum aantal uren afhankelijk is van het aantal gewerkte uren.
In 2023 is deze regel niet langer van toepassing, omdat het maximum aantal uren niet meer afhankelijk is van het aantal gewerkte uren. Ouders kunnen nu onafhankelijk van het aantal uren dat ze werken, maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag ontvangen.
In sommige gevallen zijn er arbeidsovereenkomsten met min/max-afspraken over uren. Dit betekent dat een medewerker een minimum en een maximum aantal uren per maand werkt. In dergelijke gevallen mag het verschil tussen het minimum en het maximum niet meer zijn dan 60 uur per maand.
Dit soort overeenkomsten is van toepassing bij bijvoorbeeld kinderopvanginstellingen of andere werkgevers die flexibel werken met uren. Het heeft geen invloed op de regels rondom kinderopvangtoeslag, omdat deze in 2023 niet meer afhankelijk is van het aantal gewerkte uren.
De regels rondom kinderopvangtoeslag worden jaarlijks geëvalueerd, en kunnen eventueel worden aangepast. In de toekomst is het denkbaar dat het maximum aantal uren verandert, afhankelijk van de omstandigheden op de arbeidsmarkt en in de kinderopvangsector. Ouders worden daarom aangeraden om jaarlijks te controleren welke regels van toepassing zijn voor het huidige jaar.
In 2023 is het maximum aantal uren kinderopvangtoeslag 230 uur per maand per kind, ongeacht het aantal uren dat een ouder werkt of studeert. Deze wijziging maakt het voor ouders met onregelmatige uren of die in een re-integratie- of inburgeringscursus zitten, eenvoudiger om kinderopvangtoeslag aan te vragen.
Het is ook mogelijk om overige uren op te maken tot het einde van het jaar, wat extra flexibiliteit biedt. Voor de vergoeding per uur gelden maxima per type opvang, en boven deze tarieven is geen toeslag mogelijk.
Ouders worden aangeraden om jaarlijks de regels te controleren, omdat deze kunnen veranderen. Informatie over de berekening van het maximum aantal uren en het opmaken van overige uren is beschikbaar via de Belastingdienst en andere officiële bronnen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet