Regenjassen voor Kinderen: Droog en Stijlvol het Jaar Rond
juni 17, 2025
Kwijlen, het onbedoeld laten lopen van speeksel uit de mond, is een veelvoorkomend verschijnsel, vooral bij jonge kinderen. Tot de leeftijd van ongeveer drie jaar is kwijlen vaak een normaal onderdeel van de ontwikkeling, omdat het zenuwstelsel nog niet volledig is ontwikkeld om het speeksel effectief weg te slikken. Echter, kwijlen kan ook voorkomen bij oudere kinderen en volwassenen, en in sommige gevallen kan het wijzen op een onderliggend probleem. Dit artikel biedt een overzicht van de oorzaken van kwijlen, mogelijke behandelingen en wanneer het raadzaam is om professionele hulp te zoeken.
In de eerste twee levensjaren kwijlen de meeste kinderen. Dit is een normaal verschijnsel dat vaak samenhangt met de ontwikkeling van het kind. Zo kan kwijlen toenemen tijdens het doorkomen van tanden en kiezen, omdat dit de speekselproductie stimuleert. Ook wanneer kinderen nieuwe vaardigheden leren, zoals loslopen of blokjes stapelen, kan er meer kwijlen optreden. Dit komt doordat de concentratie op de nieuwe taak de aandacht voor het wegslikken van speeksel kan verminderen.
Kwijlen kan ook veroorzaakt worden door een verkoudheid of vergrote amandelen, waardoor het kind moeite heeft met ademen door de neus en de mond vaker openstaat. In sommige gevallen kan het kwijlen een gewoonte worden, zelfs nadat de verkoudheid is overgegaan of de amandelen zijn geslonken.
Bij kinderen ouder dan drie jaar en volwassenen kan kwijlen verschillende oorzaken hebben. Een veelvoorkomende oorzaak is een verminderde controle over de spieren die betrokken zijn bij het slikken. Dit kan het gevolg zijn van neurologische aandoeningen, zoals cerebrale parese, de ziekte van Parkinson, of een beroerte. Bij deze aandoeningen kunnen de signalen van de hersenen naar de spieren verstoord raken, waardoor het moeilijker wordt om het speeksel effectief weg te slikken.
Ook anatomische afwijkingen, zoals een te grote tong of mond, kunnen bijdragen aan kwijlen. Daarnaast kunnen gastro-intestinale aandoeningen en bepaalde medicijnen de speekselproductie beïnvloeden en leiden tot overmatig kwijlen. Reflux, het terugstromen van maagzuur naar de slokdarm, kan ook de speekselproductie stimuleren.
Bij kinderen met een beperking, met name motorische stoornissen of neurologische aandoeningen, is kwijlen een veelvoorkomend probleem. Dit komt vaak door een disfunctie van de orale motoriek, die de slik- en speekselproductie beïnvloedt. De controle over de spieren die de mond en keel aansturen kan verstoord zijn, waardoor de spieren die de speekselproductie regelen overactief worden.
Hoewel kwijlen vaak onschuldig is, kan het in sommige gevallen leiden tot complicaties. Zo kan het huidirritatie rond de mond en nek veroorzaken, vooral als het speeksel langdurig contact heeft met de huid. Dit kan leiden tot roodheid, jeuk en zelfs eczeem.
Kwijlen kan ook het risico op infecties verhogen, vooral als het speeksel in de luchtwegen terechtkomt. Bij kinderen met een slikprobleem kan kwijlen leiden tot verslikken en ademhalingsproblemen.
Naast de fysieke gevolgen kan kwijlen ook psychische gevolgen hebben. Oudere kinderen en volwassenen kunnen zich schamen voor het kwijlen, wat kan leiden tot verminderd zelfvertrouwen en sociaal isolement.
De behandeling van kwijlen is afhankelijk van de onderliggende oorzaak. In veel gevallen is kwijlen een tijdelijk verschijnsel dat vanzelf verdwijnt. Bijvoorbeeld, kwijlen als gevolg van doorkomende tanden of een verkoudheid verdwijnt meestal zodra de oorzaak is verholpen.
Voor kinderen die kwijlen als gevolg van een neurologische aandoening, kan logopedie een effectieve behandeling zijn. Een logopedist kan oefeningen geven om de spieren rond de mond en keel te versterken en de slikfunctie te verbeteren. Deze oefeningen kunnen bestaan uit het trainen van de lipspieren, het stimuleren van het slikken en het aanleren van bewuste slikbewegingen.
Er bestaan ook hulpmiddelen, zoals mondtrainers, die kinderen kunnen helpen om hun mondspieren te trainen en het kwijlen te verminderen. Deze hulpmiddelen worden in de mond gehouden en dwingen het kind om de mond gesloten te houden en de spieren rond de mond te activeren.
In sommige gevallen kan medicatie worden voorgeschreven om de speekselproductie te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van druppels, pillen of vloeibare medicijnen. In ernstige gevallen kunnen Botox-injecties, bestraling van de speekselklieren of zelfs een operatie nodig zijn.
Naast deze behandelingen zijn er ook enkele maatregelen die je zelf kunt nemen om kwijlen te verminderen. Zo kun je je kind stimuleren om op kauwgom te kauwen of zuigtabletten te gebruiken, omdat dit het slikken stimuleert. Het is ook belangrijk om te zorgen voor een goede mondhygiëne en eventuele huidirritatie rond de mond te behandelen met een beschermende zalf.
Het is belangrijk om een arts te raadplegen als het kwijlen aanhoudt, verergert of gepaard gaat met andere symptomen. Dit geldt met name als het kind koorts heeft, moeite met ademhalen, of als het kwijlen gepaard gaat met zwelling van de tong, lippen of gezicht. Ook als het kwijlen plotseling optreedt of als je je zorgen maakt over de onderliggende oorzaak, is het raadzaam om een arts te raadplegen.
Om kwijlen te voorkomen, is het belangrijk om je kind te stimuleren om door de neus te ademen en de mond gesloten te houden. Het afwennen van een fopspeen of duim kan ook helpen, omdat deze gewoonten de mond open kunnen houden. Daarnaast is het belangrijk om de mondspieren actief te houden door middel van oefeningen en stimulatie.
Kwijlen is een veelvoorkomend verschijnsel dat verschillende oorzaken kan hebben. Bij jonge kinderen is kwijlen vaak een normaal onderdeel van de ontwikkeling, maar bij oudere kinderen en volwassenen kan het wijzen op een onderliggend probleem. De behandeling van kwijlen is afhankelijk van de oorzaak en kan variëren van eenvoudige maatregelen, zoals oefeningen en stimulatie, tot meer intensieve behandelingen, zoals logopedie of medicatie. Het is belangrijk om een arts te raadplegen als het kwijlen aanhoudt, verergert of gepaard gaat met andere symptomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet