Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
In Nederland is kinderopvang een essentieel onderdeel van het leven voor vele ouders, vooral bij het terugkeren aan het werk na zwangerschaps- of ouderschapsverlof. De kosten die ouders maken voor deze opvang zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals het soort opvang, het uurtarief van de aanbieder en het inkomen van de ouders. De overheid vergoedt een deel van de kosten via de kinderopvangtoeslag, maar ook ouders moeten een aanzienlijke bijdrage leveren. Dit artikel biedt een overzicht van de kosten van kinderopvang in 2024, inclusief de maximaal vergoede uurtariezen, de invloed van het inkomen en het verschijnsel dat ouders zelf een deel van de kosten betalen boven de vergoeding.
Maximale uurtariezen per soort opvang in 2024
De overheid heeft in 2024 voor verschillende soorten kinderopvang vastgesteld welk maximumbedrag per uur vergoed kan worden. Deze uurtariezen bepalen hoeveel van de kosten voor de opvang de overheid terugbetaalt. Ouders die een kinderopvang kiezen met een hoger uurtarief dan deze maximale bedragen, moeten het verschil zelf betalen.
De maximale uurtariezen voor 2024 zijn als volgt:
| Soort opvang | Maximale uurtarief 2024 |
|---|---|
| Dagopvang | € 10,25 |
| Buitenschoolse opvang | € 9,12 |
| Gastouderopvang | € 7,53 |
Dit betekent dat de overheid voor kinderopvang een maximum van €10,25 per uur vergoedt, mits het uurtarief van de opvang niet hoger is. Voor buitenschoolse opvang is dit €9,12 en voor gastouderopvang €7,53. Als de opvang een hoger tarief hantert, zoals €11,00 per uur, dan vergoedt de overheid €9,12 en moet het verschil van €1,88 per uur door de ouder zelf worden betaald.
Kinderopvangtoeslag: hoeveel vergoed de overheid?
De kinderopvangtoeslag is een vergoeding die de overheid maandelijkse uitkeert aan ouders die hun kinderen in een kinderopvang brengen. Het bedrag dat ouders ontvangen, hangt af van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en de soort opvang. In 2024 is de maximale kinderopvangtoeslag beperkt tot 230 uur per kind per maand. Deze limiet geldt per kind en per maand.
De kinderopvangtoeslag is berekend op basis van het inkomen van de ouders. Hoe lager het inkomen, hoe hoger het percentage dat van de kosten wordt vergoed. Voor gezinnen met een hoger inkomen is de vergoeding lager. De overheid heeft in 2024 een toeslagtabel opgesteld waarin het percentage vergoeding per inkomen is vastgelegd.
| Toetsingsinkomen (gezamenlijk) | Percentage kinderopvangtoeslag 1e kind | Percentage kinderopvangtoeslag 2e en volgend kind |
|---|---|---|
| Tot en met €22.346 | 96,0% | 96,0% |
| €22.347 – €23.834 | 96,0% | 96,0% |
| €23.835 – €25.320 | 96,0% | 96,0% |
| €25.321 – €26.810 | 96,0% | 96,0% |
| €26.811 – €28.297 | 96,0% | 96,0% |
| €28.298 – €29.786 | 95,5% | 95,6% |
| €29.787 – €31.273 | 94,4% | 95,4% |
| €31.274 – €32.757 | 93,4% | 95,2% |
| €32.758 – €34.357 | 92,5% | 95,0% |
| €34.358 – €35.955 | 91,9% | 94,9% |
| €35.956 – €37.557 | 90,9% | 94,7% |
| €37.558 – €39.155 | 90,4% | 94,5% |
| €39.156 – €40.759 | 89,5% | 94,5% |
| €40.760 – €42.359 | 88,7% | 94,5% |
| €42.360 – €43.997 | 88,1% | 94,5% |
| €43.998 – €45.637 | 87,3% | 94,5% |
Deze tabel toont aan dat gezinnen met een lager inkomen aanzienlijk meer vergoeding ontvangen dan gezinnen met een hoger inkomen. Bijvoorbeeld, een gezin met een gezamenlijk inkomen van €22.346 ontvangt 96% van de kosten voor het eerste kind en ook 96% voor elk volgend kind. Bij een gezamenlijk inkomen van €43.998 daalt de vergoeding voor het eerste kind tot 88,1% en blijft de vergoeding voor het tweede kind op 94,5%.
De kinderopvangtoeslag is dus sterk afhankelijk van het inkomen van de ouders. Voor gezinnen met een hoger inkomen is de vergoeding minder hoog, wat betekent dat ouders een groter deel van de kosten zelf moeten betalen.
Gemiddelde kosten en eigen bijdrage in 2023
In 2023 hebben ouders gemiddeld €3.210 zelf betaald aan kinderopvang. Volgens het CBS waren de totale opvangkosten gemiddeld €8.950 per kind per jaar. Hierbij kregen ouders €5.740 terug via de kinderopvangtoeslag, wat betekent dat 64% van de kosten vergoed werd. De overige 36%, of €3.210, moesten ouders zelf betalen.
Van deze eigen bijdrage bestond €2.690 uit de bijdrage volgens het vastgestelde maximum uurtarief. Dit betekent dat ouders gemiddeld €2.690 per jaar aan het deel betaalden dat niet door de overheid werd vergoed. Daarnaast betaalden ouders gemiddeld €520 extra, omdat de uurtariezen hoger waren dan de maximale vergoeding. Dit fenomeen is opgevallen bij bijna driekwart van de ouders in 2023.
Deze cijfers tonen aan dat de kosten van kinderopvang in de praktijk vaak hoger liggen dan de vergoeding die de overheid uitkeert. Ouders moeten dus rekenen op een aanzienlijke eigen bijdrage boven de maximale uurtariezen.
Invloed van locatie en faciliteiten op de kosten
De kosten van kinderopvang variëren ook afhankelijk van de locatie en de faciliteiten die de opvang biedt. In steden en de Randstad zijn de kosten vaak hoger dan in landelijke gebieden. Dit komt doordat opvanginstellingen in deze regio’s vaak meer moeten uitgeven aan huur en infrastructuur. Daarnaast spelen factoren zoals de vraag naar kinderopvang en de beschikbaarheid van plekken een rol in de prijsvorming.
De grootte van de opvang en de faciliteiten die beschikbaar zijn, zoals warme maaltijden, extra activiteiten of flexibele openingstijden, hebben ook invloed op het uurtarief. Opvanginstellingen die deze voordelen aanbieden, hanteren vaak hogere tarieven.
Toekomstige ontwikkelingen in 2025
In 2025 zijn er enkele belangrijke veranderingen in de vergoedingen en subsidiebedragen voor kinderopvang. De overheid heeft aangekondigd dat de subsidiebedragen voor kinderopvangorganisaties sterk zullen veranderen in vergelijking met 2024. Deze veranderingen zijn mede het gevolg van het rapport Bekostiging Kinderopvang Caribisch Nederland, dat in 2023 aan de Tweede Kamer is voorgelegd.
In 2025 is €12,3 miljoen beschikbaar voor opdrachten, waarvan €5,2 miljoen bestemd is voor de ontwikkeling van een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang. Daarnaast is €4,1 miljoen beschikbaar voor kinderopvang in Europees Nederland, waaronder €2,5 miljoen voor instellingssubsidies en projectsubsidies. Ook is €1,7 miljoen voorzien voor het programma BES(t) 4 kids.
Hoewel de exacte invloed van deze veranderingen op de kosten van kinderopvang in 2025 nog niet duidelijk is, duiden de maatregelen erop dat de overheid zich sterk bewust is van de hoge kosten voor ouders. Het nieuwe financieringsstelsel kan mogelijk leiden tot lagere uurtariezen of grotere vergoedingen via de kinderopvangtoeslag.
Conclusie
De kosten van kinderopvang in 2024 zijn afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het soort opvang, het uurtarief van de aanbieder en het inkomen van de ouders. De overheid vergoedt een deel van de kosten via de kinderopvangtoeslag, maar ook ouders moeten een aanzienlijke bijdrage leveren. In 2023 betaalden ouders gemiddeld €3.210 zelf aan kinderopvang, omdat de uurtariezen hoger lagen dan de maximale vergoeding. Dit fenomeen is opgevallen bij bijna driekwart van de ouders.
De kosten variëren ook afhankelijk van de locatie en de faciliteiten die de opvang biedt. In steden en de Randstad zijn de kosten vaak hoger dan in landelijke gebieden. De overheid heeft aangekondigd dat er in 2025 veranderingen zullen komen in de vergoedingen en subsidiebedragen voor kinderopvang, waardoor de kosten voor ouders mogelijk verder zullen veranderen.
Voor ouders is het belangrijk om zich bewust te zijn van de kosten en de vergoedingen, zodat ze een goedkeurende keuze kunnen maken voor de kinderopvang die het beste aansluit bij hun situatie. Door de kinderopvangtoeslag te berekenen en het uurtarief van de opvang goed te bekijken, kunnen ouders een schatting maken van de totale kosten per maand. Dit helpt bij het maken van een financieel realistisch plan voor de opvang van hun kind.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
