Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
Kinderopvangcentra spelen een essentiële rol in de opvoeding en verzorging van jonge kinderen. Echter, wanneer een kind ziek raakt, zoals met koorts, stelt dat vele vragen voor ouders en kinderbegeleiders. In deze artikel wordt een overzicht gegeven van de richtlijnen, regels en praktijk in de kinderopvang wanneer het gaat om kinderen met koorts. Op basis van de beschikbare informatie wordt een duidelijk beeld getekend van hoe koorts wordt afgehandeld in de opvang, wat de rol van de ouders is en waarom het belangrijk is om een zieke kind te thuishouden.
Koorts wordt gedefinieerd als een lichaamstemperatuur van 38°C of hoger. In de kinderopvang geldt een duidelijke regel: een kind met koorts hoort niet thuis in de opvang. De meeste kinderopvangorganisaties hanteren de richtlijn dat een kind met een koorts boven de 38,5°C niet op de opvang mag blijven. Dit komt niet doordat koorts per se een teken is van een ernstige ziekte, maar omdat zieke kinderen meer aandacht nodig hebben dan normaal en het risico op besmetting voor andere kinderen en medewerkers bestaat.
De GGD benadrukt dat de hoogte van de koorts niet altijd een maat is voor de ernst van de ziekte. Toch is het belangrijk om een zieke kind uit de opvang te halen, omdat het de gezondheid van andere kinderen en medewerkers kan beschermen en de ontwikkeling van het zieke kind niet in de weg staat. Bovendien verlaagt het aantal ziektegevallen in de opvang het risico op grootschalige besmettingen.
In sommige gevallen kan een kind met koorts in de opvang blijven, maar dit hangt af van verschillende factoren. Eerst en vooral is de leeftijd van het kind van belang. Kinderen jonger dan drie maanden worden onmiddellijk verwacht dat de ouders het kind komen halen. Dit geldt omdat jonge baby's kwetsbaarder zijn voor complicaties bij koorts.
Bij oudere kinderen (ouder dan drie maanden) wordt samen met de ouders besproken of er in eerste instantie koortswerende medicatie kan worden toegediend. Paracetamol mag zonder tussenkomst van een arts worden toegediend in de opvang. Als de koorts daarna nog aanhoudt of de ouders zich ongerust voelen, wordt het kind opgehaald. Dit geeft ouders de nodige tijd om zich te organiseren.
Een uitzondering op de regel dat een zieke kind thuis moet blijven, is wanneer de koorts ontstaat na een vaccinatie. In dat geval mag een kind ouder dan drie maanden met koorts in de opvang blijven, zolang er geen andere symptomen zijn. Het kind hoeft niet 24 uur koortsvrij te zijn, omdat de koorts dan waarschijnlijk veroorzaakt wordt door de vaccinatie en niet door een besmettelijke ziekte.
Als een kind koorts maakt terwijl het in de opvang is, wordt het belangrijk dat ouders zo snel mogelijk contact opnemen met de opvang. In de meeste gevallen is het verstandig om het kind te halen. Het is ook belangrijk om de opvang te informeren als het kind thuis koorts maakt, zodat het niet per ongeluk wordt gebracht naar de opvang.
Een kind mag pas weer naar de opvang als het 24 uur koortsvrij is zonder het gebruik van koortswerende middelen. Deze koortsvrije periode is nodig om te beoordelen of de koorts het begin was van een ernstige of besmettelijke ziekte. Als het kind binnen deze 24 uur geen klachten meer heeft en zich normaal gedraagt, mag het weer terug naar de opvang.
Elke kinderopvang heeft een eigen protocol met betrekking tot ziekte. Het protocol houdt rekening met het welbevinden van het zieke kind, maar ook met de mogelijkheden van de kinderbegeleiders om extra aandacht te geven en mogelijke gevolgen voor andere kinderen. Aan het normale dagprogramma moet het kind ook kunnen deelnemen. Als het kind te veel aandacht nodig heeft of de koorts is verlaagd met medicatie en het kind daardoor alsnog naar de opvang wordt gebracht, is het vaak niet wenselijk.
Ouders spelen een essentiële rol in de zorg voor een zieke kind. Het is verstandig om van tevoren afspraken te maken met je werkgever over de mogelijkheid om thuis te werken of vrij te nemen bij ziekte. Het is ook handig om te bedenken wie er beschikbaar is als je als ouder niet bij je kind kan blijven. Opa’s, oma’s of andere vertrouwde personen kunnen in zo’n geval van pas komen.
In de kinderopvang wordt preventief koorts meten meestal niet gedaan. Pas als een kind zich anders gedraagt dan gewoonlijk, wordt de temperatuur gemeten. Dit om te voorkomen dat kinderen onnodig stress ervaren. Het is belangrijk dat ouders en kinderbegeleiders goed met elkaar communiceren. De opvang dient vooraf te informeren over het ziektebeleid en afspraken te maken over wanneer een kind niet naar de opvang mag. Dit geldt ook voor het geval dat een kind ziek wordt tijdens de opvang. Het is belangrijk dat er voldoende contactpersonen zijn om het kind op te halen.
Informatiefiches van elk kind zijn een nuttig instrument. Deze fiches bevatten gegevens over de gezondheid, afspraken over eventuele medische opvolging en telefoonnummers van ouders, andere contactpersonen en de behandelend arts. Deze fiches helpen bij het maken van snelle en duidelijke beslissingen in geval van ziekte.
Bij bepaalde infectieziektes, zoals waterpokken of krentenbaard, is het belangrijk dat ouders worden geïnformeerd. Deze ziektes zijn vaak besmettelijk, soms al vóórdat klachten zich uiten. De kinderopvang volgt minimaal de adviezen van de GGD, maar neemt soms extra maatregelen. Als een kind bijvoorbeeld krentenbaard heeft, mag het in de meeste gevallen naar de opvang blijven. De opvang kan in overleg met de GGD andere ouders informeren, zodat zij op de hoogte zijn en op de klachten bij hun kind kunnen letten.
Als er een infectieziekte is vastgesteld door een arts, informeert de opvang alle ouders. Dit is belangrijk om eventuele besmettingen te voorkomen en om ouders bewust te maken van de risico’s.
In sommige gevallen is het nodig om medische instanties, zoals het Departement Zorg, in te schakelen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij verplicht te melden infectieziektes. De arts of het labo doet de melding aan het Departement Zorg. Daarna wordt de kinderopvang gevraagd om extra informatie te verstrekken of maatregelen te nemen. Het is belangrijk dat de opvang en de ouders samenwerken om de gezondheid van alle kinderen te beschermen.
In de kinderopvang mag paracetamol zonder tussenkomst van een arts worden toegediend. Dit geldt alleen als het kind ouder is dan drie maanden. Voor jongere baby’s is het verstandig om altijd eerst contact op te nemen met een arts. Als een kind risico loopt op koortsstuipen, moeten de nodige geneesmiddelen binnen bereik staan en moet de medicatie volgens de richtlijnen van de behandelend arts worden toegediend.
Het is belangrijk om te weten dat medicatie geen oplossing is voor ziekte. Het kan de symptomen verlichten, maar niet de oorzaak aanpakken. Daarom is het verstandig om het kind zo snel mogelijk te laten rusten en extra aandacht te geven.
Koorts in de kinderopvang is een onderwerp dat zowel ouders als kinderbegeleiders serieus moeten nemen. Het is belangrijk om te weten wanneer een kind moet thuiskomen en wanneer het in de opvang kan blijven. Kinderen jonger dan drie maanden worden onmiddellijk verwacht dat de ouders het komen halen. Oudere kinderen kunnen tijdelijk in de opvang blijven, zolang ze zich normaal gedragen en geen andere symptomen hebben. Het is verstandig om het kind 24 uur koortsvrij te laten zijn voordat het weer naar de opvang mag.
Ouders spelen een essentiële rol in de zorg voor een zieke kind. Het is belangrijk om van tevoren afspraken te maken met de werkgever en eventuele opvangoplossingen te regelen. De kinderopvang heeft een duidelijk protocol met betrekking tot ziekte, en het is verstandig om deze regels te kennen en te begrijpen. Preventief koorts meten is meestal niet nodig, maar als een kind zich anders gedraagt, moet de temperatuur worden gemeten.
Goede communicatie tussen ouders en kinderbegeleiders is essentieel. De opvang moet vooraf informeren over het ziektebeleid en afspraken maken over wanneer een kind niet mag komen. Bij bepaalde infectieziektes is het belangrijk dat ouders worden geïnformeerd, zodat ze op de hoogte zijn en eventuele klachten bij hun kind kunnen herkennen.
In het geval van medicatie is het belangrijk dat de toediening volgens de richtlijnen van de behandelend arts gebeurt. Paracetamol mag zonder arts in de opvang worden toegediend, maar dit is geen oplossing voor ziekte. Het is verstandig om het kind extra aandacht te geven en het rust te geven.
Door deze richtlijnen en regels te volgen, kan de gezondheid van de kinderen en medewerkers in de opvang worden bescherm. Het is belangrijk dat ouders en kinderbegeleiders samenwerken om ervoor te zorgen dat zieke kinderen het beste mogelijke zorg krijgen en het risico op besmetting wordt beperkt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet