Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
In Nederland is kinderopvang een essentieel onderdeel van het maatschappelijke netwerk dat ouders helpt bij het combineren van werk en gezin. Voor wie kinderopvang wil zetten, is het belangrijk om zich te richten op wettelijke eisen, veiligheid en het creëren van een warme en betrouwbare omgeving voor kinderen. In dit artikel worden de stappen, vereisten en kaders beschreven die van toepassing zijn bij het zetten van kinderopvang. De focus ligt op de praktische toepassing van wetten en beleidsregels, alsook op de rol van het Personenregister Kinderopvang (PRK) en de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG).
Het starten van een kinderopvang is een proces dat zowel juridisch als administratief gestructureerd moet worden. De eerste stap is het aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Dit is een wettelijke eis die geldt voor iedereen die betrokken is bij kinderopvangactiviteiten. Met de VOG wordt aangetoond dat het gedrag van een persoon in het verleden geen bezwaar vormt voor het werken met kinderen. Deze verklaring is verplicht voor zowel directe medewerkers als voor personen die structureel aanwezig zijn op kantooruren.
Na het verkrijgen van de VOG dient de kinderopvangorganisatie aan te melden bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Deze commissie speelt een rol bij het oplossen van geschillen tussen ouders en kinderopvangorganisaties. Zonder aanmelding bij deze commissie is het niet mogelijk om zich bij de gemeente in te schrijven.
De volgende stap is het indienen van een aanvraagformulier bij de gemeente. Aanvragers kunnen kiezen uit verschillende formulieren, afhankelijk van het type kinderopvang dat wordt gestart. Voor kinderdagverblijven of buitenschoolse opvang is een specifiek aanvraagformulier vereist, evenals voor gastouderbureaus of gastouderopvang. Als alle wettelijke eisen zijn voldaan, zet de gemeente de organisatie in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK), waarna de kinderopvang officieel mag starten.
Wanneer er wijzigingen optreden in de activiteiten of structuur van een kinderopvangorganisatie, is het belangrijk om deze schriftelijk door te geven aan de gemeente. Dit geldt voor wijzigingen in het aantal kinderen dat wordt opgevangen, het aantal werkdagen per week, of eventuele veranderingen in het type opvang dat wordt aangeboden. Voor deze wijzigingen zijn specifieke formulieren beschikbaar, die afhankelijk van de aard van de wijziging moeten worden ingevuld.
Naast deze administratieve stappen is het ook verplicht om een klachtenregeling op te stellen. Deze regeling moet duidelijk maken hoe ouders hun klachten indienen en hoe deze worden afgehandeld. Dit is niet alleen een wettelijke eis, maar ook een manier om vertrouwen op te bouwen bij ouders en om eventuele geschillen op een professionele manier te beheren.
Een specifiek beleidsinstrument dat door enkele gemeenten wordt aangeboden, is ‘kinderopvang plus’. Dit is gericht op kinderen die extra aandacht of ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege gedragsproblemen of zorgvragen. Deze aanvullende opvang is bedoeld voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar in de voorschoolse educatie en voor kinderen van 4 tot 12 jaar in de buitenschoolse opvang.
De ‘kinderopvang plus’ is een subsidiegerechtigde maatregel die een periode van maximaal één jaar geldt. De activiteiten zijn aanvullend op de reguliere kinderopvang en moeten gericht zijn op het creëren van een stabiele en ondersteunende omgeving. Voor deze activiteiten is een samenwerking met andere partijen van belang, zoals zorgverleners of scholen, om een doorgaande ondersteuningslijn te garanderen.
Bij de facturering van uren voor ‘kinderopvang plus’ gelden specifieke regels. Voor doelgroeppeuters (kinderen met een ondersteuningsvraag) kunnen maximaal 960 uren per kind en 1,5 jaar worden in rekening gebracht, terwijl voor niet-doelgroeppeuters dit beperkt is tot 300 uren. De subsidie wordt berekend op basis van het aantal afgenomen uren en de bij ouders in rekening gebrachte eigen bijdrage.
Een kernaspect van het zetten van kinderopvang is de veiligheid van de kinderen. Daarom is het verplicht dat iedereen die werkt in de kinderopvang zich inschrijft in het Personenregister Kinderopvang (PRK). Deze inschrijving is verbonden aan het aanvragen van een VOG, zoals eerder beschreven. Het PRK is een centraal systeem dat medewerkers continu screen op strafbare feiten die een bezwaar vormen voor het werken met kinderen.
Deze maatregel is ingevoerd om de kinderopvang veiliger te maken en is sinds 1 januari 2021 ook van toepassing op personen die activiteiten verrichten op externe locaties. Als een medewerker een strafrechtelijk verleden heeft dat als bezwaar wordt gezien, kan de werkgever deze persoon op non-actief zetten. De medewerker moet dan een nieuwe VOG aanvragen. Mocht deze niet worden verleend, dan mag de persoon niet langer werken in de kinderopvang.
De gemeente speelt een centrale rol in het zetten en reguleren van kinderopvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het registreren van kinderopvangorganisaties in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en voor het toezicht op naleving van de wettelijke eisen. Buiten het juridische kader zijn er ook ruimtelijke beleidsregels in werking die gericht zijn op het aanbieden van voldoende en kwalitatief goede kinderopvang in de gemeente.
Deze ruimtelijke beleidsregels zijn ontwikkeld om zowel de vraag naar kinderopvang te voldoen als de kwaliteit te waarborgen. Ouders zijn vaak afhankelijk van kindercentra om hun kind op te vangen, zodat ze hun werk kunnen combineren met de zorg voor hun kind. De gemeente streeft daarom naar een aanbod dat niet alleen voldoende is, maar ook gericht is op persoonlijke en sociale ontwikkeling van kinderen.
In de praktijk zijn er verschillende initiatieven en projecten die gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van kinderopvang en het aanbod voor jonge kinderen. Zo organiseert bijvoorbeeld Ska Kinderopvang, zoals beschreven in de bronnen, activiteiten zoals ZomerPretPas-workshops en de Peuter2daagse. Deze initiatieven zijn bedoeld om kinderen en ouders aan te moedigen tot beweging, samenzijn en leren in een vrolijke omgeving.
Daarnaast investeert Ska Kinderopvang in nieuwbouw en samenwerking met andere partijen om een betrouwbare plek te creëren waar kinderen kunnen groeien. Dit benadrukt de rol van kinderopvang niet alleen als een zorgvorm, maar ook als een ondersteunende omgeving voor de ontwikkeling van kinderen.
Het zetten van kinderopvang is een proces dat zowel juridisch als praktisch moet worden benaderd. Het vereist een duidelijke kennis van wettelijke eisen, zoals de VOG en het PRK, en het opstellen van een klachtenregeling. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de specifieke behoeften van kinderen, zoals in het geval van ‘kinderopvang plus’, en samen te werken met andere partijen om een stabiele ondersteuningsstructuur te garanderen.
De gemeente speelt een centrale rol in het toezicht op kinderopvang en de uitvoering van ruimtelijke beleidsregels. Tegelijkertijd zijn er praktijkvoorbeelden, zoals die van Ska Kinderopvang, die laten zien hoe kinderopvang niet alleen een functie heeft als zorgvorm, maar ook als een plek voor leren, groeien en samenzijn. Door het aanhouden van een veilige, kwalitatief goede en betrouwbare kinderopvang draagt men bij aan het creëren van een maatschappij waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen en ouders hun werk kunnen combineren met gezin.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet