Kinderopvang voor baby’s: een veilige, vertrouwde plek voor groei en ontdekking
juli 19, 2025
Het personeelstekort in de kinderopvang blijft een belangrijk thema in Nederland. Zowel ouders als werkgevers in de sector merken de impact van het tekort op het aanbod, de kwaliteit en de duurzaamheid van de kinderopvang. In de afgelopen jaren zijn er zowel kleine verbeteringen als structurele uitdagingen geconstateerd. Op basis van recente peilingen en analyses wordt duidelijk dat het tekort langzaam afneemt, maar nog steeds behoorlijk hardnekkig is. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige trends, de oorzaken van het tekort en mogelijke oplossingen die worden overwogen of al worden toegepast in de sector.
In de afgelopen maanden is er sprake van een kleine, maar consistente afname van het personeelstekort in de kinderopvang. De arbeidsmarktpeiling van Kinderopvang werkt!, die tweemaal per jaar wordt uitgevoerd, toont duidelijk aan dat het percentage organisaties dat worstelt met personeelstekort, iets is gedaald.
In november 2024 daalde het tekort in de dagopvang van 30 procent naar 27 procent, in de buitenschoolse opvang (bso) van 44 procent naar 37 procent, en in de peuteropvang van 20 procent naar 16 procent. Deze daling is ook te zien in de peiling van mei 2025, waarin het percentage organisaties met een tekort in de dagopvang verder is gedaald naar 23 procent. In de bso is het percentage gedaald naar 36 procent, en in de peuteropvang naar 14 procent. Deze trends geven aan dat het tekort langzaam maar zeker minder scherp wordt.
Toch blijft het een realiteit dat 18 procent van de organisaties worstelt met een tekort dat al langer dan drie jaar aanhoudt. Dit duidt op structurele problemen die niet door tijdelijke maatregelen worden opgelost.
Het personeelstekort is niet gelijk verdeeld over het hele land. In Zeeland bijvoorbeeld is het tekort groter dan elders, zoals gemeld door het UWV. Daar is de arbeidsmarktkrapte in de kinderopvang verwacht verder te stijgen. Een van de redenen hiervoor is het feit dat kinderopvang een belangrijke voorwaarde is voor ouders om op de arbeidsmarkt actief te zijn. Als de kinderopvang niet voldoet aan de vraag, heeft dit ook gevolgen voor andere sectoren.
In Utrecht is het tekort relatief lager. Daar zijn gemiddeld 1,5 openstaande vacatures per werkzoekende, terwijl het landelijk gemiddelde ongeveer 4 openstaande vacatures per werkzoekende is. In Noord-Holland is het probleem het grootst, met 6,4 vacatures per werkzoekende. Deze regionale verschillen tonen aan dat het personeelstekort zowel een landelijke als een lokale uitdaging is.
De meest genoemde oorzaken van het personeelstekort zijn:
Bij deze oorzaken komt ook het feit dat het werken in de kinderopvang vaak wordt gezien als een dure hobby. In 37 van de 44 gemeenten ligt het uurtarief van de opvang hoger dan het maximale bedrag dat de kinderopvangtoeslag vergoedt. Ouders zijn genoodzaakt het verschil bij te betalen, wat de aantrekkingskracht van de sector verder vermindert.
Een van de directe gevolgen van het personeelstekort is dat er landelijk bij 70,5 procent van de kinderdagopvanglocaties een wachtlijst is. Bij 31,9 procent van deze locaties is er zelfs een wachtlijst voor alle dagen. Dit betekent dat ouders vaak hun voorkeur voor een specifieke opvanglocatie niet kunnen uitoefenen en soms hun werkdag moeten aanpassen.
Daarnaast leidt het tekort tot aangepaste openingstijden en hogere kosten. In combinatie met de huidige plannen om kinderopvang volledig gratis te maken, is er zorgen dat het tekort nog verder zal toenemen. De vraag naar opvang zal toenemen, maar het aanbod van medewerkers lijkt hier niet mee te kunnen bijhouden.
Hoewel het tekort langzaam afneemt, blijven structurele oplossingen nodig. De sector zoekt naar manieren om medewerkers beter te behouden, te opleiden en te aanwerven. Een aantal van de oplossingen die worden overwogen of al worden toegepast, zijn:
Daarnaast zijn er initiatieven gericht op het aanvullen van het personeel via zij-instroom, zoals door middel van de campagne Gezond op de Groep. Hierbij wordt aandacht geschonken aan het voorkomen van verzuim en het creëren van een gezonde werkomgeving.
Voor de komende zes maanden verwacht een kleiner aandeel organisaties een personeelstekort. In de bso is dit verwacht op 37 procent (tegen 41 procent in mei 2024), in de dagopvang op 28 procent (tegen 30 procent in mei 2024), en in de peuteropvang op 17 procent (tegen 21 procent in mei 2024). Deze verwachtingen tonen aan dat het probleem langzaam aan het verkleinen is, maar dat het nog steeds een uitdaging blijft.
Het personeelstekort in de kinderopvang is een complexe kwestie die zowel lokale als landelijke aspecten bevat. Hoewel er sprake is van een kleine afname in het aandeel organisaties dat worstelt met tekorten, blijft het een hardnekkig probleem. De oorzaken zijn meervoudig en omvatten zowel een tekort aan geschikte kandidaten als ziekteverzuim en groei van organisaties. De impact van het tekort is merkbaar in de toegankelijkheid van kinderopvang, met wachtlijsten, aangepaste openingstijden en hogere kosten.
De sector zoekt naar oplossingen, zoals het creëren van een betere werksfeer, invallen en bijspringen, en het gebruik van zij-instroom. Bovendien zijn er initiatieven gericht op het verhogen van de aantrekkingskracht van de sector en het voorkomen van verzuim. Het blijft duidelijk dat structurele oplossingen nodig zijn om de kinderopvang toekomstbestendig te maken. Zowel werkgevers als overheden spelen een rol bij het oplossen van deze uitdaging.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet