Knelpunten in de kinderopvang: Analyse en mogelijke oplossingen
juli 20, 2025
In de kinderopvang is het salarisbeleid sterk bepaald door de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) kinderopvang. Deze CAO regelt niet alleen de lonen, maar ook de groei in functie en schaal, afhankelijk van de ervaring en de functie van de medewerker. Voor medewerkers die zich in schaal 5, trede 7 bevinden, is het belangrijk te begrijpen hoe deze positie zich verhoudt tot andere schalen en tredes, wat de groeimogelijkheden zijn en hoe het salaris gemiddeld is opgesteld.
In de kinderopvang werken medewerkers vaak op basis van salarisschalen die zijn vastgelegd in de CAO. Deze schalen bepalen het salaris, afhankelijk van de functie en de ervaring. In dit artikel wordt ingegaan op schaal 5, trede 7 in de kinderopvang, met aandacht voor het salarisniveau, groeimogelijkheden binnen de schaal, en eventuele afwijkingen in functieindeling of salarisschaal. De informatie is gebaseerd op recente data uit diverse onderzoeken en salarisschalen.
In de context van de CAO kinderopvang is schaal 5 een van de lagere schalen. Deze schaal is meestal toegewezen aan medewerkers die in opleiding zijn of beginnende pedagogisch medewerkers zijn. Voor trede 7 in deze schaal is er een duidelijk bruto maandsalaris gemiddeld vastgelegd. In de context van de CAO en de salarisschalen voor 2025, is trede 7 in schaal 5 gerelateerd aan een bepaald salarisniveau, afhankelijk van de uren die de medewerker werkt.
Bijvoorbeeld: een medewerker die in schaal 5, trede 7 zit en werkt op een voltijdse basis (36 uur per week), ontvangt een bruto maandsalaris dat ligt tussen €2.517 en €3.374. Dit is exclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. De precieze bedragen per trede zijn afhankelijk van de CAO en worden jaarlijks bijgesteld.
De CAO kinderopvang biedt de mogelijkheid tot jaarlijks stijgen in de schaal, zolang het maximum van de schaal nog niet is bereikt. Dit betekent dat een medewerker in schaal 5, trede 7 binnen het kader van de CAO jaarlijks een stap hoger kan gaan, mits er sprake is van voldoende functioneren. Een medewerker kan dus in de loop van de jaren doorgroeien van trede 7 naar hogere tredes binnen schaal 5, totdat het maximum van de schaal is bereikt.
Het is echter belangrijk om te weten dat niet alle organisaties deze regels strikt volgen. In sommige gevallen kan het gebeuren dat medewerkers tijdelijk geen periodieke verhoging ontvangen, bijvoorbeeld bij onvoldoende functioneren. In dat geval moet de werkgever dit onderbouwen en tijdig communiceren.
Voor een vergelijking met schaal 5, is schaal 6 een relevante schaal, omdat deze vaak toegewezen wordt aan pedagogisch medewerkers. In 2025 is het bruto maandsalaris in schaal 6 tussen €2.641 en €3.630, op basis van een voltijdse functie van 36 uur per week. Dit betekent dat de salarissen in schaal 6 in het algemeen hoger liggen dan in schaal 5, terwijl de groeimogelijkheden binnen de schaal vergelijkbaar zijn.
Schaal 7 is meestal voorbehouden aan gespecialiseerde pedagogische medewerkers of medewerkers die ook werken in het onderwijs. De salarissen in deze schaal zijn hoger dan in schaal 5 of schaal 6. In 2025 ligt het bruto maandsalaris in schaal 7 rond €3.771, afhankelijk van de trede. Medewerkers die werken in een VE-locatie (voorlichting en onderwijs) kunnen in sommige gevallen ook recht hebben op een indeling in schaal 7, maar dit hoeft niet altijd gepaard te gaan met een hoger salaris.
In de CAO is een duidelijke functieindeling vastgelegd, waarin elke functie gekoppeld is aan een schaal. De indeling in schaal 5 kan variëren, afhankelijk van de functie en de ervaring. Voor medewerkers die in opleiding zijn (zoals pedagogisch medewerker in opleiding), is schaal 5 vaak van toepassing. Deze medewerkers werken dan meestal gedeeltelijk, omdat ze naast hun werk ook aan een opleiding werken.
Het is belangrijk om te weten dat in sommige gevallen medewerkers in schaal 5 ingedeeld worden, terwijl hun functie niet volledig overeenkomt met de functiebenaming in het functieboek. Hoewel dit in de praktijk voorkomt, lijken er geen duidelijke aanwijzingen te zijn dat medewerkers in schaal 5 vaak hoger zijn ingedeeld dan hun ervaringsjaren rechtvaardigen. In de meeste gevallen is de functieindeling redelijk gelijk aan de verwachtingen op basis van ervaring en opleiding.
Om te werken in de kinderopvang, moeten medewerkers aan bepaalde opleidingseisen voldoen. Deze eisen zijn onder andere gericht op het behalen van de 3F eisen (lezen, rekenen en schrijven op het niveau van het voortgezet onderwijs). Voor medewerkers in schaal 5 is het belangrijk om te weten of ze voldoen aan de opleidingseisen. In de data uit het onderzoek is gebleken dat de meeste medewerkers in schaal 5 aan de eisen voldoen, terwijl ongeveer 5% nog in opleiding is.
De data uit de studies toont aan dat medewerkers in schaal 5 vaak jonger zijn en minder ervaring hebben dan medewerkers in hogere schalen. In de data is te zien dat de gemiddelde leeftijd van medewerkers in trede 7 ongeveer 28 jaar is. Dit is lager dan de gemiddelde leeftijd in hogere tredes en schalen, waarbij medewerkers meestal langer in de branche werken.
De startleeftijd in de kinderopvang is afhankelijk van het aantal jaren dat een medewerker al werkt. In trede 7 is de startleeftijd gemiddeld ongeveer 26 jaar, wat betekent dat medewerkers in deze trede vaak pas beginnen met hun carrière in de kinderopvang.
Naast het basisloon ontvangen medewerkers in de kinderopvang ook aanvullende vergoedingen, zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Deze vergoedingen zijn vastgelegd in de CAO en zijn afhankelijk van de schaal waarin een medewerker zit. Voor schaal 5 geldt dat medewerkers 8% vakantiegeld ontvangen. In de CAO 2025-2026 is bovendien een eindejaarsuitkering van 5,5% vastgelegd, die vanaf 1 januari 2026 uitgebreid wordt naar 8%.
In de kinderopvang is het salarisbeleid sterk bepaald door de CAO, waarin de salarisschalen en groeimogelijkheden zijn vastgelegd. Medewerkers die zich in schaal 5, trede 7 bevinden, werken meestal in de startfase van hun carrière of zijn in opleiding. Het salaris in deze schaal is lager dan in hogere schalen, maar biedt wel groeimogelijkheden via de tredes binnen de schaal. De CAO stelt bovendien vast dat medewerkers jaarlijks stijgen in de schaal, mits ze voldoende functioneren.
De data uit de studies toont aan dat de meeste medewerkers in schaal 5 aan de opleidingseisen voldoen, terwijl een klein deel nog in opleiding is. De startleeftijd in de kinderopvang is relatief jong, wat aantoont dat het vaak de start is van een langdurige carrière in de branche.
Het is belangrijk voor medewerkers en werkgevers om de CAO goed te kennen en de regels rondom de schalen en tredes te volgen. Dit zorgt voor duidelijkheid in het salarisbeleid en maakt het mogelijk om een eerlijke en transparante groei te realiseren binnen de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet