Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Werk in de kinderopvang is essentieel voor de zorg en opvoeding van jonge kinderen. Het is echter ook een beroep dat vaak wordt gekoppeld aan een lager salaris in vergelijking tot andere sectoren. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de netto- en bruto-inkomsten in de kinderopvang, op basis van recente gegevens uit de CAO kinderopvang en andere betrouwbare bronnen. De focus ligt op de praktijk: wat verdient een kinderopvangmedewerker na belastingen, en zijn er mogelijkheden voor onderhandeling of salarisgroei?
Salarissen in de kinderopvang en CAO-regelingen
De salarissen in de kinderopvang zijn vastgelegd in de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) kinderopvang. Deze CAO is van toepassing op een groot deel van de sector en stelt duidelijke afspraken vast over salarissen, werkuren en voordelen. De salarissen zijn onderverdeeld in verschillende schalen, afhankelijk van de functie van de medewerker. Zo zit een groepshulp in schaal 3, een pedagogisch medewerker in schaal 6 en een gespecialiseerd pedagogisch medewerker in schaal 7. Iedere schaal bevat meerdere tredes, en elk jaar stijgt het salaris meestal met één trede, zolang de medewerker niet de hoogste trede heeft bereikt.
Bijvoorbeeld: een pedagogisch medewerker in schaal 6 verdient in 2025 tussen €2.641 en €3.630 bruto per maand op basis van een voltijdse werkdruk van 36 uur per week. Deze bedragen zijn afhankelijk van de werkelijke uren en eventuele aanvullende verantwoordelijkheden of opleidingen.
Daarnaast ontvangt een medewerker in de kinderopvang ook extra voordelen zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. In 2025 is de vakantietoeslag 8% van het bruto maandloon, terwijl de eindejaarsuitkering 5,5% bedraagt. Vanaf 1 januari 2026 is de eindejaarsuitkering aangehaald naar 8%, wat het netto-inkomen verder verhoogt.
Netto-inkomen in de kinderopvang
Het netto-inkomen in de kinderopvang is het werkelijke bedrag dat een medewerker op zijn of haar rekening krijgt na aftrek van belastingen, sociale verzekeringen en andere aftrekposten. In de praktijk is het netto-inkomen aanzienlijk lager dan het bruto maandloon. De precieze hoogte van het netto-inkomen hangt af van factoren zoals het aantal uren dat een medewerker werkt, de tredes in de CAO-schaal en eventuele onderhandelingsresultaten.
Een voorbeeld uit de praktijk: een pedagogisch medewerker die 25,5 uur per week werkt en in trede 20 zit, verdient netto ongeveer €1.750 per maand. Dit is een typische situatie voor iemand met ruim 11 jaar ervaring in de sector. Hoewel dit bedrag niet extreem laag is, is het voor velen toch aan de lage kant, vooral gezien de hoge werkdruk en verantwoordelijkheden die horen bij het werk in de kinderopvang.
Daarnaast zijn er ook medewerkers die aangeven dat het netto-inkomen niet altijd evenwichtig is met de tijd die wordt besteed aan het werk. Zo zijn er klachten over onbetaalde reistijd of een gebrek aan structurele ondersteuning. Deze factoren kunnen ervoor zorgen dat het werkelijke inkomensgevoel lager is dan het cijfer op de bankafschriften laat zien.
Onderhandelen over salaris in de kinderopvang
Ondanks dat de CAO kinderopvang duidelijke afspraken maakt over salarissen, zijn er ook mogelijkheden voor onderhandeling. In de huidige tijd van personeelstekort en groeiende vraag naar kinderopvangmedewerkers, is er ruimte voor flexibiliteit. Sommige medewerkers rapporteren dat het mogelijk is om een paar tredes hoger in te zetten, vooral als ze extra kwalificaties of ervaring hebben. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het afronden van een BBL-traject (Beroepsbegeleidende Leerweg) of het behalen van een extra opleiding.
In de praktijk geldt het motto: "Niet geschoten is altijd mis". Wie onderhandelt, heeft immers een kans om het salaris aan te passen aan de persoonlijke situatie. Dit is vooral van toepassing op functies die cruciale verantwoordelijkheden of bijzondere vaardigheden vereisen.
Een voorbeeld: een regiomanager in de kinderopvang, die in schaal 12 zit, kan op basis van 40 uur werken een bruto maandloon hebben tussen €5.227 en €7.220. Naast het maandloon ontvangt deze functie ook een bonusregeling en een korting op kinderopvang. Dit laat zien dat salarissen in hogere functies aanzienlijk hoger kunnen liggen dan in de basisfuncties van de kinderopvang.
Salarissen in vergelijking met andere sectoren
De kinderopvang behoort tot de zorgsector en valt dus binnen de bredere context van cruciale beroepen. Uit onderzoek blijkt dat salarissen in de kinderopvang lager liggen dan in andere educatieve of zorgsectoren. Zo verdienen docenten in het voortgezet onderwijs gemiddeld €17,30 per uur, terwijl kinderopvangmedewerkers gemiddeld rond de €12,10 per uur verdienen.
Hoewel deze cijfers niet direct het netto-inkomen aangeven, geven ze wel een indruk van de relatieve positie van kinderopvang in de salarisschaal. De lage salarissen in de kinderopvang worden vaak genoemd als een reden waarom er een personeelstekort is in de sector. Het is dus van belang dat er aandacht komt voor de financiële wensen van medewerkers, zowel op individueel niveau als op sectorniveau.
Invloed van urenwerking en opleidingen
De urenwerking is een belangrijke factor in het bepalen van het netto-inkomen in de kinderopvang. In de CAO kinderopvang is sprake van een schaal die oploopt met het aantal uren dat een medewerker werkt. Een voltijdse medewerker (36 uur per week) heeft bijvoorbeeld een hoger bruto- en netto-inkomen dan iemand die halfvoltijd werkt.
Daarnaast kunnen opleidingen ook invloed hebben op het salaris. Een medewerker die een BBL-traject volgt, zit bijvoorbeeld in schaal 5, wat een bruto maandloon oplevert tussen €2.517 en €3.374. Hoewel het werken in combinatie met opleidingen minder uren betekent, is het wel een mogelijkheid om de kwalificaties te verbeteren en op lange termijn het salaris te verhogen.
De toekomst van salarissen in de kinderopvang
De CAO kinderopvang loopt van 1 januari 2025 tot 1 januari 2027. In deze periode zijn er regelmatige salarisverhogingen gepland. Zo zijn er afspraken om de salarissen per 1 september 2026 met 1,5% te verhogen. Deze verhoging geldt voor alle schalen en tredes en is bedoeld om het salaris aan te passen aan de inflatie en de groeiende vraag naar kinderopvangmedewerkers.
Daarnaast is er ook aandacht voor de duurzaamheid van de sector. Het personeelstekort in de kinderopvang is al geruime tijd een maatschappelijk probleem, en het is van belang dat er maatregelen worden genomen om medewerkers te behouden en te stimuleren. Dit kan door betere salarissen, betere werkomstandigheden of extra voordelen zoals flexibel werkbeleid of reiskostenvergoedingen.
Conclusie
Het netto-inkomen in de kinderopvang is een belangrijk onderwerp, zowel voor medewerkers als voor werkgevers. Hoewel de CAO kinderopvang duidelijke afspraken maakt over salarissen, is het netto-inkomen in de praktijk vaak aanzienlijk lager dan het bruto maandloon. De precieze hoogte van het netto-inkomen hangt af van factoren zoals het aantal uren, de tredes in de CAO-schaal en eventuele onderhandelingsresultaten.
Hoewel de kinderopvangsector niet bekend staat om hoge salarissen, zijn er wel mogelijkheden voor groei, zowel op individueel niveau als op sectorniveau. De huidige situatie van personeelstekort biedt medewerkers de kans om te onderhandelen en hun inkomens te verbeteren. Het is daarom belangrijk dat zowel medewerkers als werkgevers open staan voor discussies over het salaris en eventuele verbeteringen in de werkomstandigheden.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
