Professionele Inrichting van Kinderopvang: Kiezen voor Veiligheid, Duurzaamheid en Functioneel Meubilair
juli 19, 2025
De kinderopvangsector staat sinds enige tijd in het vizier van beleidsmakers, zowel vanwege haar essentiële rol in het ondersteunen van werknemers met kinderen, als vanwege de groeiende uitdagingen op vlak van kosten, toegankelijkheid en personeelstekort. Tijdens Prinsjesdag 2024 is een aantal maatregelen aangekondigd en uitgelekt, die aandacht verdienen voor hun gevolgen op de kinderopvang en de ouders die erop afhankelijk zijn. In dit artikel bespreken we de belangrijkste ontwikkelingen, met aandacht voor kostenindexering, versoepelingen in de sector, en de bredere impact van het beleid op werknemers en gezinnen.
Kinderopvang is meer dan een hulpmiddel voor ouders die werken. Het vormt een cruciale basis voor kinderen om zich sociaal, cognitief en emotioneel te ontwikkelen in een veilige omgeving. Bovendien draagt goede kinderopvang bij aan de economische participatie van ouders, vooral vrouwen, die vaak verantwoordelijk zijn voor de zorgtaken in het gezin. De toegankelijkheid en betaalbaarheid van kinderopvang zijn daarom essentieel voor een eerlijke maatschappij en een gezonde economie.
Een van de meest besproken onderwerpen rondom de kinderopvang is de indexering van de uurtarieven in de kinderopvangtoeslag. In 2024 is het kabinet Schoof gecriticiseerd omdat het de uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag minder sterk heeft geïndexeerd dan de werkelijke kostenstijging in de sector. Dit heeft geleid tot een groter verschil tussen wat ouders kunnen krijgen in toeslag en de daadwerkelijke kosten die zij op moeten brengen voor kinderopvang.
Bovendien is er in 2025 een ouderwetse korting ingevoerd op de uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag, wat volgens kritische analyses leidt tot een verdere vergroting van het verschil tussen toeslag en daadwerkelijke kosten. Hierdoor wordt de druk op ouders die kinderopvang gebruiken, verder opgeschroefd. De keuze om niet te indexeren in 2026 wordt ook al vooraf gesignaleerd, wat betekent dat ouders in de toekomst steeds meer van hun eigen inkomsten moeten besteden aan kinderopvang.
Deze maatregelen worden gezien als tegenstrijdig met het kabinetsdoel om bestaanszekerheid te bieden. Ondanks dat het kabinet veel aandacht besteedt aan het idee van welvaartsverdeling en ondersteuning van gezinnen, lijkt de praktijk van het beleid dit doel niet te ondersteunen, en zelfs te ondermijnen.
In 2025 is de inkomensgrens voor de kinderopvangtoeslag aangepast. Ouders met inkomens tot ongeveer 159.000 euro per jaar kunnen nu een hogere toeslag ontvangen. Dit is een positieve ontwikkeling, die theoretisch meer ouders in staat stelt om kinderopvang te betalen. Echter, zoals eerder vermeld, wordt dit voordeel grotendeels tenietgedaan door het feit dat de uurtarieven niet voldoende zijn geïndexeerd. Hierdoor blijft het verschil tussen toeslag en daadwerkelijke kosten groeien, wat het gebruik van kinderopvang voor veel ouders minder toegankelijk maakt.
Een belangrijke aankondiging die in de uitgelekte tekst van de troonrede is opgenomen, is dat de kinderopvangtoeslag in 2026 niet langer zal worden geïndexeerd. Dit betekent dat de toeslagtarieven op een vaste waarde blijven, terwijl de kosten in de kinderopvangsector blijven stijgen. Het gevolg hiervan is dat ouders in de toekomst nog meer van hun eigen inkomsten zullen moeten besteden aan kinderopvang.
Dit beleid wordt door kritici gezien als een korte-termijnbesparing die op de lange termijn de toegankelijkheid van kinderopvang verder ondermijnt. Het versterkt ook het idee dat het kabinet geen daadwerkelijke acties ondernemt om de financiële druk op gezinnen te verminderen, ondanks de vaak herhaalde beloften over bestaanszekerheid.
Hoewel de focus van de troonrede op de kinderopvangtoeslag en kostenindexering lag, zijn er ook maatregelen genomen op het vlak van het personeelsaanbod in de kinderopvangsector. De salarisnorm voor expats is verhoogd van € 46.107 naar € 50.436, wat kan leiden tot een toename van het aantal buitenlandse werknemers die bereid zijn te werken in de sector. Dit is een positieve ontwikkeling voor instellingen die worstelen met personeelstekorten.
Daarnaast is de geplande versobering van de expatregeling minder drastisch geworden. In plaats van een stapsgewijze terugbrenging van het belastingvoordeel van 30 naar 10 procent, wordt er nu een aftrekpercentage van 27 procent ingevoerd vanaf 2027. Deze aanpassing helpt om de aantrekkingskracht van Nederland als werknemersland te behouden, wat ook gunstig is voor de kinderopvangsector.
Het kabinet stelt in de troonrede ook aandacht voor de bredere toekomst van de arbeidsmarkt. Ouders en kinderopvanginstellingen zijn hierin een cruciale factor, gezien de rol van kinderopvang in de participatie van ouders in de arbeidsmarkt. Het kabinet wil onderzoeken welke soorten werk in Nederland gewenst zijn, en hoe de arbeidsmarkt zich verhoudt tot arbeidsmigratie. Een van de doelen is om misstanden en uitbuiting van arbeidsmigranten te bestrijden, wat ook van invloed kan zijn op de kinderopvangsector.
Daarnaast benadrukt het kabinet de noodzaak om vertrouwen in de overheid te herstellen, met investeringen in ambtelijk vakmanschap. Dit kan leiden tot betere beleidsvoorbereiding en uitvoering, wat op lange termijn ook positief kan zijn voor beleidsmaatregelen rondom kinderopvang.
De kinderopvangsector staat op dit moment voor een aantal belangrijke uitdagingen. Ondanks het feit dat de inkomensgrens voor de kinderopvangtoeslag is verhoogd, blijft de indexering van de uurtarieven onvoldoende, wat leidt tot een groter verschil tussen toeslag en daadwerkelijke kosten. In 2026 is zelfs een stopteken gezet bij de indexering, wat de toegankelijkheid van kinderopvang voor veel ouders verder beperkt.
Daarnaast zijn er maatregelen genomen die positief kunnen uitwerken voor de sector, zoals de verhoging van de salarisnorm voor expats en een minder drastische versobering van de expatregeling. Deze maatregelen kunnen helpen om het personeelsaanbod in de sector te vergroten.
Het is duidelijk dat de kinderopvang een essentiële rol speelt in de maatschappij, en dat beleid op dit gebied niet alleen de ouders, maar ook de economie en de maatschappelijke cohesie raakt. De komende jaren zullen aantonen of het kabinet Schoof in staat is om de beloften over bestaanszekerheid en welvaartsverdeling om te zetten in concrete acties.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet