Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Hypermobiliteit, gekenmerkt door een grotere bewegingsvrijheid in de gewrichten dan normaal, komt voor bij ongeveer 10% van de bevolking. Dit fenomeen kan zich op verschillende manieren uiten bij kinderen en vereist een zorgvuldige benadering, aangezien het zowel voordelen als uitdagingen met zich mee kan brengen. Dit artikel biedt een overzicht van hypermobiliteit bij kinderen, de mogelijke symptomen, oorzaken, en manieren om kinderen met hypermobiliteit te ondersteunen.
Hypermobiliteit betekent dat de gewrichten van een kind verder kunnen bewegen dan gebruikelijk. Dit wordt veroorzaakt door soepeler bindweefsel, waardoor de gewrichtsbanden en pezen rekbaarder zijn. Bij sommige kinderen is dit een aangeboren eigenschap, terwijl het bij anderen verband kan houden met een onderliggende aandoening, zoals het syndroom van Ehlers-Danlos of het hypermobiliteitssyndroom. Het is belangrijk te benadrukken dat hypermobiliteit niet altijd gepaard gaat met klachten; veel kinderen ondervinden geen negatieve gevolgen van hun grotere beweeglijkheid.
De symptomen van hypermobiliteit kunnen variëren van kind tot kind. Sommige kinderen zijn extreem beweeglijk en kunnen hun gewrichten in ongebruikelijke posities buigen, zoals het aanraken van hun duim aan hun onderarm of het plat op de grond kunnen zetten van hun handen met gestrekte benen. Andere symptomen die kunnen voorkomen zijn:
De oorzaak van hypermobiliteit is niet altijd duidelijk. In sommige gevallen is het een genetische eigenschap die van ouders op kinderen wordt overgedragen. Het komt vaker voor bij vrouwen, jonge mensen en mensen van Aziatische afkomst. Hypermobiliteit kan ook een onderdeel zijn van een onderliggende aandoening, zoals het syndroom van Ehlers-Danlos. Het is belangrijk om te onthouden dat niet iedereen met hypermobiliteit ook symptomen ervaart.
De diagnose hypermobiliteit wordt gesteld aan de hand van een combinatie van het verhaal van het kind en een lichamelijk onderzoek. Artsen en fysiotherapeuten gebruiken vaak de Beighton criteria om de mate van gewrichtsbewegelijkheid te beoordelen. Deze criteria omvatten het testen van de rug, ellebogen, knieën, duimen en pinken op mobiliteit. Er bestaan ook strengere criteria, zoals de criteria van Bulbena, en criteria (Brighton criteria) om het hypermobiliteitssyndroom vast te stellen, waarbij klachten als gevolg van de hypermobiliteit een rol spelen. Een huidbiopt kan in sommige gevallen helpen bij de diagnose van bepaalde vormen van het syndroom van Ehlers-Danlos, maar is meestal niet nodig bij geïsoleerde hypermobiliteit.
Er is geen genezing voor hypermobiliteit, maar er zijn wel manieren om de symptomen te verminderen en kinderen met hypermobiliteit te ondersteunen. De behandeling is gericht op het verbeteren van de spierkracht en stabiliteit, het verminderen van pijn en het voorkomen van blessures.
Kinderen met hypermobiliteit kunnen op school uitdagingen ondervinden. Ze kunnen moeite hebben met langdurig zitten, schrijven of knippen. Het is belangrijk dat leerkrachten zich bewust zijn van deze uitdagingen en de nodige aanpassingen maken. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat ze het kind toestaan om regelmatig te bewegen, een ergonomische stoel aanbieden of extra tijd geven voor taken.
Ondanks de mogelijke uitdagingen kunnen kinderen met hypermobiliteit vaak prima sporten. Het is wel belangrijk om te kiezen voor sporten die de gewrichten niet te veel belasten en om een goede warming-up te doen. Krachttraining en mobiliteitstraining kunnen de belastbaarheid vergroten. Het is essentieel om de juiste techniek te leren en de intensiteit geleidelijk op te bouwen. Sporten zoals ballet, zwemmen en honkbal kunnen zelfs voordelig zijn voor kinderen met hypermobiliteit.
Hypermobiliteit op zich heeft geen invloed op de levensverwachting. Echter, als er sprake is van een onderliggende aandoening, kunnen andere problemen die horen bij deze aandoening wel van invloed zijn op de levensverwachting. Tijdens een zwangerschap kan de beweeglijkheid van de gewrichten toenemen, waardoor vrouwen met hypermobiliteit meer last kunnen hebben van hun hypermobiliteit. Er bestaat een iets grotere kans op een nabloeding na de bevalling.
Door op jonge leeftijd op een goede manier met het lichaam om te gaan, kunnen kinderen met hypermobiliteit voorkomen dat ze klachten gaan krijgen op latere leeftijd. Acceptatie van de hypermobiliteit is heel belangrijk. Het is belangrijk om te erkennen dat niet alles kan en dat er soms keuzes gemaakt moeten worden. Met het ouder worden worden de gewrichten vanzelf iets stijver, waardoor de hypermobiliteit kan afnemen.
Hypermobiliteit is een complexe aandoening die zich op verschillende manieren kan uiten bij kinderen. Hoewel het niet altijd gepaard gaat met klachten, is het belangrijk om de symptomen te herkennen en kinderen met hypermobiliteit de juiste ondersteuning te bieden. Door middel van fysiotherapie, stabiliteitsoefeningen, pijnmanagement en aanpassingen in activiteiten kunnen kinderen met hypermobiliteit een actief en gezond leven leiden. Het is essentieel om naar het kind te luisteren, de hypermobiliteit te accepteren en de focus te leggen op het versterken van de spieren en het beschermen van de gewrichten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet