Koppelen aan het Personenregister Kinderopvang: Wat houders, medewerkers en zzp’ers moeten weten
juli 19, 2025
In de regio Midden-Brabant is de kinderopvangsector een levendig en dynamisch domein dat continu in ontwikkeling is. De vraag naar kwaliteitsvolle kinderopvang blijft groeien, niet alleen vanwege de stijgende geboortecijfers, maar ook vanwege de toename van flexibele werkvormen en de wens van ouders om zich professioneel te ontplooien. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige situatie, aanbod en kwaliteit van de kinderopvang in Midden-Brabant, met een nadruk op de rol van pedagogisch medewerkers, toezicht en de professionalisering van de sector. Het artikel is gebaseerd op recente informatie over de regelgeving, vacatures en toezichtsmaatregelen in de regio Brabant-Zuidoost.
Een essentieel onderdeel van de kinderopvangsector zijn de pedagogisch medewerkers. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorg en begeleiding van kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar, zowel in kinderdagverblijven als in buitenschoolse opvang (BSO). In Midden-Brabant is er een sterke focus op het aanwerven en behouden van goed opgeleide medewerkers die flexibel en betrokken zijn bij kinderen en ouders.
Een vacature van Humankind benadrukt dat pedagogisch medewerkers van nature enthousiast, energiek en betrokken moeten zijn bij kinderen. Bovendien moeten zij zich goed kunnen aanpassen aan verschillende opvanglocaties en groepen. Flexibiliteit is hierin van groot belang, aangezien medewerkers soms tijdelijk inzetbaar zijn bij een zieke collega of een bepaalde BSO. Deze aanpak helpt om de continuïteit van de zorg te waarborgen en het vertrouwen van ouders en kinderen te ondersteunen.
Naast professionele kwaliteiten is er ook een wettelijke eis die vanaf 1 januari 2025 geldt: pedagogisch medewerkers moeten voldoen aan de 3F taaleis. Dit betekent dat zij voldoende taalvaardig zijn om te kunnen communiceren met ouders en kinderen, wat essentieel is voor een veilige en effectieve opvangsituatie.
In de regio Brabant-Zuidoost is er een uniform beleidskader voor toezicht en handhaving in de kinderopvang en peuterspeelzalen. Dit beleidskader is opgesteld om ervoor te zorgen dat alle kinderopvanglocaties aan dezelfde kwaliteitsnormen voldoen, ongeacht de gemeente waarin ze gevestigd zijn. Het beleidsdocument benadrukt dat het doel is om met de 21 gemeenten in de regio tot een consistente werkwijze te komen inzake toezicht en handhaving.
De GGD speelt een centrale rol in het toezicht op kinderopvanglocaties. Zoals uitgebreid beschreven in het beleidskader, wordt jaarlijks een selectie van gastouders geïnspecteerd. Deze inspecties zijn grotendeels gebaseerd op het risicoprofiel van het gastouderbureau en kunnen variëren tussen 5% en 20% van het totaal aantal voorzieningen per gemeente. De inspectiecriteria worden bepaald in overleg tussen de GGD en de gemeente, waardoor er aandacht is voor de specifieke situatie in elke regio.
Bij een niet-gebruikte kinderopvanglocatie kan er sprake zijn van uitschrijving uit het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP). Dit proces start als een locatie drie maanden niet in exploitatie is. Voordat dit gebeurt, wordt de houder van de locatie geïnformeerd en krijgt hij of zij de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Dit is een belangrijk mechanisme om te voorkomen dat lege of ongebruikte locaties in het register blijven staan, terwijl ze feitelijk geen dienst meer verlenen.
Bij de toezichtsactiviteiten wordt ook aandacht besteed aan de kwaliteitsnormen van de opvanglocaties. Een van de belangrijke eisen is de beschikbaarheid van voldoende binnenspeelruimte. Voor zowel kinderdagverblijven als buitenschoolse opvang is er een minimum van 3,5 vierkante meter speelruimte per kind nodig. Bij het niet voldoen aan deze eisen kunnen er boetes van toepassing zijn, afhankelijk van de mate van niet-naleving. Deze boetes variëren tussen € 2.000,- en € 5.500,- per locatie of per ontbrekende ruimte.
Daarnaast wordt er gekeken naar het naleven van de meldcode kindermishandeling. Deze meldcode is een wettelijke verplichting waarmee medewerkers en gastouders verantwoordelijk zijn voor het melden van verdachte situaties. Het beleidskader benadrukt dat zowel medewerkers als gastouders op de hoogte moeten zijn van deze meldcode en weten hoe ze deze moeten toepassen. De GGD controleert regelmatig of deze kennis aanwezig is en of er effectief wordt nageleefd.
Een ander belangrijk aspect is het vierogenprincipe, dat in sommige gevallen wordt ingevoerd om de veiligheid van kinderen te waarborgen. Dit principe houdt in dat bepaalde activiteiten of situaties altijd in aanwezigheid van twee personen worden uitgevoerd. De toezichthouder kan dit principe opleggen als er risico’s zijn op misbruik of als de omstandigheden het aannemen van extra maatregelen vereisen.
Voor wie de droom heeft om een eigen kinderopvanglocatie te starten, is er een duidelijke procedure vastgelegd in de regelgeving. De houder van een kinderopvanglocatie, gastouderbureau of peuterspeelzaal moet een aanvraagformulier indienen bij het college van de gemeente. Deze aanvraag wordt binnen twee weken gecontroleerd op volledigheid. Als er ontbrekende informatie is, wordt de houder geacht deze binnen een hersteltermijn van 14 dagen aan te vullen.
Nadat de aanvraag volledig is, wordt deze samen met een opdracht tot onderzoek naar de GGD gestuurd. De GGD voert vervolgens een inspectie uit en stuurt een rapport naar het college. Op basis van dit rapport beslist het college of de locatie mag starten of niet. Als binnen de tien weken na ontvangst van de aanvraag geen besluit is genomen, wordt de locatie van rechtswege ingeschreven in het LRKP, ook al was het advies negatief. Dit zorgt ervoor dat er geen vertraging optreedt in het proces en dat de houder duidelijkheid krijgt over de mogelijkheid om te openen.
RTC Midden-Brabant speelt een cruciale rol in het ondersteunen van scholen en kinderopvanglocaties bij het beheren van personeelsbezwaren. Zo is er een vervangingspool opgericht voor tijdelijke vervanging bij ziekteverzuim, zwangerschapsverlof of andere afwezigheid. RTC zorgt voor de bemiddeling, planning en matching van geschikte vervangers. Medewerkers die zich willen aansluiten bij de vervangingspool kunnen zich via e-mail melden met hun CV, diploma’s en andere relevante documenten.
Daarnaast werkt RTC Midden-Brabant ook aan het behoud van huidig personeel en het stimuleren van mobiliteit. Het doel is om ervoor te zorgen dat er altijd voldoende leerkrachten en ondersteuners beschikbaar zijn om de kinderopvang en het onderwijs te waarborgen. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan starters, herintreders en zij-instromers, om zo een divers en flexibel team op te bouwen.
Een andere kernaspect die in de kinderopvangsector centraal staat, is de samenwerking met ouders. Pedagogisch medewerkers worden gezien als partners in de opvoeding van kinderen. Ze communiceren regelmatig met ouders over de ontwikkeling van de kinderen, de activiteiten in de opvang en eventuele zorgen of vragen die ouders kunnen hebben. Deze open en transparante communicatie helpt bij het opbouwen van vertrouwen en het creëren van een samenhangende opvoedingsomgeving.
Het beleidskader benadrukt ook de betrokkenheid van ouders bij de toezichtsactiviteiten. Zo kan een ouder bijvoorbeeld een zienswijze indienen als er sprake is van een voorgenomen uitschrijving van een kinderopvanglocatie. Dit betekent dat ouders een actieve rol kunnen spelen in het bepalen van de toekomst van de opvangsituatie van hun kind.
De kinderopvangsector in Midden-Brabant staat vooruit met een duidelijke focus op kwaliteit, veiligheid en professionalisering. De samenwerking tussen gemeenten, de GGD, RTC Midden-Brabant en kinderopvanglocaties draagt bij aan een consistente en betrouwbare opvangsituatie voor kinderen. Door middel van toezicht, toezichtsmaatregelen en professionele ondersteuning wordt er gewerkt aan een kinderopvangsector die niet alleen voldoet aan wettelijke eisen, maar ook aan de verwachtingen van ouders en kinderen.
De professionalisering van pedagogisch medewerkers, het aanhouden van een goed functionerende vervangingspool en de toezichtsactiviteiten vormen samen een stevige basis voor de toekomstige ontwikkeling van de kinderopvang in de regio. Met deze aanpak wordt er gewaarborgd dat kinderen in een veilige, zorgzame en stimulerende omgeving kunnen groeien.
De kinderopvang in Midden-Brabant is gekenmerkt door een sterke focus op kwaliteit, flexibiliteit en samenwerking. Door middel van toezicht, professionalisering en betrokkenheid van ouders wordt er gewerkt aan een betrouwbare en aantrekkelijke opvangsector. Pedagogisch medewerkers vormen de kern van deze sector en worden gesteund bij hun taak door een duidelijke regelgeving en een sterke ondersteuning via organisaties als RTC Midden-Brabant. De toekomst van de kinderopvang in de regio lijkt veelbelovend, mits de huidige ontwikkelingen worden voortgezet en uitgebreid.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet