Kinderopvang in Midden-Brabant: Flexibiliteit, Toezicht en Professionalisering
juli 19, 2025
Inspecties van kinderopvanglocaties zijn van essentieel belang om ervoor te zorgen dat kinderen zich veilig, gezond en ondersteund voelen in hun opvangomgeving. In Nederland is de GGD verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze inspecties in opdracht van de gemeente. Het doel van deze inspecties is om te controleren of kinderopvangorganisaties aan de landelijke kwaliteitseisen voldoen. Na elke inspectie wordt een inspectierapport opgesteld dat openbaar is en voor ouders en professionals toegankelijk is. In dit artikel wordt besproken hoe kinderopvanginspecties werken, wat er tijdens een inspectiebezoek gecontroleerd wordt, wat er met het inspectierapport gebeurt en hoe de kwaliteit van de kinderopvang in de praktijk wordt bewaakt.
Inspecties van kinderopvanglocaties worden uitgevoerd door GGD-inspecteurs die onaangekondigd op bezoek komen. Het doel van deze inspecties is om te beoordelen of de kinderopvang voldoet aan de eisen die zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang. Deze wet stelt eisen op het gebied van pedagogisch beleid, veiligheid, kwalificaties van het personeel, verhouding tussen beroepskrachten en kinderen, inrichting van de locatie en communicatie met ouders.
De inspectie kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de situatie. De meest voorkomende vormen zijn:
Bij elke inspectie wordt beoordeeld of de opvang voldoet aan de landelijke kwaliteitseisen. Daarbij wordt gekeken naar zowel beleidsdocumenten als de praktijk op de locatie. De inspecteur spreekt met het personeel en management en bekijkt de inrichting, veiligheid en pedagogische praktijk.
Tijdens een inspectiebezoek worden verschillende aspecten van de kinderopvang gecontroleerd. Deze aspecten zijn vastgelegd in de landelijke kwaliteitseisen en omvatten onder andere:
Na een inspectie wordt een rapport opgesteld dat openbaar is en voorzien is van een samenvatting die beknopt de inspectieresultaten weergeeft. Deze samenvatting staat bekend als ‘In-één-oogopslag’ en is bedoeld voor ouders die een weloverwogen keuze willen maken over de kinderopvanglocatie voor hun kind. Het volledige rapport is beschikbaar in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK), een centrale database waarin alle kinderopvanglocaties zijn opgenomen.
Het inspectierapport bevat een overzicht van de inspectiebevindingen, eventuele tekortkomingen en eventuele aanbevelingen. Als de kinderopvang niet voldoet aan de landelijke kwaliteitseisen, kan de GGD adviseren dat de gemeente in moet grijpen. In ernstige gevallen kan de gemeente zelfs besluiten om de kinderopvang te verbannen of te sluiten.
De kinderopvangorganisatie heeft de mogelijkheid om op het rapport te reageren. Dit gebeurt meestal voordat het rapport definitief wordt vastgesteld. De organisatie kan uitleg geven over bepaalde bevindingen of aangeven wat er is gedaan om tekortkomingen te verbeteren.
Sinds 1 januari 2022 is er sprake van een flexibilisering van de inspectieactiviteit. Dit betekent dat GGD’en en gemeenten meer autonomie krijgen bij het bepalen van de inhoud van de inspecties. In plaats van dat er jaarlijks vast onderwerpen worden gecontroleerd, kan nu meer aandacht worden besteed aan specifieke thema’s of problemen die relevant zijn voor een bepaalde locatie of gemeente.
Deze verandering is bedoeld om de toezichthoudende activiteiten efficiënter en doelgerichter te maken. De omvang van de inspecties en het aantal onderzoekitems kan variëren per locatie, gemeente of GGD. De kwaliteitseisen zelf blijven echter hetzelfde. Tijdens een overgangsperiode van twee jaar wordt gekeken hoe de nieuwe aanpak werkt. Op basis van de ervaringen kan worden besloten of de flexibilisering permanent wordt ingevoerd.
Een belangrijk onderdeel van de toezichthoudende activiteiten is het mogelijk maken van meldingen. Iedereen – ouders, medewerkers en andere betrokkenen – kan een melding doen bij de GGD als de kwaliteit van de kinderopvang niet voldoet aan de eisen. Meldingen kunnen ook anoniem worden gedaan. Op basis van deze meldingen kan een inspectie worden ingevoerd of de GGD kan kiezen voor overleg met de opvangorganisatie.
De VNG (Vereeniging van Nederlandse Gemeenten) heeft het initiatief genomen om overleg en overreding procedureel te ontwikkelen. Dit houdt in dat de toezichthouder in de periode vóór het opstellen van het inspectierapport in overleg kan treden met de houder van de kinderopvang. Het doel is om lichte overtredingen op korte termijn op te lossen. Overleg houdt een gesprek in waarin de overtreding wordt besproken en overreding houdt in dat de toezichthouder probeert de houder te overtuigen om de tekortkomingen op te lossen.
Sinds 1 maart 2013 is er sprake van continue screening van medewerkers in de kinderopvang. Deze screening is bedoeld om ervoor te zorgen dat medewerkers geen strafbare feiten hebben begaan en dat ze voldoen aan de eisen voor een Verklaring omtrent Gedrag (VOG). Bij continue screening wordt voortdurend gecontroleerd of een medewerker in aanraking komt met Justitie. Als dat het geval is, wordt beoordeeld of de medewerker nog aan de eisen voor een VOG voldoet. Als dit niet het geval is, wordt er een signaal naar GGD en college gestuurd en kan er actie worden ondernomen.
Alle kinderopvangorganisaties die officieel mogen functioneren, staan geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Ouders kunnen alleen in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag als ze gebruik maken van een organisatie die in dit register staat. Dit geldt voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders.
De GGD bezoekt deze locaties elk jaar voor een inspectie. De inspectierapporten van deze locaties zijn openbaar en staan ook in het LRK. Ouders kunnen hier via de samenvattingen van inspecties een weloverwogen keuze maken over de kinderopvanglocatie voor hun kind.
Kinderopvanginspecties en inspectierapporten zijn essentieel om ervoor te zorgen dat kinderen in een veilige, gezonde en ondersteunende omgeving opgroeien. De GGD speelt een centrale rol in het uitvoeren van deze inspecties en het beoordelen van de kwaliteit van de kinderopvang. Tijdens een inspectie wordt gekeken naar verschillende aspecten van de opvang, zoals pedagogisch beleid, kwalificaties van het personeel, veiligheid, inrichting en communicatie met ouders. Na de inspectie wordt een rapport opgesteld dat openbaar is en voorzien is van een samenvatting voor ouders.
De flexibilisering van de inspectieactiviteit biedt GGD’en en gemeenten meer autonomie bij het bepalen van de inhoud van de inspecties. Tijdens een overgangsperiode van twee jaar wordt gekeken hoe deze aanpak werkt. Ook is er sprake van continue screening van medewerkers in de kinderopvang. Dit houdt in dat medewerkers voortdurend worden gecontroleerd op strafbare feiten en of ze voldoen aan de eisen voor een Verklaring omtrent Gedrag.
Meldingen en overleg zijn ook belangrijke onderdelen van de toezichthoudende activiteiten. Iedereen kan een melding doen bij de GGD als de kwaliteit van de kinderopvang niet voldoet aan de eisen. In de periode vóór het opstellen van het inspectierapport kan er overleg zijn met de houder van de kinderopvang om lichte overtredingen op te lossen.
In het kader van de kwaliteit van kinderopvang is het belangrijk dat ouders en professionals goed geïnformeerd zijn over de toezichthoudende activiteiten en het inspectierapport. De Landelijk Register Kinderopvang is een waardevolle bron van informatie voor ouders die een weloverwogen keuze willen maken over de kinderopvanglocatie voor hun kind.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet