Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
Wanneer een ouder tijdelijk of permanent werkloos raakt, ontstaat vaak onzekerheid over de voortzetting van de kinderopvangtoeslag. In de praktijk blijkt dat ouders in bepaalde gevallen nog steeds recht hebben op de toeslag, maar ook dat er beperkingen en verplichtingen zijn. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de regels rondom kinderopvangtoeslag bij werkloosheid. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de algemene situatie in de kinderopvangsector, zoals het aantal werknemers, vacatures en instroom- en uitstroomcijfers.
Als een ouder tijdelijk of permanent werkloos raakt, hoeft de kinderopvangtoeslag niet meteen te stoppen. Uw kind kan gedurende een bepaalde periode blijven genieten van de tegemoetkoming voor kinderopvang. Het is belangrijk om te weten dat u nog 3 maanden na het stoppen van uw werk recht heeft op kinderopvangtoeslag. Deze periode loopt vanaf de 1e van de maand na het einde van het werk. Bijvoorbeeld als uw arbeidscontract eindigt in mei, begint de 3 maandenperiode in juni.
Ondertussen is het verplicht om zo snel mogelijk aan te melden bij de Belastingdienst dat u niet meer werkt. Dit doet u via Mijn Toeslagen door in het zoekvenster 'werken' in te typen en vervolgens 'Ik of mijn partner stopt met werken' te selecteren. Door dit aan te melden, kan de Belastingdienst uw situatie bijwerken en eventueel de voortzetting van de toeslag bepalen.
Als u na de 3 maanden nog uren over hebt – bijvoorbeeld omdat u minder gebruik heeft gemaakt van de uren waarop u recht had – dan mag u deze overige uren tot het einde van het jaar nog opmaken. U hoeft uw kinderopvangtoeslag pas stop te zetten als de 3 maanden voorbij zijn en u alle uren hebt opgemaakt. Het is verstandig om uw toeslag op tijd te stopzetten, bijvoorbeeld een maand van te voren, om te voorkomen dat u later een bedrag terug moet betalen.
Als u binnen de 3 maanden weer aan de slag gaat, bijvoorbeeld door een nieuwe baan, een opleiding of een inburgeringscursus te volgen, hoeft u uw kinderopvangtoeslag niet stop te zetten. U dient echter binnen 4 weken aan te melden bij Mijn Toeslagen dat u in een nieuw traject bent gestart. Hierbij geeft u bijvoorbeeld aan wat uw verwacht jaarinkomen zal zijn. Dit zorgt ervoor dat uw toeslag correct wordt aangepast.
Zwangerschap en werkloosheid kunnen samen voorkomen, bijvoorbeeld als een tijdelijk contract niet wordt verlengd. In dat geval heeft u nog steeds recht op 3 maanden kinderopvangtoeslag. Als u in die periode terecht komt in zwangerschapsverlof of bevallingsverlof, telt deze tijd niet mee voor de 3 maanden. De periode van recht op toeslag begint pas na uw verlof.
Als u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag, maar toch opvang nodig heeft, kunt u kijken of uw gemeente een bijdrage aan de kosten kan leveren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de opvang nodig is vanwege medische of sociale redenen. Het is verstandig om bij uw gemeente aan te vragen welke voorwaarden gelden en of u een alternatieve vergoeding kunt krijgen.
Hoewel dit artikel zich vooral richt op werkloosheid en de invloed op kinderopvangtoeslag, is het ook interessant om een kijkje te nemen in de huidige situatie op de arbeidsmarkt voor kinderopvang. In het tweede kwartaal van 2022 werkten er 117 duizend werknemers in de kinderopvang. Dit aantal is sedert 2010 sterk variërend, met een golfbeweging waarbij het aantal werknemers af en toe krimpt, maar ook groeit.
Deze fluctuaties zijn te zien in de gegevens van de Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2010, het eerste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn, werkten er 96 duizend werknemers in de kinderopvang. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor seizoenseffecten. In 2012 was het aantal werknemers opnieuw gedaald tot ongeveer 96 duizend, wat hetzelfde was als in 2010.
Sinds 2013 is er een duidelijke trend van krimp zichtbaar, die eindigt rond 2016. In 2017 en 2018 zien we weer een stijgende lijn, met een toename tot 88 duizend werknemers in 2018. De cijfers laten zien dat de kinderopvangsector een dynamische arbeidsmarkt heeft, waarin het aantal werknemers jaarlijks varieert.
Een van de belangrijkste kenmerken van de kinderopvangsector is de hoge vacaturegraad. In 2022 was deze hoger dan ooit, wat betekent dat er veel open posities waren die niet snel werden ingevuld. De hoge vacaturegraad is een zorgwekkend signaal voor de sector, aangezien het aangeeft dat er tekorten zijn aan geschikte werknemers.
Naast het hoge aantal vacatures is er ook sprake van veel instroom en uitstroom van werknemers. In 2022 begonnen 33 duizend werknemers in een nieuwe baan binnen de kinderopvang, wat aangeeft dat de sector veel nieuwe werknemers ontvangt. Echter, in hetzelfde jaar vertrokken 27 duizend werknemers naar een andere baan binnen of buiten de sector.
De meeste nieuwe werknemers stromen direct in vanuit opleiding. In 2022 was een derde van de nieuwe werknemers rechtstreeks afkomstig uit opleidingen. Een gelijk aantal had al eerder in de kinderopvang gewerkt, en vijf duizend waren herintreders, dat wil zeggen dat ze eerder in de sector hadden gewerkt en nu weer terugkeren. Daarnaast kwamen er ook 3 duizend werknemers uit andere branches binnen de zorg en welzijn en ongeveer 3 duizend van buiten de sector, zogenaamde zij-instromers.
Ondanks de hoge mate van wisselingen binnen de kinderopvangsector, is het aantal flexwerkers niet hoger dan het nationale gemiddelde. In 2021 werkten er 34 duizend flexwerkers in de kinderopvangsector, wat overeenkomt met 29 procent van de totale werkzame beroepsbevolking in de sector. Dit is vrijwel gelijk aan het percentage flexwerkers in het land als geheel (28 procent).
Naast flexwerkers zijn er ook zzp’ers in de kinderopvangsector. In 2021 werkten er 11 duizend zzp’ers, wat 9 procent van de totale werkzame beroepsbevolking in de sector is. Dit is iets lager dan het nationale gemiddelde van 12 procent zzp’ers.
Wanneer een ouder tijdelijk of permanent werkloos raakt, hoeft de kinderopvangtoeslag niet meteen te stoppen. Ouders hebben in bepaalde gevallen nog 3 maanden recht op tegemoetkoming voor kinderopvang, waarin ze hun uren kunnen opmaken. Het is belangrijk om zo snel mogelijk aan te melden bij de Belastingdienst dat u niet meer werkt en eventueel aan te geven of u binnen de 3 maanden weer aan de slag gaat of een traject start.
Ook de huidige situatie in de kinderopvangsector is van belang. De sector kent hoge vacaturegraad en veel instroom- en uitstroom van werknemers, wat aangeeft dat het een dynamische, maar ook instabiele arbeidsmarkt is. Het aantal flexwerkers en zzp’ers is in lijn met het nationale gemiddelde, wat aantoont dat de sector zich niet uitzonderlijk gedraagt in termen van arbeidsverhoudingen.
Ouders die tijdelijk werkloos raken en hulp nodig hebben met kinderopvang, kunnen ook kijken of hun gemeente een alternatieve bijdrage kan leveren. In sommige gevallen is het mogelijk om financiële hulp te krijgen voor opvang, bijvoorbeeld bij medische of sociale redenen.
Het is verstandig om goed op de hoogte te zijn van de regels rondom kinderopvangtoeslag bij werkloosheid. Door dit te doen, kunt u ervoor zorgen dat uw kind blijft genieten van de nodige opvang, zonder onnodige financiële lasten of administratieve problemen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet