Waterpokken zijn een veelvoorkomende kinderziekte die bijna alle kinderen in Nederland op jonge leeftijd doormaken. Voor ouders en medewerkers in kinderopvanginstellingen is het belangrijk om te weten hoe de ziekte zich ontwikkelt, wanneer een kind besmettelijk is en hoe men dit veilig en verantwoord kan afhandelen binnen de opvang. Dit artikel geeft een overzicht van de symptomen, besmettelijkheid, veiligheid in de opvang en eventuele maatregelen die genomen kunnen worden, op basis van de meest recente en betrouwbare informatie.
Wat zijn waterpokken?
Waterpokken is een besmettelijke vlekjesziekte die wordt veroorzaakt door het varicella-virus. Het is bijna altijd een onschuldige kinderziekte, die vooral op jonge leeftijd voorkomt. Bijna 95% van de kinderen in het Europese deel van Nederland heeft waterpokken voor de leeftijd van zes jaar meegemaakt. De ziekte begint meestal met lichte koorts en hangerigheid, gevolgd door het ontstaan van rode bultjes op de huid. Deze bultjes ontwikkelen zich tot blaasjes die kunnen jeuken. Na enkele dagen drogen deze blaasjes in en vormen korstjes. De gehele ziekte duurt ongeveer tien dagen.
Hoe ontstaat besmettelijkheid?
Waterpokken zijn zeer besmettelijk. De besmettelijkheid begint al 2 dagen voordat de eerste bultjes op de huid verschijnen en duurt tot de meeste blaasjes een korstje hebben gevormd. Besmetting gebeurt vooral via druppeltjes die vrijkomen bij hoesten, niezen of praten. Het virus zit ook in het vocht van de blaasjes en kan via directe huidcontact worden overgedragen.
De ziekte is vooral een probleem voor bepaalde groepen mensen die geen afweer hebben tegen waterpokken, zoals zwangere vrouwen, pasgeborenen en mensen met een verlaagde afweer. Deze personen kunnen ernstig ziek worden als ze in contact komen met iemand die waterpokken heeft.
Mag een kind met waterpokken naar de opvang?
Ja, een kind mag naar de kinderopvang of naar school als het zich goed voelt. Het is echter belangrijk om de opvang of school op de hoogte te brengen van de diagnose. Dit zorgt ervoor dat andere ouders kunnen worden geïnformeerd en eventueel preventieve maatregelen genomen kunnen worden.
Het is aan te raden om een kind met waterpokken niet te laten zwemmen. Het warme water kan de jeuk verergeren en er kan sprake komen van ontstekingen in de wondjes. Buitenactiviteiten zijn in principe wel toegestaan, mits het kind zich goed genoeg voelt.
Wat zijn de richtlijnen voor opvangers?
Als een kind in de groep waterpokken heeft, moeten opvangers zorgvuldig omgaan met kinderen die nog geen waterpokken hebben gehad. Deze kinderen kunnen in de besmettelijke periode van het zieke kind worden geïnfecteerd. Het is verstandig om deze kinderen uit de directe buurt van het zieke kind te houden.
Als er meerdere kinderen met waterpokken in de opvang zijn, kan het zinvol zijn om een deurbriefje te hangen. Dit briefje informeert ouders en verzorgers over de situatie en legt uit wat zij moeten doen. Bijvoorbeeld: of het zinvol is om hun kind thuis te houden of niet. Informatie over waterpokken en de besmettelijke periode wordt op zo’n briefje meestal ook verduidelijkt.
Wat te doen bij contact met waterpokken?
Als een kind in de besmettelijke periode contact heeft gehad met iemand die waterpokken heeft, is het belangrijk om binnen 48 uur contact op te nemen met een behandelend arts of verpleegkundig specialist. Het kind kan dan een injectie met antistoffen krijgen. Deze antistoffen kunnen ervoor zorgen dat de ziekte minder ernstig verloopt of zelfs voorkomen.
Ook bij contact met gordelroos, een heruitbraak van het waterpokkenvirus bij oudere personen, is het belangrijk om dit snel te melden. Het virus kan dan opnieuw actief worden, vooral bij personen met een verlaagde afweer.
Vaccinatie tegen waterpokken
Er is een vaccinatie beschikbaar tegen waterpokken, maar deze zit niet in het Rijksvaccinatieprogramma. Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind te vaccineren, maar dit moet dan zelf worden betaald. De vaccinatie kan vooral zinvol zijn voor kinderen die in contact kunnen komen met zwangere vrouwen of mensen met een verlaagde afweer.
Voor ouders die overwegen om hun kind te vaccineren is het verstandig om te overleggen met een arts of verpleegkundig specialist. Deze kan beoordelen of de vaccinatie noodzakelijk of aanbevolen is op basis van de situatie in de omgeving van het kind.
Wat is de rol van de GGD?
Bij een uitbraak van waterpokken in een kinderopvang of school kan de GGD worden ingeschakeld. Het is belangrijk om de GGD op de hoogte te brengen als er meerdere kinderen in de opvang ziek zijn. De GGD kan dan beoordelen of extra maatregelen nodig zijn en of het nodig is om de situatie te melden aan andere instanties.
Het is ook belangrijk om te weten wanneer een ziekte als waterpokken moet worden gemeld. In de meeste gevallen is dit niet nodig, omdat waterpokken een onschuldige kinderziekte is. Echter, in situaties waarin zwangere vrouwen of mensen met een verlaagde afweer in de omgeving zijn, is het verstandig om extra voorzichtig te zijn.
Tips voor ouders
Ouders kunnen het beste zorgen voor de gezondheid van hun kind door het volgende in gedachten te houden:
- Voorkomen van infectie: Zorg ervoor dat kinderen met waterpokken geen contact maken met zwangere vrouwen of mensen met een verlaagde afweer.
- Hygiëne: Houd de huid van je kind schoon en voorkom wondjes die kunnen ontsteken. Gebruik een anti-jeuk- of verkoelende zalf bij nodig.
- Informatie delen: Informeer opvangers of leerkrachten als je kind waterpokken heeft, zodat ze de situatie correct kunnen afhandelen.
- Vaccinatie overwegen: Denk na over vaccinatie als je kind in een risicogroep terecht kan komen.
- Noodmaatregelen: Bij contact met waterpokken of gordelroos, bel direct een arts of verpleegkundig specialist binnen 48 uur.
Conclusie
Waterpokken zijn een veelvoorkomende kinderziekte die meestal geen ernstige gevolgen heeft. Het is belangrijk dat ouders en opvangers goed geïnformeerd zijn over de symptomen, besmettelijkheid en eventuele maatregelen die genomen kunnen worden. Een kind mag in de meeste gevallen naar de opvang of school als het zich goed voelt, maar het is verstandig om de opvang op de hoogte te brengen. Vaccinatie kan een extra veiligheid bieden, vooral in risicogroepen. Bij twijfel is het verstandig om contact op te nemen met een arts of verpleegkundig specialist. Door samen te werken en goed geïnformeerd te zijn, kan men zorgen voor een veilige en gezonde omgeving voor kinderen in de opvang.