De kosten van kinderopvang zijn een belangrijk onderdeel van het budget van jonge gezinnen in Nederland. Omdat kinderopvang in Nederland voor een deel wordt vergoed door de overheid via de kinderopvangtoeslag, is het belangrijk om te weten hoe deze toeslag werkt en hoe ouders hun eigen bijdrage kunnen berekenen. Daarnaast is het salaris van pedagogische medewerkers in de kinderopvang een onderwerp van betekenis, zowel voor ouders die hun kinderen in opvang brengen als voor professionals in de sector. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de manier waarop kinderopvangkosten worden berekend en hoe deze worden beïnvloed door het inkomen van ouders en de salarissen van medewerkers in de kinderopvang.
Hoe worden kinderopvangkosten berekend?
Kinderopvangkosten in Nederland hangen af van meerdere factoren, waaronder het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en de soort kinderopvang. De overheid ondersteunt ouders via de kinderopvangtoeslag, die een percentage van de totale kosten dekt. Voor ouders die beide werken of een opleiding volgen, is deze toeslag een belangrijk financieel instrument. De toeslag wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin en het aantal uren dat het kind in opvang is. In 2025 is het maximum aantal uren dat wordt vergoed 230 per maand per kind. De hoogte van de toeslag hangt ook af van het uurtarief dat de opvang aanbiedt. Voor kinderdagverblijven is het maximum uurtarief €10,71 per uur, voor buitenschoolse opvang €9,52 en voor gastouderopvang €8,10.
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage aan de kinderopvang. Deze eigen bijdrage hangt af van het inkomen van het gezin. Hoe hoger het inkomen, hoe groter de eigen bijdrage. Voor gezinnen met een lager inkomen is de toeslag dus hoger. In 2023 betaalden ouders gemiddeld €3.210 aan kinderopvang, waarvan €2.690 was gebaseerd op het maximum uurtarief en €520 was aanvullend omdat de uurtariezen hoger waren dan het gemaximeerde tarief. Ongeveer driekwart van de ouders betaalde voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximumprijs.
Het is belangrijk om te weten dat ouders hun kinderopvangkosten kunnen berekenen met behulp van een rekentool of de Toolkit Kinderopvangtoeslag van BOINK. Deze hulpmiddelen rekenen op basis van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren in opvang de maandelijkse kosten en toeslagen uit. Daarnaast is het noodzakelijk om het LRK-nummer van de opvanglocatie, het uurtarief en het aantal opvanguren per maand te kennen om aanvraag te doen voor kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst.
Salarissen in de kinderopvangsector
De salarissen van pedagogische medewerkers in de kinderopvang worden vastgelegd in de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) kinderopvang. Deze CAO loopt vanaf 1 januari 2025 tot 1 januari 2027. De CAO bepaalt de salarisschalen en de manier waarop medewerkers meegroeien in hun salaris. Pedagogische medewerkers zitten in functieschaal 6, terwijl groepshulp in schaal 3 zit en gespecialiseerde pedagogische medewerkers in schaal 7. In functieschaal 6 verdienen pedagogische medewerkers per 1 juli 2025, op basis van een voltijd contract van 36 uur per week, tussen €2.641 en €3.630 bruto per maand. Per 1 september 2026 wordt dit salaris met 1,5% verhoogd.
Naast het maandsalaris ontvangen pedagogische medewerkers ook vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. In de CAO 2025-2026 is een eindejaarsuitkering van 5,5% vastgelegd, die vanaf 1 januari 2026 wordt verhoogd naar 8%. Voor pedagogische medewerkers in opleiding zit in functieschaal 5 en verdient men tussen €2.517 en €3.374 bruto per maand. Deze medewerkers werken vaak minder dan voltijd, omdat ze naast hun werk ook aan een opleiding werken.
De salarissen worden jaarlijks verhoogd met één trede in de salarisschaal, zolang de medewerker niet het maximum bereikt heeft. Dit betekent dat medewerkers in de kinderopvangsector in de loop van hun carrière steeds hogere salarissen kunnen verwachten, mits ze blijven werken in dezelfde functie. Voor ouders die hun kinderen in opvang brengen, is het begrip van deze salarissen niet alleen interessant vanuit een professioneel perspectief, maar ook om inzicht te krijgen in de kosten die in de kinderopvang worden gemaakt.
Invloed van inkomen op kinderopvangkosten
Het inkomen van ouders heeft een directe invloed op de kinderopvangkosten. Omdat de kinderopvangtoeslag afhankelijk is van het inkomen van het gezin, betalen ouders met een hoger inkomen een groter deel van de kosten zelf. In 2023 betaalden ouders gemiddeld 36% van de totale kinderopvangkosten zelf. Dit betekent dat ouders met een hoger inkomen een groter eigen deel moeten dragen van de kosten. Voor gezinnen met meerdere kinderen is de toeslag hoger, omdat er meerdere kinderen in opvang zijn en dus meerdere uren worden vergoed.
Het is belangrijk om te weten dat ouders hun eigen bijdrage kunnen berekenen met behulp van de rekentools die beschikbaar zijn. Deze tools rekenen op basis van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren in opvang de maandelijkse kosten en toeslagen uit. Ouders die een lager inkomen hebben, kunnen hiermee bepalen hoeveel van de kosten wordt vergoed en hoeveel zij zelf moeten betalen. Voor ouders met een hoger inkomen is het ook nuttig om deze berekeningen te maken, omdat ze zo inzicht krijgen in de invloed van hun inkomen op de kinderopvangkosten.
Samenvatting
Kinderopvangkosten in Nederland worden berekend op basis van het inkomen van ouders, het aantal kinderen en het aantal uren in opvang. De overheid ondersteunt ouders via de kinderopvangtoeslag, die een percentage van de totale kosten dekt. Voor ouders die beide werken of een opleiding volgen, is deze toeslag een belangrijk financieel instrument. De toeslag wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin en het aantal uren dat het kind in opvang is. In 2025 is het maximum aantal uren dat wordt vergoed 230 per maand per kind. De hoogte van de toeslag hangt ook af van het uurtarief dat de opvang aanbiedt. Voor kinderdagverblijven is het maximum uurtarief €10,71 per uur, voor buitenschoolse opvang €9,52 en voor gastouderopvang €8,10.
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage aan de kinderopvang. Deze eigen bijdrage hangt af van het inkomen van het gezin. Hoe hoger het inkomen, hoe groter de eigen bijdrage. Voor gezinnen met een lager inkomen is de toeslag dus hoger. In 2023 betaalden ouders gemiddeld €3.210 aan kinderopvang, waarvan €2.690 was gebaseerd op het maximum uurtarief en €520 was aanvullend omdat de uurtariezen hoger waren dan het gemaximeerde tarief. Ongeveer driekwart van de ouders betaalde voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan de maximumprijs.
Het is belangrijk om te weten dat ouders hun kinderopvangkosten kunnen berekenen met behulp van een rekentool of de Toolkit Kinderopvangtoeslag van BOINK. Deze hulpmiddelen rekenen op basis van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren in opvang de maandelijkse kosten en toeslagen uit. Daarnaast is het noodzakelijk om het LRK-nummer van de opvanglocatie, het uurtarief en het aantal opvanguren per maand te kennen om aanvraag te doen voor kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst.
De salarissen van pedagogische medewerkers in de kinderopvangsector worden vastgelegd in de CAO kinderopvang. Deze CAO loopt vanaf 1 januari 2025 tot 1 januari 2027. De CAO bepaalt de salarisschalen en de manier waarop medewerkers meegroeien in hun salaris. Pedagogische medewerkers zitten in functieschaal 6, terwijl groepshulp in schaal 3 zit en gespecialiseerde pedagogische medewerkers in schaal 7. In functieschaal 6 verdienen pedagogische medewerkers per 1 juli 2025, op basis van een voltijd contract van 36 uur per week, tussen €2.641 en €3.630 bruto per maand. Per 1 september 2026 wordt dit salaris met 1,5% verhoogd.
Naast het maandsalaris ontvangen pedagogische medewerkers ook vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. In de CAO 2025-2026 is een eindejaarsuitkering van 5,5% vastgelegd, die vanaf 1 januari 2026 wordt verhoogd naar 8%. Voor pedagogische medewerkers in opleiding zit in functieschaal 5 en verdient men tussen €2.517 en €3.374 bruto per maand. Deze medewerkers werken vaak minder dan voltijd, omdat ze naast hun werk ook aan een opleiding werken.
De salarissen worden jaarlijks verhoogd met één trede in de salarisschaal, zolang de medewerker niet het maximum bereikt heeft. Dit betekent dat medewerkers in de kinderopvangsector in de loop van hun carrière steeds hogere salarissen kunnen verwachten, mits ze blijven werken in dezelfde functie. Voor ouders die hun kinderen in opvang brengen, is het begrip van deze salarissen niet alleen interessant vanuit een professioneel perspectief, maar ook om inzicht te krijgen in de kosten die in de kinderopvang worden gemaakt.
Het inkomen van ouders heeft een directe invloed op de kinderopvangkosten. Omdat de kinderopvangtoeslag afhankelijk is van het inkomen van het gezin, betalen ouders met een hoger inkomen een groter deel van de kosten zelf. In 2023 betaalden ouders gemiddeld 36% van de totale kinderopvangkosten zelf. Dit betekent dat ouders met een hoger inkomen een groter eigen deel moeten dragen van de kosten. Voor gezinnen met meerdere kinderen is de toeslag hoger, omdat er meerdere kinderen in opvang zijn en dus meerdere uren worden vergoed.
Het is belangrijk om te weten dat ouders hun eigen bijdrage kunnen berekenen met behulp van de rekentools die beschikbaar zijn. Deze tools rekenen op basis van het inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren in opvang de maandelijkse kosten en toeslagen uit. Ouders die een lager inkomen hebben, kunnen hiermee bepalen hoeveel van de kosten wordt vergoed en hoeveel zij zelf moeten betalen. Voor ouders met een hoger inkomen is het ook nuttig om deze berekeningen te maken, omdat ze zo inzicht krijgen in de invloed van hun inkomen op de kinderopvangkosten.
