Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvangsector in Nederland is een complexe markt die wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan organisaties, van kleine, lokale bedrijven tot grote, nationale ketens. Deze sector speelt een essentiële rol in de zorg voor jonge kinderen en kinderen in de basisschoolleeftijd, en is daarom van groot belang voor zowel ouders als maatschappij in het algemeen. De structuur van kinderopvangorganisaties, hun groei, samenwerkingen en de rol van commerciële investeerders zijn onderwerpen die de laatste tijd veel aandacht krijgen.
In dit artikel worden de huidige trends, regelgeving en visies op de toekomst van kinderopvangorganisaties in Nederland besproken. De focus ligt op hoe deze organisaties zich positioneren in de markt, de invloed van ruimtelijke beleidsregels en de discussie rondom het betrokken zijn van commerciële partijen in een sector die traditioneel maatschappelijk georiënteerd is.
Kinderopvang in Nederland wordt uitgevoerd in verschillende vormen, zoals dagopvang, buitenschoolse opvang (BSO), gastouderopvang en peuterspeelzalen. Deze vormen vallen onder de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen, die regelgeving en kwaliteitsborging voor de sector bepalen. De wet onderscheidt ook drie schaalniveaus binnen de kinderopvangsector:
Deze schaalniveaus zijn belangrijk voor het ruimtelijke beleid. Kleinschalige opvang, bijvoorbeeld, wordt vaak gezien als een vorm van “bedrijf aan huis” en kan daarom op locaties worden gevestigd die anders niet bedoeld zijn voor kinderopvang. Dit is geregeld in de beleidsnotitie “Beroep en bedrijf aan huis”, die in 2012 vastgesteld werd door het college. Voor grootschalige kinderopvang is vaak een omgevingsvergunning nodig, vooral als het gaat om nieuwe centra in bestaande voorzieningengebieden.
De groei van kinderopvangorganisaties is niet alleen een kwestie van het uitbreiden van het aantal kinderplaatsen, maar ook van het versterken van samenwerkingen en het creëren van een sterke visie. Een voorbeeld hiervan is Samenwerkende Kinderopvang, een netwerk van 16 kleine en middelgrote organisaties die gezamenlijk groeien met lef. Deze organisaties behouden hun eigen identiteit en regionale focus, maar profiteren van gezamenlijke inzet op kwaliteit en efficiëntie.
Binnen dit netwerk werken diverse kinderopvangbedrijven samen, zoals Zo Kinderopvang, Eigen&Wijzer, SamSam, RivaKids en Kinderopvang Babbels. Deze samenwerking is gericht op het creëren van een sterke positie in de markt, zowel voor ouders als voor pedagogisch personeel. Ouders krijgen zo toegang tot een breed aanbod van kwaliteitszorg, terwijl ondernemers de kans krijgen om hun visie uit te voeren binnen een ondersteunend netwerk.
Hoewel samenwerking en groei belangrijk zijn, roept de rol van commerciële investeerders in de kinderopvangsector ook veel discussie op. De ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (BMK) heeft zich openlijk uitgesproken tegen de betrokkenheid van private equity en andere investeerders in de sector. Volgens de BMK zou het uitkering van winst aan aandeelhouders ten koste gaan van kinderen, ouders en de overheid. Het geld dat in kinderopvang wordt besteed, zou volgens de BMK volledig moeten worden geïnvesteerd in de zorg voor kinderen, en niet in het opbouwen van vermogen voor beleggers.
Dit standpunt wordt gedeeld door organisaties die zich op maatschappelijke waarden richten, zoals maatschappelijke kinderopvangbedrijven. Deze organisaties investeren 100% in kinderen en het personeel, zonder winstuitkering aan aandeelhouders. De kritiek is dat commerciële investeerders de kwaliteit van de opvang zouden kunnen ondermijnen, bijvoorbeeld door kosten te drukken of het aantal medewerkers te beperken om winst te maken.
De markt voor kinderopvang in Nederland is grotendeels in handen van een aantal grote organisaties. Volgens de meest recente lijst van de top 100 kinderopvangorganisaties (mei 2024) is Partou de grootste organisatie, met een marktaandeel van 7,53%. Op de tweede plaats staat Humankind met 2,77%, en op de derde plaats Kind & CO Ludens met 2,76%. Deze organisaties combineren zowel KDV- als BSO-kindplaatsen en spelen een centrale rol in de sector.
De groei van deze organisaties vindt niet alleen plaats via het uitbreiden van bestaande locaties, maar ook via fusies en overnames. Babilou Family Nederland, bijvoorbeeld, richt zich op groei via het openen van nieuwe locaties en samenwerkingen met scholen binnen Integrale Kind Centra (IKC). Het bedrijf richt zich op zowel kwaliteit als schaalbaarheid, waarbij het belang van samenwerking tussen verschillende actoren in de sector centraal staat.
Een belangrijk thema in de huidige discussie over kinderopvang is de toekomstvisie van de overheid. Het kabinet heeft het doel om de kinderopvang voor 95% gratis te maken. Dit betekent dat het huidige model, waarin werkgevers en de overheid voor 70% betalen, verandert. Het kabinet benadrukt dat commerciële investeerders geen rol mogen spelen in deze toekomstvisie, omdat het risico bestaat dat winstuitkeringen de kwaliteit van de opvang zouden kunnen ondermijnen.
Maatschappelijke kinderopvangorganisaties zien in deze visie een kans om de sector te versterken. Deze organisaties investeren namelijk volledig in kinderen en werken zonder winstuitkering. Volgens hen is het mogelijk om kinderopvang te organiseren zonder dat commerciële belangen meespelen. Ze stellen dat het geld dat nu verloren gaat aan aandeelhouders, geïnvesteerd zou kunnen worden in de zorg voor kinderen.
De kinderopvangsector in Nederland is gekenmerkt door een diversiteit aan organisaties, van kleine, lokale bedrijven tot grote, nationale ketens. Deze organisaties groeien, samenwerken en streven naar een sterke positie in de markt. Tegelijkertijd ligt de focus op kwaliteit, maatschappelijke verantwoordelijkheid en het creëren van een toekomstvisie die draait om toegankelijkheid en beter zorg voor kinderen.
De discussie over de rol van commerciële investeerders is een belangrijk thema in de sector. Terwijl samenwerking en groei essentieel zijn voor de duurzaamheid van de kinderopvang, is er ook kritiek op de mogelijkheden tot winstuitkering. De visie van de overheid om de kinderopvang voor 95% gratis te maken biedt een kans om de sector te versterken, maar vereist ook duidelijke keuzes over wie er een rol mogen spelen.
In de komende jaren zal de structuur en de toekomst van kinderopvangorganisaties verder evolueren, met een sterke focus op kwaliteit, toegankelijkheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet