Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Kinderopvang is voor velen een essentieel onderdeel van de maandelijkse kosten. Voor ouders die werken, studeren of aan een re-integratiestraat meewerken, is er in Nederland de mogelijkheid om een deel van deze kosten vergoed te krijgen via de kinderopvangtoeslag. Buiten deze toeslag speelt de belastingwetgeving een belangrijke rol bij het aangiften en beheren van kosten en inkomsten. In deze artikel wordt ingegaan op de drie belangrijkste belastingen die betrekking hebben op kinderopvang: Vennootschapsbelasting, Omzetbelasting en Loonbelasting. Ook wordt de kinderopvangtoeslag en haar regelgeving besproken, evenals de specifieke aandachtspunten bij het werken met zzp’ers, de financiering via gemeenten en de betekenis van verduurzaming in de sector.
Voor een kinderopvangorganisatie is het vaak de vraag of deze belastingplichtig is voor vennootschapsbelasting (Vpb). In de praktijk wordt vaak aangenomen dat een stichting automatisch vrijgesteld is van Vpb. Dit is echter niet het geval. Volgens de wet is een stichting belastingplichtig indien en voor zover een onderneming wordt gedreven. De definitie van een onderneming is breed: er moet sprake zijn van een organisatie van kapitaal en arbeid die deelneemt aan het economisch verkeer en een winststreven vertoont. Dit geldt vaak wel, omdat kinderopvangorganisaties in concurrentie staan met andere aanbieders en vaak winst maken, zelfs als deze winst niet direct in geld vertaald wordt.
Daarom is het belangrijk dat kinderopvangorganisaties goed in beeld hebben of ze Vpb-plichtig zijn. Als dat het geval is, is het noodzakelijk om de investeringen en activiteiten correct te melden. Een voorbeeld hiervan is de energie-investeringsaftrek, die een aftrek van 45,5% van het investeringsbedrag toelaat bij investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie. Deze faciliteit kan echter alleen benut worden als de organisatie Vpb-plicht is en de investering tijdig gemeld is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Een ander belangrijk belastingaspect is de omzetbelasting. Kinderopvangorganisaties maken vaak gebruik van zzp’ers om flexibel te kunnen reageren op personeelstekorten. De vraag is dan of deze zzp’ers btw in rekening moeten brengen voor hun werkzaamheden. De rechtsbetrekking tussen de partijen en de aard van de werkzaamheden bepalen of dit het geval is.
In de praktijk is er veel onduidelijkheid over deze regelgeving. De Belastingdienst stelt zich steeds vaker op de positie dat zzp’ers wel btw in rekening moeten brengen, ook als de werkzaamheden aanvankelijk vrijgesteld lijken. Dit heeft financiële gevolgen, omdat het het kostenplafond verhoogt. Zowel de kinderopvangorganisatie als de zzp’er willen vaak geen btw in rekening brengen, maar het risico op naheffingen maakt dit lastig. Het is daarom belangrijk dat deze zaken goed worden afgesproken en duidelijk geregeld.
De loonbelasting speelt een rol bij het aangiften van inkomsten van personeel en vrijwilligers. In de kinderopvangsector is het gebruik van vrijwilligers een bekende praktijk, vooral in maatschappelijk georiënteerde instellingen. De loonbelasting hangt af van de rechtsvorm van de organisatie en de aard van de werkzaamheden. Het is daarom belangrijk om goed te weten wat fiscaal verplicht is en wat niet.
De kinderopvangtoeslag is bedoeld voor ouders die werken, studeren, aan een inburgeringscursus meedoen of een re-integratiestraat volgen. Deze toeslag is een percentage van de maximumuurprijs van kinderopvang. Per kind kunnen ouders maximaal 230 uur per maand aan kinderopvangtoeslag ontvangen. De exacte hoogte van de toeslag hangt af van het inkomen, het aantal kinderen en het type opvang. De overheid stelt deze regelgeving jaarlijks opnieuw vast.
Ouders betalen altijd een eigen bijdrage na aftrek van de toeslag. De Belastingdienst is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de toeslag. Ouders kunnen via de Belastingdienst controleren of ze recht hebben op toeslag, een proefberekening doen en een aanvraag indienen. In sommige gevallen betaalt de gemeente (een deel van) de kosten van de kinderopvang. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij voorschoolse educatie (VE) of peuteraanbod, waarbij kinderen extra ondersteuning krijgen bij het ontwikkelingsproces.
De aanvraagprocedure voor kinderopvangtoeslag begint op de eerste van de maand waarin de aanvraag bij de Belastingdienst wordt ingediend. De toeslag kan alleen worden verstrekt voor uren die nodig zijn voor werk, studie of inburgering en voor uren waarop de ouders wettelijk recht hebben. Als ouders meer uren gebruiken dan het wettelijke maximum, zijn deze uren volledig voor hun rekening.
Daarnaast geldt er een maximumuurprijs, die voor 2013 als volgt was:
Als de opvanginstelling een hoger tarief berekent, is er in principe geen vergoeding mogelijk voor deze extra kosten.
In de kinderopvangsector is er in de afgelopen jaren een toenemende aandacht voor verduurzaming. Initiatieven zoals De Groene Agenda Kinderopvang werken aan een duurzame toekomst voor de sector, waarbij brancheorganisaties, belangenverenigingen en kinderopvangorganisaties samenwerken. Deze agenda bevat onder andere het gebruik van energiebesparende middelen en duurzame energiebronnen.
Een belangrijke fiscale faciliteit bij verduurzaming is de energie-investeringsaftrek, die toelaat tot een aftrek van 45,5% van het investeringsbedrag. Deze aftrek is echter alleen toegestaan als de organisatie Vpb-plicht is. In de praktijk wordt vaak vergeten dat deze investeringen moeten worden gemeld bij de RVO binnen drie maanden na het aangaan van een verplichting. Dit is belangrijk om het voordeel daadwerkelijk te kunnen verzilveren in de aangifte van vennootschapsbelasting.
Voor ouders die hun kind in een buitenlandse kinderopvang laten opvangen, gelden specifieke regels. In sommige gevallen zijn deze voorzieningen gelijkgesteld met Nederlandse kinderopvang. Dit geldt momenteel alleen voor kinderopvang in België en Duitsland. Deze voorzieningen moeten in het bezit zijn van een voorgeschreven bewijsstuk, dat de Belastingdienst kan vragen bij een aanvraag voor kinderopvangtoeslag.
Als de kinderopvangvoorziening geen bewijsstuk heeft, dan valt de voorziening niet onder een gelijkgestelde categorie en is er een aanvraag voor opname in het register buitenlandse kinderopvang nodig. Voor ouders die kinderopvangtoeslag willen ontvangen, is het daarom belangrijk om zorgvuldig te controleren of de opvanginstelling aan de wettelijke eisen voldoet.
Een specifieke vorm van kinderopvang is voorschoolse educatie (VVE), die bedoeld is om jonge kinderen voor te bereiden op de basisschool. Deze educatie is gericht op kinderen die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand. De peuteraanbod is een vergelijkbare vorm van ondersteuning voor kinderen die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag of VVE. Deze aanbieding is vaak gesubsidieerd door de gemeente en biedt een aantal korte dagdelen per week.
De Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een andere vorm van ondersteuning voor kinderen met ontwikkelingsproblemen. Ook hier speelt de gemeente een rol in de financiering en het beheren van de opvang. Ouders die ondersteuning nodig hebben bij het aanvragen van toeslagen of het invullen van papieren, kunnen terecht bij Stroomopwaarts, een organisatie die hulp verleent bij administratieve zaken.
Kinderopvang is voor velen een essentieel onderdeel van het dagelijks leven en de maandelijkse budgettering. De regelgeving rondom belastingen en toeslagen speelt daarom een belangrijke rol. Voor kinderopvangorganisaties is het belangrijk om goed in beeld te hebben of ze vennootschapsbelastingplichtig zijn, hoe de btw-regels van toepassing zijn en hoe loonbelastingen moeten worden aangiften. Voor ouders is het belangrijk om te weten dat de kinderopvangtoeslag beschikbaar is en hoe deze moet worden aangevraagd.
Bij het werken met zzp’ers, verduurzaming en buitenlandse opvanginstellingen is er extra aandacht nodig voor de fiscale regelgeving. In de kinderopvangsector is er bovendien een toenemende aandacht voor voorschoolse educatie en sociale voorzieningen, die helpen bij de ontwikkeling van jonge kinderen. Voor ouders, verpleegders en kinderopvangorganisaties is het daarom belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de regelgeving en de beschikbare faciliteiten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet