Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
De kinderopvang in Nederland is een essentieel onderdeel van het maatschappelijke stelsel en speelt een centrale rol in de balans tussen werk en zorg voor kinderen. Het aantal kinderen dat tegelijkertijd in kinderopvang kan zijn, hangt af van verschillende factoren, waaronder het type opvang, de leeftijd van de kinderen en de ruimtelijke voorwaarden. In deze artikel wordt ingegaan op de wettelijke en beleidsmatige richtlijnen die het aantal kinderen in kinderopvang bepalen, met een nadruk op gastouderopvang, kleinschalige en grootschalige kinderopvangcentra en de ruimtelijke regels die van toepassing zijn.
In de Nederlandse kinderopvang is het aantal kinderen dat tegelijkertijd kan worden opgenomen beperkt en afhankelijk van het type opvang. De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk stelt duidelijke regels op in dit opzicht.
Gastouderopvang is een vorm van kinderopvang waarin kinderen worden opgevangen in de woning van een gastouder of bij een vraagouder. Een gastouder mag maximaal 6 kinderen van 0 tot 13 jaar gelijktijdig opvangen, inclusief eigen kinderen onder de 10 jaar. De verdeling van het aantal kinderen op basis van leeftijd is als volgt:
Daarnaast mag een gastouder op verschillende adressen kinderen opvangen: op het woonadres van de gastouder zelf en op het woonadres van een vraagouder. Bijvoorbeeld, op maandag kan een kind opgevangen worden bij de gastouder thuis, en op dinsdag bij de woonplaats van een vraagouder.
De GGD controleert jaarlijks gastouderbureaus en een deel van de gastouders steekproefsgewijs. Deze controles zijn meestal onaangekondigd en zijn bedoeld om te garanderen dat de kwaliteit en veiligheid van de opvang aan de wettelijke eisen voldoen.
Naast gastouderopvang zijn er ook kleinschalige, middelgrote en grootschalige kinderopvangcentra. Deze vormen van opvang worden geregeld op basis van het aantal kinderen dat tegelijkertijd kan worden opgevangen:
Deze groepsgrootten zijn ook bepalend voor de ruimtelijke vereisten. Zo moet bij een kleinschalige kinderopvang voldoende binnen- en buitenspeelruimte zijn afgestemd op het aantal kinderen en hun leeftijd. Voor middelgrote en grootschalige opvang gelden extra ruimtelijke voorwaarden, zoals minimaal 3,5 m² bruto oppervlakte per kind in de groepsruimte en minimaal 3 m² buitenspeelruimte per kind.
De ruimtelijke beleidsregels voor kinderopvang zijn verankerd in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Deze wet bepaalt niet alleen de kwaliteit en kostenverdeling, maar ook de ruimtelijke aspecten van de opvang. Kinderopvang moet aan het bestemmingsplan van een gemeente voldoen of planologisch geregeld worden.
Kinderopvang past in beginsel niet in de woonbestemming zoals die in de huidige bestemmingsplannen is geregeld. Dit geldt voor gastouderopvang, BSO (buitenschoolse opvang) en dagopvang. Voor kleinschalige kinderopvang (tot 8 kinderen) en gastouderopvang (tot 6 kinderen) geldt dat deze activiteiten als beroep of bedrijf aan huis worden aangemerkt. Deze regeling is verankerd in de beleidsnotitie “Beroep en bedrijf aan huis”, die op 1 mei 2012 is vastgesteld door het college.
Bijvoorbeeld, in voorzieningengebieden zoals Kruisboog en Weteringhoek is kinderopvang reeds geregeld bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Voor de vestiging van nieuwe kinderopvangcentra in deze gebieden kan een omgevingsvergunning worden aangevraagd. Bij deze procedure is het belangrijk om aandacht te besteden aan de verkeerssituatie en andere ruimtelijke aspecten.
In de praktijk zijn er verschillende statistieken beschikbaar over het aantal kinderen in kinderopvang in Nederland. Het CBS heeft in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) cijfers opgesteld over het aantal kinderen in kinderopvang tussen 2015 en 2023. Deze data zijn uitgesplitst per leeftijd van het kind en per type opvang.
Deze statistieken geven een duidelijk beeld van de groei en verandering in het aantal kinderen dat gebruikmaakt van kinderopvang in Nederland. Voor 2023 zijn de cijfers voorlopig, omdat de data nog niet volledig zijn verwerkt. Deze cijfers kunnen helpen om beleid en plannen te sturen, zowel op nationaal als op lokaal niveau.
De beleidsnotitie "Beroep en bedrijf aan huis" speelt een belangrijke rol in de regulering van kleinschalige kinderopvang. Deze beleidslijn is gericht op het faciliteren van beroepen en bedrijven die in de woning van de eigenaar of op een locatie van een vraagouder worden uitgeoefend. Voor gastouderopvang en kleinschalige kinderopvang geldt dat deze activiteiten als beroep of bedrijf aan huis worden aangemerkt. Dit betekent dat deze vormen van opvang in beginsel geen omgevingsvergunning nodig hebben, mits aan de wettelijke eisen is voldaan.
In sommige gevallen is een afwijkingsprocedure nodig, bijvoorbeeld als er sprake is van een bestemmingsplan waarin kinderopvang niet expliciet geregeld is. In dergelijke gevallen kan een aanvraag worden gedaan bij de gemeente om toestemming te verkrijgen voor het starten van een kinderopvangactiviteit.
Als iemand aan de eisen voor gastouderopvang voldoet, moet het gastouderbureau een aanvraag tot exploitatie indienen bij de gemeente. Bij deze aanvraag moeten de volgende documenten worden ingediend:
Zodra de aanvraag is geaccepteerd, wordt de gastouder geregistreerd in het Landelijk Register Kwaliteitsvraagstukken (LRKP). Dit register houdt een overzicht bij van alle gastouders die aan de wettelijke eisen voldoen en officieel zijn geregistreerd.
Het aantal kinderen dat in kinderopvang kan worden opgevangen is sterk bepaald door wettelijke regels, beleidslijnen en ruimtelijke aspecten. Deze regels verschillen per type opvang, leeftijd van de kinderen en locatie. Gastouderopvang, kleinschalige kinderopvang en grootschalige centra hebben elk hun eigen eisen en beperkingen. Door deze regels te volgen, wordt gezorgd voor een veilige en kwalitatief goede opvang voor kinderen in Nederland.
Bij het plannen van kinderopvangactiviteiten is het belangrijk om rekening te houden met zowel de wettelijke eisen als de ruimtelijke voorwaarden. De regering en gemeenten werken samen om ervoor te zorgen dat er voldoende kinderopvang beschikbaar is voor alle kinderen in Nederland. Dit is van groot belang voor zowel de ouders als voor de kinderen zelf, omdat het draagt bij aan een duurzame en maatschappelijk stabiele toekomst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet