In 2025 zijn er belangrijke veranderingen op komst in de regeling van de kinderopvangtoeslag. Voor ouders die hun kinderen in professionele kinderopvang plaatsen, is het belangrijk om te begrijpen hoe het inkomensniveau en de regels van de toeslag elkaar beïnvloeden. De veranderingen kunnen leiden tot een aanzienlijke verlaging van de kosten, vooral voor gezinnen met een beperkt of gemiddeld inkomen. Deze artikel biedt een overzicht van de huidige situatie, de veranderingen vanaf 2025 en de administratieve verplichtingen die ouders moeten kennen.
Aanpassing kinderopvangtoeslag in 2025
Voor gezinnen met een inkomen tussen ongeveer €29.400 en €159.200 wordt in 2025 een groter deel van de kinderopvangkosten vergoed. Voor gezinnen met een inkomen tot €47.403 wordt het vergoedingspercentage zelfs verhoogd naar 96%, zowel voor het eerste als het tweede kind. Tot 2025 kreeg alleen een deel van de laagste inkomens deze hoogste vergoedingspercentage. Deze wijziging betekent dat het opvangen van kinderen in de kinderopvang voor een groter aantal gezinnen aanzienlijk goedkoper wordt.
Een voorbeeld: een gezin met een inkomen van €45.000 dat in 2024 87,3% van de kosten vergoed kreeg, ontvangt in 2025 een vergoeding van 96%. Dit verschil kan voor veel gezinnen leiden tot een aanzienlijke verlaging van de netto kosten per maand. Het exacte percentage vergoeding hangt af van het gezamenlijk inkomen en wordt bepaald met behulp van de toeslagtabel van de Belastingdienst.
Inkomensnormen en toeslagberekening
De inkomensnormen voor kinderopvangtoeslag zijn vanaf 1 juli 2020 aangepast en zijn jaarlijks geïndexeerd. De normen zijn afhankelijk van de leeftijd van de ouder. Voor ouders die 21 jaar of ouder zijn, maar jonger zijn dan de pensioengerechtigde leeftijd, gelden de volgende inkomensnormen:
| Categorie | 100% inkomensnorm | 150% inkomensnorm |
|---|---|---|
| Ouder 21+ | €1.006,08 | €1.509,12 |
| Ouder 21+ | €1.437,25 | €2.155,88 |
Voor jongeren tussen 18 en 21 jaar gelden de volgende normen:
| Categorie | 100% inkomensnorm | 150% inkomensnorm |
|---|---|---|
| 18-21 jaar | €248,37 | €372,56 |
| 18-21 jaar | €784,19 | €1.176,29 |
| 18-21 jaar | €1.254,45 | €1.881,68 |
Deze inkomensnormen zijn belangrijk om te bepalen of een ouder in aanmerking komt voor een volledige of gedeeltelijke toeslag. Het maandinkomen dat in rekening wordt gebracht, is het netto inkomen uit arbeid, winst, uitkering, partneralimentatie en pensioen. Inkomsten uit vakantiegeld, heffingskortingen en toeslagen zoals huur- of zorgtoeslag tellen niet mee.
Administratieve verplichtingen voor ouders
Ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, moeten rekening houden met een aantal administratieve verplichtingen. Zo moeten wijzigingen in het inkomen of in de situatie van de woning aan het dagelijks bestuur worden gemeld. Dit geldt bijvoorbeeld bij aankoop of verkoop van een woning, aangezien dit het toetsingsinkomen kan beïnvloeden en daarmee ook de hoogte van de toeslag.
Daarnaast moet de ouder 4 keer per jaar (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober) gegevens aanleveren bij het Inlichtingenbureau via de Belastingdienst. Deze gegevens zijn belangrijk om de correcte toeslagbedragen te bepalen. Bij wijziging van de situatie, zoals het einde van de kinderopvang, dient de administratie dit te registreren om ervoor te zorgen dat de juiste gegevens worden doorgegeven aan de Belastingdienst.
Ouders die behoren tot een specifieke doelgroep, zoals ouders in een re-integratietraject of inburgeraars met een uitkering, moeten een zogenaamde "Verklaring doelgroepouder" afgeven. Deze verklaring dient op verzoek van de Belastingdienst ter controle en bevat informatie over de situatie van het gezin.
Maximum aantal uren en maximale uurprijs
De toeslag voor kinderopvang is niet gelijk aan de totale gemaakte kosten. Er is altijd een eigen bijdrage van de ouder. Bovendien geldt een maximum aantal uren waarvoor toeslag kan worden aangevraagd. Voor ouders die in een re-integratietraject zitten, is maximaal recht op 230 uur kinderopvangtoeslag per maand per kind. Als een ouder minder uren gebruikt, kunnen de resterende uren in het jaar nog worden gebruikt.
Voor werkende ouders met een aanvullende uitkering gelden de volgende regels:
- Dagopvang en gastouderopvang: maximaal 140% van het aantal gewerkte uren (maximaal 230 uur per maand per kind)
- Buitenschoolse opvang: maximaal 70% van het aantal gewerkte uren (maximaal 230 uur per maand per kind)
Bij huwelijk of samenwonen wordt het aantal uren bepaald op basis van de partner die het minste aantal uren werkt.
Daarnaast geldt een maximum uurprijs voor de vergoeding van de kinderopvangtoeslag:
- Dagopvang: €6,46 per uur
- Buitenschoolse opvang: €6,02 per uur
- Gastouderopvang: €5,17 per uur
Voor kosten boven deze maximumuurprijs is geen toeslag mogelijk.
Aanvragen van kinderopvangtoeslag
Kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Het bedrag dat een ouder ontvangt, is afhankelijk van het gezamenlijk inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren opvang per kind. Voor een indicatie van het bedrag dat ontvangen kan worden, kan gebruik worden gemaakt van de toeslagtabel van de Belastingdienst. In deze tabel staan de toeslagpercentages en de maximale uurprijs waarop de toeslag wordt berekend.
Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van een rekentool om een indicatie te krijgen van de kosten. Deze tool is bedoeld voor informatieve doeleinden en geeft geen recht op de berekende uitkomsten. Het is daarom belangrijk om de officiële berekeningen van de Belastingdienst te volgen bij het aanvragen van toeslag.
Toeslag van de gemeente
Ouders die een voorschoolse educatie-indicatie (VE-indicatie) of een sociaal-medische indicatie (SMI) hebben, kunnen ook rekenen op een toeslag van de gemeente. Deze toeslag is eveneens inkomensafhankelijk en wordt bepaald op basis van het gezamenlijk inkomen. Ouders die in aanmerking komen voor deze toeslag moeten dit aangeven bij SKRS, die vervolgens voor zowel de kinderopvangtoeslag als de gemeentelijke toeslag zorgt.
Conclusie
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke maatregel die de financiële druk op ouders verlicht. In 2025 worden de regels aangepast, waardoor een groter aantal gezinnen profiteert van een hogere vergoeding. De hoogte van de toeslag hangt af van het gezamenlijk inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren opvang. Ouders moeten rekening houden met een aantal administratieve verplichtingen, zoals het melden van wijzigingen in het inkomen en het afgeven van specifieke verklaringen.
Bij het aanvragen van de toeslag is het belangrijk om de officiële tabellen en berekeningen van de Belastingdienst te gebruiken. De maximale uurprijs en het maximum aantal uren waarop de toeslag kan worden aangevraagd, zijn ook belangrijke factoren in de berekening. Voor ouders die in aanmerking komen voor een gemeentelijke toeslag is het eveneens belangrijk om dit aan SKRS te melden.
Met deze informatie kunnen ouders beter inschatten welke kosten zij per maand kunnen rekenen en hoe ze deze kunnen verminderen via de beschikbare toezeggingen.
