Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
In de kinderopvang is het van groot belang om infectieziekten op vroegtijdige wijze te herkennen, te melden en te voorkomen. Ziekteverwekkers verspreiden zich snel in een collectieve opvangsetting, waar kinderen dicht op elkaar leven en veel contact hebben met elkaar. De Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), samen met GGD-diensten, heeft richtlijnen en maatregelen ontwikkeld om de verspreiding van infectieziekten te beperken en te voorkomen. In dit artikel worden de belangrijkste hygiënische maatregelen, meldingsplichten en preventieve stappen beschreven die relevant zijn voor kinderopvanginstellingen.
Ziekteverwekkers kunnen op verschillende manieren verspreiden, zoals via handen, voedsel, water, oppervlakken en via direct contact met dieren of mensen. In de kinderopvang is het daarom essentieel om hygiëne als centraal bouwsteen in te zetten. De RIVM benadrukt op haar website het belang van handhygiëne, schoonmaak en persoonlijke hygiëne als maatregelen om infectieziekten te voorkomen.
Een van de belangrijkste hygiënemaatregelen is het regelmatig wassen van de handen. Dit geldt zowel voor kinderen als voor medewerkers. Bijvoorbeeld voorafgaand aan het eten, na het gebruik van de wc, of na het aanraken van oppervlakken die vaak gebruikt worden, zoals deurklinken of speelgoed. Ook is het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met kunstnagels of nagellak, aangezien onder deze nagels ziekteverwekkers kunnen blijven hangen. Daarom wordt aangeraden om geen nagelbedekking te gebruiken in de kinderopvang.
Schoonmaak en desinfecteren zijn essentiële onderdelen van hygiënebeleid in de kinderopvang. Schoonmaak verwijst naar het verwijderen van stof en vuil, terwijl desinfecteren gericht is op het doden van ziekteverwekkers. Het is belangrijk om deze stappen correct uit te voeren, zodat ziekteverwekkers niet worden verspreid.
Een aantal richtlijnen voor het schoonmaken zijn: - Gebruik hygiëneproducten die geschikt zijn voor het doden van micro-organismen. - Houd rekening met de juiste technieken, zoals het dweilen van vloeren of het stofzuigen van oppervlakken. - Zorg dat schoonmaakmaterialen en -middelen op de juiste manier worden gebruikt en opgeborgen.
Wanneer er bijvoorbeeld bloed of braaksel aanwezig is, is het raadzaam om handschoenen te dragen. Dit is een maatregel om zowel de persoon die schoonmaakt als andere personen te beschermen tegen eventuele besmetting.
Volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) is het wettelijk verplicht om bepaalde infectieziekten te melden bij de GGD. Dit geldt voor ziekten die mogelijk infectieus zijn en snel verspreiden kunnen. In de praktijk betreft het vaak ziektes zoals maag-darmproblemen, geelzucht, schurft, huiduitslagen en andere aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard.
Als in een kinderopvang twee of meer kinderen of volwassenen binnen een korte tijd ziek worden met vergelijkbare klachten, is het verplicht om contact op te nemen met de GGD in de regio. In dergelijke gevallen kan het gaan om een uitbraak van een infectieziekte, wat snel moet worden ingeperkt om andere personen te besmetten.
Professionals die werken in de kinderopvang of in zorginstellingen kunnen meldingsplichtige ziektes melden via e-mail, zorgmail of telefonisch. Tijdens kantoortijden kan contact worden opgenomen met de dienstdoende verpleegkundige van de GGD. Als de melding niet tot de volgende werkdag kan wachten, is het ook mogelijk om buiten kantoortijden telefonisch contact op te nemen.
Bij het melden van een infectieziekte dient het volgende informatiepakket gereed te zijn: - Naam, adres, geboortedatum, Burgerservicenummer en geslacht van de betrokkene. - Beschrijving van de klachten en eventueel een diagnose. - Informatie over mogelijke contactpersonen of uitbreidingen van de ziekte.
De GGD kan vervolgens advies geven over aanvullende stappen, zoals de toepassing van preventieve maatregelen of het melden van verdere gevalen. Het is belangrijk om snel en correct te handelen, zodat infectieziekten niet verder verspreiden.
In agrarische kinderopvanginstellingen is het risico op infectieziekten groter, aangezien kinderen en medewerkers vaker in contact komen met dieren. Ziekteverwekkers kunnen via direct contact, zoals het aaien van dieren, of indirect via mest of stallingsplaatsen worden overgedragen. Daarom is het essentieel om hygiënemaatregelen te nemen bij het omgaan met dieren.
De GGD biedt een keurmerk voor dierhouders die mensen ontvangen, zoals agrarische kinderopvangen of kinderboerderijen. Dit keurmerk, het Keurmerk Zoönosen, garandeert dat de dierenhouder hygiënische normen naleeft en adequate maatregelen heeft genomen om de verspreiding van ziekteverwekkers te beperken.
Bij dierenverblijfplaatsen gelden specifieke hygiënische normen om infectieziekten te voorkomen. Deze normen omvatten: - Het zorgvuldig schoonmaken van stallen en verblijfplaatsen. - Het beperken van direct contact met dieren, waar mogelijk. - Het gebruik van persoonlijke hygiëne, zoals handwassen na het contact met dieren of hun omgeving.
Het RIVM en de Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland bieden aanvullende informatie over het omgaan met zoönosen en hygiënemaatregelen in agrarische kinderopvang.
Om medewerkers in de kinderopvang goed te informeren over infectieziekten en hygiëne, heeft het RIVM een speciale website ontwikkeld: KIDDI. Op deze website vind je informatie over: - Infectieziekten bij kinderen en de symptomen. - De juiste maatregelen bij een ziekte, inclusief wanneer een melding bij de GGD nodig is. - Hygiënemaatregelen die in de praktijk worden toegepast.
KIDDI is een waardevolle bron voor kinderopvangmedewerkers die dagelijks met kinderen werken en zich bewust willen zijn van de te nemen stappen bij een eventuele infectie. De website bevat ook voorbeelden van deurbriefjes die kunnen worden gebruikt om ouders te informeren over een mogelijke uitbraak van een ziekte.
Het RIVM heeft ook deurbriefjes ontwikkeld die in de kinderopvang kunnen worden gebruikt om ouders en verzorgers op de hoogte te brengen van een eventuele infectieziekte. Deze briefjes bevatten informatie over wat ouders kunnen doen om de verspreiding van ziektes te beperken en of het zinvol is om kinderen thuis te houden.
Een voorbeeld van zo’n deurbriefje is het briefje voor buikgriep. Hierin staat duidelijk beschreven wat ouders moeten doen, zoals het regelmatig wassen van handen en het overleg met de huisarts bij verdere klachten. Het briefje geeft ook aan wanneer het zinvol is om kinderen thuis te houden, bijvoorbeeld zolang de klachten aanhouden.
Het is belangrijk om vooraf contact op te nemen met de GGD voordat het deurbriefje wordt geplaatst. De GGD kan dan adviseren over eventuele aanvullende maatregelen en extra informatie toesturen.
Niet alleen dieren, maar ook insecten zoals ratten, muizen, kakkerlakken en duiven kunnen ziekteverwekkers overbrengen. Daarom zijn hygiënische maatregelen ook van toepassing op de preventie van dierplagen. Deze maatregelen omvatten: - Het afsluiten van kieren en gaten in gebouwen om insecten en dieren buiten te houden. - Het goed opslaan van voedsel in afsluitbare bakken. - Het regelmatig schoonmaken van oppervlakken en ruimtes.
De GGD en RIVM adviseren om technische, hygiënische en bedrijfsmatige maatregelen te combineren om dierplagen en de verspreiding van infectieziekten effectief te beperken.
Infectieziekten in de kinderopvang vormen een belangrijk gezondheidsrisico, maar kunnen effectief worden voorkomen door het toepassen van hygiënemaatregelen, het juist melden van ziektes bij de GGD en het informeren van ouders en medewerkers. De RIVM, GGD en andere instanties bieden uitgebreide richtlijnen en hulpmiddelen om dit te faciliteren, zoals de KIDDI-website en deurbriefjes. Door deze richtlijnen consequent in te zetten, kan de verspreiding van infectieziekten in de kinderopvang worden ingeperkt en de gezondheid van kinderen en medewerkers worden beschermd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet