Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
Vaccinaties spelen een essentiële rol in het beschermen van kinderen tegen ernstige ziekten. In Nederland is de vaccinatiegraad in de afgelopen jaren sterk gedaald, met als gevolg dat de immuniteit van de bevolking onder de veiligheidsdrempel dreigt te zakken. Daarom is er in de politiek een opkomende discussie over een eventuele verplichte vaccinatie in kinderopvanginstellingen. In dit artikel wordt ingegaan op het wetsvoorstel van VVD en D66, de standpunten van verschillende partijen en experts, en de ethiek achter het toelaten of weigeren van niet-gevaccineerde kinderen in de kinderopvang.
Momenteel mogen kinderopvangcentra zelf bepalen of ze kinderen die niet zijn ingeënt, toelaten of weigeren. Dit gebeurt op basis van eigen beleid. Het wetsvoorstel dat op 24 mei 2022 in de Tweede Kamer is goedgekeurd, en in de Eerste Kamer is verworpen, wil dit anders. Het voorstel is opnieuw ingediend door VVD en D66, waarin wordt gesteld dat kinderopvanginstellingen niet-gevaccineerde kinderen mogen weigeren als de landelijke vaccinatiegraad onder de 92 procent komt. Dit is een drempel die volgens de politiek nodig is om een voldoende collectieve immuniteit te garanderen.
Het wetsvoorstel is genoemd als ‘Bevorderen keuzemogelijkheid tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het Rijksvaccinatieprogramma’. Het doel is om ouders de keuze te geven om kinderopvangcentra te kiezen die wel of niet kinderen toelaten die niet volledig zijn ingeënt. Dit zou bijvoorbeeld ouders met jonge kinderen, die nog niet volledig zijn ingeënt, helpen bij het vinden van een veilige opvangplek.
Het wetsvoorstel is ingediend door VVD en D66, met als doel de vaccinatiegraad te verhogen en kinderen te beschermen tegen ziektes zoals mazelen, kinkhoest en difterie. De huidige vaccinatiegraad ligt onder de 90 procent, wat volgens de politiek een te lage drempel is voor een veilige collectieve immuniteit. De partijen benadrukken dat jonge kinderen, die nog niet volledig zijn ingeënt, in de kinderopvang extra kwetsbaar zijn en dat een wetsvoorstel hierbij een oplossing biedt.
In het voorstel wordt ook aandacht besteed aan de verplichting voor medewerkers in de kinderopvang om gevolgd te worden door de standaard vaccinaties zoals de mazelen, kinkhoest, rodehond en bof. Dit is bedoeld om de veiligheid van kinderen te verhogen, omdat medewerkers ook kunnen fungeren als drager van ziekten.
Het wetsvoorstel heeft ook ethische en praktische kwesties opgeleverd. Volgens sommige experts en organisaties is het niet wenselijk dat kinderopvanginstellingen verantwoordelijk worden gemaakt voor het toelaten of weigeren van kinderen. Annelies Zoomers, directeur-bestuurder van SKOS Haarlem, zegt dat de kinderopvang geen handhaversrol moet spelen. Volgens haar is het aan de overheid om inenten verplicht te stellen, als de risico’s van niet inenten te groot worden. De kinderopvang, zo stelt ze, moet zich richten op het bieden van kwalitatieve opvang en niet op het beoordelen van gezondheidskeuzes van ouders.
Roland Pierik, rechtsfilosoof en lid van de vaccinatiecommissie van de Gezondheidsraad, vindt het voorstel halfslachtig. Hij pleit voor een verplichte vaccinatie voor alle kinderen die naar de kinderopvang gaan. Hij ziet een risico dat er een tweedeling ontstaat tussen kinderopvangcentra die wel en niet-gevaccineerde kinderen toelaten. Dit kan leiden tot een concentratie van niet-gevaccineerde kinderen in bepaalde instellingen, wat het risico op epidemieën verhoogt.
Een ander belangrijk thema in het debat is transparantie. Volgens het wetsvoorstel zou het wenselijk zijn dat kinderopvanginstellingen duidelijk maken of ze kinderen toelaten die niet volledig zijn ingeënt. Dit zou ouders helpen bij het maken van een keuze over de juiste opvangplek. Dit is vooral belangrijk voor ouders van jonge kinderen, die nog niet volledig zijn ingeënt, en voor ouders van kinderen die om medische redenen niet ingeënt kunnen worden.
Er zijn ook vragen over de juridische en privacyaspecten van dit voorstel. Er wordt gespeculeerd over of het verzoek om vaccinatieinformatie van ouders in het kader van de AVG-regelgeving wel mag plaatsvinden. Daarnaast is het onduidelijk hoe de informatie over niet-gevaccineerde kinderen kan worden gedeeld of gebruikt.
De discussie over een verplichte vaccinatie in de kinderopvang is niet nieuw. In landen als Frankrijk, Italië en Australië zijn soortgelijke regels al van kracht, en heeft dat geleid tot een toename van de vaccinatiegraad. In Nederland is het wetsvoorstel nog in de maak en moet het nog worden goed gekozen door de Eerste Kamer. Het voorstel is vrijgegeven voor commentaar van ouders, artsen en andere belanghebbenden, zodat er een breed debat over kan plaatsvinden.
Een verplichte vaccinatie is volgens VVD en D66 een haalbare manier om de collectieve immuniteit te verhogen en kinderen te beschermen. Aan de andere kant is er ook een sterke groep van ouders en experts die geloven in de vrijheid om te kiezen of men wel of niet wil inenten. Zij stellen dat er voldoende wetenschappelijke onderzoek nodig is voordat er besluiten worden genomen over verplichte vaccinaties.
In het debat over vaccinatie in de kinderopvang komt ook de vraag naar voren wie verantwoordelijk is voor het wel of niet inenten van kinderen. Volgens de huidige situatie ligt de keuze bij de ouders. Maar als de risico’s van het niet inenten maatschappelijk te groot worden, ligt het volgens sommigen de overheid om in te grijpen en inenten verplicht te stellen.
Het is belangrijk om te benadrukken dat ouders een cruciale rol spelen in het besluitvormingsproces rondom vaccinaties. Ze zijn verantwoordelijk voor de gezondheid van hun kind en moeten op basis van betrouwbare informatie en advies beslissen. Het wetsvoorstel probeert de ouders hierbij te ondersteunen door hen de keuze te geven om kinderopvangcentra te kiezen die wel of niet kinderen toelaten die niet volledig zijn ingeënt.
De discussie over vaccinatieplicht in de kinderopvang is ingewikkeld en raakt zowel ethische, praktische als politieke kwesties aan. Het wetsvoorstel dat is ingediend door VVD en D66 probeert een oplossing te bieden voor de daling van de vaccinatiegraad in Nederland. Het voorstel stelt dat kinderopvanginstellingen niet-gevaccineerde kinderen mogen weigeren als de landelijke vaccinatiegraad onder de 92 procent komt. Dit zou ouders de keuze geven om een veilige opvangplek te kiezen voor hun kinderen.
Toch is het voorstel niet zonder kritiek. Veel experts en organisaties stellen dat de kinderopvang geen handhaversrol moet spelen en dat de verantwoordelijkheid voor vaccinatie ligt bij de ouders of de overheid. Daarnaast is er ook een sterke groep van ouders die geloven in de vrijheid om te kiezen of men wel of niet wil inenten. Het is belangrijk dat er voldoende wetenschappelijke onderzoek en transparantie zijn in deze discussie, zodat ouders goed ingelicht kunnen worden over de keuzes die zij maken.
Tot slot is het wetsvoorstel nog in de maak en moet het nog worden goed gekozen door de Eerste Kamer. Het is duidelijk dat er een brede discussie nodig is over de rol van vaccinaties in de kinderopvang, en hoe ouders, kinderopvanginstellingen en de overheid samen kunnen werken om kinderen te beschermen tegen ziekten.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet