logo kinderopvang lappelein heerenveen 350

klachtenvrij 2019klachtenvrij 2020klachtenvrij 2021klachtenvrij 2022

Kinderopvang Lappelein
Kinderopvang Lappelein
Kleinschalige kinderopvang in Heerenveen

Huisvesting voor kinderopvang: samenwerking, juridische aspecten en praktische richtlijnen

De huisvesting van kinderopvang is een complexe, maar essentiële onderdeel van de organisatie van kinderopvang in Nederland. Zowel voor kinderopvangorganisaties als voor gemeenten en onderwijsinstellingen draagt de keuze voor een bepaalde vorm van huisvesting belangrijke juridische, financiële en praktische gevolgen. In dit artikel worden de verschillende opties voor gezamenlijke huisvesting van kinderopvang en onderwijs besproken, inclusief de voordelen en uitdagingen van deze samenwerking. Daarnaast worden de specifieke regelgeving en beleidsrichtlijnen voor kleinschalige, middelgrote en grootschalige opvanggevallen belicht, met een focus op praktische richtlijnen en best practices.

Gezamenlijke huisvesting: samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs

De gezamenlijke huisvesting van kinderopvang en onderwijs is een strategische keuze die vaak genomen wordt in de context van ruimtelijke planning. Deze samenwerking kan zowel bij nieuwbouw als bij bestaande gebouwen tot stand komen. In de praktijk zijn er verschillende scenario’s die mogelijk zijn, afhankelijk van wie de bouw financiert en wie juridisch eigenaar is van de ruimtes.

Nieuwbouwscenario’s

Bij nieuwbouw zijn er vijf mogelijke scenario’s, waarvan er twee het meest gebruikelijk zijn. De gemeente kan bijvoorbeeld de volledige bouw financieren, wat betekent dat zij ook haar wettelijke taak inzake onderwijshuisvesting vervult. In dit geval kan de gemeente kiezen om het volledige juridische eigendom van het gebouw aan de onderwijsinstelling over te dragen, of een kadastrale splitsing te maken. Bij de kadastrale splitsing wordt het schooldeel juridisch eigendom van de onderwijsinstelling, terwijl de ruimtes voor kinderopvang in eigendom blijven bij de gemeente.

Bij de eerste variant treedt de onderwijsinstelling op als verhuurder aan de kinderopvangorganisatie. Beide partijen sluiten een huurovereenkomst af, waarin de huursom bestaat uit een vergoeding voor investering en exploitatiekosten. De onderwijsinstelling betaalt de investeringsvergoeding door aan de gemeente. Aangezien onderwijsinstellingen in de regel geen recht hebben om te investeren, is het noodzakelijk dat zij met de gemeente een huurovereenkomst sluiten waarin bijvoorbeeld risico’s rond leegstand worden afgedekt.

Bij de tweede variant huurt de kinderopvangorganisatie rechtstreeks van de gemeente. Afhankelijk van de afspraken kan er ook een vergoeding voor exploitatiekosten aan de gemeente of de onderwijsinstelling worden betaald. Door de kadastrale splitsing is het noodzakelijk dat een Vereniging van Eigenaars (VvE) wordt opgericht, waarin zowel de gemeente als de onderwijsinstelling lid zijn. Deze VvE is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het gebouw.

Bestaande bouw

Het is ook mogelijk dat kinderopvangorganisaties gebruik maken van bestaande onderwijshuisvesting, bijvoorbeeld in leegstaande ruimtes van schoolgebouwen. In dit geval is toestemming van de gemeente vereist, en is er vaak geen investering nodig. Een belangrijk voordeel is dat in deze situatie in principe geen sprake is van huurbescherming. De gemeente heeft economisch claimrecht en kan de ruimtes opeisen. Daarom is het belangrijk dat betrokken partijen een stabiele invulling van het gebouw zoeken en het gesprek voeren over de toekomstige inrichting.

In de praktijk is het echter ook mogelijk om scenario’s te ontwikkelen waarbij huurbescherming wel wordt geboden, of waarbij de positie van de kinderopvang wordt versterkt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er sprake is van een langdurige huurovereenkomst of als de kinderopvangorganisatie financieel betrokken is bij de renovatie van de ruimtes.

Financiële aspecten en uitdagingen

Een belangrijk nadeel van gezamenlijke huisvesting is de financiële uitdaging. Veel kinderopvangorganisaties hebben moeite met het financieren van eigen ruimtes, vooral wanneer het gaat om nieuwbouw. Externe financiering is niet altijd mogelijk of komt vaak voor op ongunstige voorwaarden. Daarom is gezamenlijke huisvesting die direct bij nieuwbouw wordt gerealiseerd, vaak financieel niet haalbaar voor kinderopvangorganisaties.

Daarnaast is er een juridisch verschil tussen de rol van gemeenten en kinderopvangorganisaties. Hoewel gemeenten geen wettelijke plicht hebben om ruimtes voor kinderopvang te realiseren, kunnen zij dit wel in hun huisvestingsplan opnemen. In de praktijk is het dus belangrijk dat kinderopvangorganisaties hun positie opeisen aan de gesprekstafel, om te komen tot strategisch huisvestingsbeleid.

Kleinschalige, middelgrote en grootschalige kinderopvang

Naast gezamenlijke huisvesting zijn er ook verschillende richtlijnen en regelgeving voor kleinschalige, middelgrote en grootschalige kinderopvanggevallen. Deze richtlijnen bepalen waar en hoe kinderopvanggevallen gevestigd kunnen worden, en welke ruimtelijke impact dit heeft.

Kleinschalige kinderopvang

Voor kleinschalige kinderopvang (tot maximaal 6 kinderen voor gastouderopvang en tot maximaal 6 kinderen voor buitenschoolse opvang en kinderopvang) geldt dat deze als beroep of bedrijf aan huis worden aangemerkt. Deze regelgeving is verankerd in de beleidsnotitie “Beroep en bedrijf aan huis”, die op 1 mei 2012 is vastgesteld. Kleinschalige kinderopvanggevallen kunnen daarom in woonwijken worden gevestigd, mits de ruimtelijke voorwaarden en de omgevingsvergunning worden gerespecteerd.

Middelgrote en grootschalige kinderopvang

Voor middelgrote (tussen 6 en 30 kinderen) en grootschalige kinderopvang zijn er specifieke voorzieningengebieden waar deze gevestigd kunnen worden. In de voorzieningengebieden Kruisboog en Weteringhoek is het bijvoorbeeld mogelijk om middel- en grootschalige kinderopvang te vestigen. Deze gebieden zijn in het bestemmingsplan vastgelegd en zijn daarom specifiek ingericht voor dit doel.

Een nieuw ruimtelijk beleid zorgt ervoor dat ook in het zogenaamde 3e voorzieningengebied, tussen Amsterdam-Rijnkanaal en Meerpaal, middel- en grootschalige kinderopvang een plek kan krijgen. Dit betekent dat gemeenten en kinderopvangorganisaties meer flexibiliteit krijgen in de locaties waar kinderopvang kan worden gevestigd, mits de voorwaarden van de omgevingsvergunning worden nageleefd.

Praktische richtlijnen en best practices

Om conflicten te voorkomen en samenwerking te bevorderen, zijn er een aantal praktische richtlijnen en best practices die kinderopvangorganisaties, gemeenten en onderwijsinstellingen kunnen volgen.

Blauwdrukken voor gezamenlijke huisvesting

Een belangrijke aanbeveling is om een blauwdruk te ontwikkelen voor gezamenlijke huisvesting, waarin de juridische uitgangspunten en samenwerkingsvormen zijn uitgewerkt. Hoewel elk project uniek is, is het verstandig om in de praktijk niet steeds opnieuw hetzelfde proces door te lopen. Door een standaardiserde blauwdruk op te stellen, kunnen gemeenten, onderwijsinstellingen en kinderopvangorganisaties sneller tot een akkoord komen en het juridische kader duidelijk maken.

Transparantie en helderheid

Transparantie en helderheid zijn essentieel bij gezamenlijke huisvesting. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen duidelijk weten wie verantwoordelijk is voor welk deel van de samenwerking. Dit betreft niet alleen het juridische kader, maar ook de financiële verantwoordelijkheden en het beheer van de ruimtes. Door heldere afspraken te maken, kunnen mogelijke problemen voorkomen worden.

Samenwerking op lange termijn

Samenwerking tussen kinderopvangorganisaties en gemeenten moet niet alleen gericht zijn op de realisatie van een project, maar ook op het beheer en de toekomstige ontwikkeling van het gebouw. Het is daarom verstandig om samen te zoeken naar een langdurige invulling van de ruimtes, waarin de wensen van zowel de kinderopvangorganisatie als de onderwijsinstelling worden betrokken.

Conclusie

De huisvesting van kinderopvang is een belangrijk aspect van de organisatie van kinderopvang in Nederland. Zowel gezamenlijke huisvesting van kinderopvang en onderwijs als de vestiging van kleinschalige, middelgrote en grootschalige kinderopvanggevallen hebben specifieke juridische, financiële en praktische gevolgen. Het is daarom belangrijk dat kinderopvangorganisaties, gemeenten en onderwijsinstellingen samenwerken, om tot duurzame en juridisch verantwoorde oplossingen te komen. Door heldere afspraken, transparantie en het gebruik van best practices, kan gezamenlijke huisvesting een succesvolle en duurzame optie worden voor kinderopvang in Nederland.

Bronnen

  1. Kinderopvangtotaal.nl - Gezamenlijke huisvesting onderwijs en kinderopvang
  2. Lokale regelgeving - CVDR303307

Gerelateerde berichten

Een nieuwe locatie!

Vanaf maandag 11 december 2017 is Kinderopvang Lappelein te vinden op deze prachtige nieuwe locatie:

Kinderopvang Lappelein
Commandeurstraat 17
8442 AT Heerenveen
0513- 436658
06-13810429
[email protected]

Openingstijden

De openingstijden liggen tussen 6.30 uur en 19.00 uur.

In het nieuws

Nieuwe gevel voor BSO

nieuwe gevel bso lappeleinVorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.

Lees meer …

14 september: dag van de pedagogisch medewerker

dag van de pedagogisch medewerker 2022

Vandaag de dag van de pedagogisch medewerker. Denk u er even over na om deze kanjers in het zonnetje te zetten.

Lees meer …

Vier grote bakken appels uit eigen tuin!

appels uit eigen tuin
Gisteren met de kinderen alle appels van de bomen geplukt. Het zijn er weer onwijs veel, vier grote bakken vol.

Lees meer …


Kinderopvang Lappelein Erkend Leerbedrijf

Kinderopvang Lappelein is sinds april 2017 een erkend SBB leerbedrijf

Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet

 

 

Tarieven