Hygiëne en gezondheidsmanagement in de kinderopvang: richtlijnen en praktische maatregelen

In de kinderopvang is het belangrijk om een veilige en hygiënische omgeving te creëren, zowel voor de kinderen als voor de medewerkers. Kinderen hebben immers vaak medische zorg nodig tijdens hun verblijf en het is cruciaal dat beroepskrachten weten hoe zij hygiënisch en veilig kunnen handelen. Hygiëne speelt een centrale rol in de voorkoming van infectieziektes en het beheersen van risico’s in een dagelijkse kinderopvangscontext. In deze artikel wordt ingegaan op diverse aspecten van hygiëne en gezondheidsmanagement in de kinderopvang, zoals het gebruik van thermometers, wondverzorging, schoonmaak en desinfecteren, het omgaan met sieraden en nagels, en maatregelen tegen dierplagen.

Hygiënisch omgaan met thermometers en wondverzorging

Een thermometer die door meerdere mensen wordt gebruikt, kan ziektes verspreiden. Daarom is het van belang dat thermometers hygiënisch worden gebruikt. Bij het meten van de lichaamstemperatuur dient men aandacht te besteden aan de reinheid van het apparaat. Na gebruik dient het gereinigd te worden volgens de hygiënenormen die in de richtlijnen zijn opgenomen. Deze normen helpen om de verspreiding van ziekteverwekkers te beperken.

Wanneer een kind een wond heeft, is het essentieel om infectie te voorkomen. In bloed of wondvocht kunnen virussen zoals het hepatitis B- of C-virus of het HIV-virus aanwezig zijn. Daarom is het van belang dat medewerkers hygiënisch werken bij wondverzorging. Thuisarts.nl is een bron die informatie biedt over gezondheid en ziekte, waaronder wondverzorging. De richtlijnen bepalen hoe medewerkers zich moeten gedragen bij het verzorgen van wonden en welke hygiënemaatregelen van toepassing zijn.

Schoonmaken en desinfecteren

Schoonmaken is het verwijderen van stof en vuil, bijvoorbeeld door te stofzuigen of te dweilen. Hiermee worden ook ziekteverwekkers verwijderd en wordt de kans op ziekte verkleind. Desinfecteren betekent het doden van ziekteverwekkers door het gebruik van een desinfectiemiddel. Het is belangrijk dat schoonmaakregels en -technieken correct worden uitgevoerd, want anders kunnen ziekteverwekkers achterblijven en verspreid worden. Bij het schoonmaken is het belangrijk om aan te houden dat men zich aan de hygiënenormen houdt.

Het omgaan met schoonmaakmaterialen en -middelen moet ook goed gebeuren. Medewerkers moeten weten hoe ze deze middelen veilig gebruiken en opslaan. Dit voorkomt niet alleen schade aan oppervlakken, maar ook mogelijke verbrandingen of andere schadelijke effecten. In de richtlijnen zijn tips opgenomen die helpen bij het veilig omgaan met schoonmaakmiddelen.

Hygiëne en sieraden, nagels en handen

Sieraden zoals horloges, armbanden en ringen kunnen ziekteverwekkers vasthouden. Bij risicohandelingen is het belangrijk om geen sieraden te dragen. Risicohandelingen zijn bijvoorbeeld het bereiden en geven van voedsel, het verschonen van luiers, het helpen van een kind bij het afvegen na het toilet gebruiken of het verzorgen van een bloedende wond. In deze gevallen is er een grote kans op het in aanraking komen met of uitwisselen van lichaamsvloeistoffen zoals ontlasting, urine en bloed. Deze vloeistoffen kunnen ziekteverwekkers bevatten. Daarom is het belangrijk dat medewerkers geen sieraden dragen tijdens dergelijke handelingen.

In de kinderopvang wordt er gewerkt met jonge kinderen, die kwetsbaar zijn voor infectieziektes. Het immuunsysteem van kinderen is nog in ontwikkeling en daardoor is de verspreiding van ziekteverwekkers gemakkelijk. Een belangrijke route van verspreiding is via de handen. Daarom is goede handhygiëne van medewerkers van groot belang. Dit geldt niet alleen ter bescherming van de kinderen, maar ook van de medewerkers zelf.

Tandenpoetsen en afvalverwerking

In sommige kinderopvangsorganisaties wordt tijdens het verblijf van kinderen de tanden van de kinderen gepoetsen. Om de verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen via de tandenborstels, zijn er hygiënenormen opgesteld. Deze normen zorgen ervoor dat tandenborstels hygiënisch worden gebruikt en bewaard. Het is belangrijk dat tandenborstels niet gedeeld worden en dat ze na gebruik correct worden opgeruimd.

Afval kan een bron van ziekteverwekkers zijn en ook ongewenste dieren aantrekken. Voorbeelden van afval zijn etensresten, oud papier en verpakkingsmaterialen van voedingsmiddelen. Het is belangrijk dat afval correct wordt opgeruimd en weggebracht. Hygiënenormen voor afvalverwerping zijn opgenomen in de richtlijnen en geven aan hoe medewerkers zich moeten gedragen bij het omgaan met afval.

Wasgoed en beddengoed

Vuile was kan besmet zijn met ziekteverwekkers. Het wasgoed kan zelf worden gewassen of door een wasserij. Het is belangrijk dat vuile was correct wordt opgeruimd en bewaard tot het wordt gewassen. In de richtlijnen zijn hygiënenormen opgenomen die aangeven hoe medewerkers zich moeten gedragen bij het omgaan met wasgoed.

Via bedden en beddengoed kunnen ziekteverwekkers worden verspreid. Daarom is het belangrijk om de bedden en het gebruikte beddengoed van de kinderen schoon te houden. Hygiënenormen voor beddengoed zijn opgenomen in de richtlijnen en geven aan hoe medewerkers zich moeten gedragen bij het omgaan met beddengoed.

Dieren en dierplagen

Dieren en insecten kunnen mensen besmetten met infectieziektes. Ratten, muizen, insecten, duiven en kakkerlakken zijn voorbeelden van dieren die niet alleen overlast en schade geven, maar ook infectieziektes kunnen overdragen. De te nemen maatregelen zijn onder te verdelen in technisch-bouwkundige maatregelen, hygiënische maatregelen en bedrijfsmatige maatregelen. Hygiënische maatregelen zijn bijvoorbeeld goed schoonmaken en het bewaren van eten in afsluitbare bakken of potten.

Teken komen in het hele land voor en kunnen ziektes overbrengen zoals de ziekte van Lyme. Het is belangrijk om te weten hoe men zich kan beschermen tegen tekenbeten. Op de RIVM-pagina Tekenbeten staat meer advies over het voorkomen van tekenbeten of wat te doen bij een tekenbeet. Ook hoofdluis is een bekende dierplaag in de kinderopvang. Op de RIVM-pagina Hoofdluis vind je meer informatie over hoofdluis en manieren om hoofdluis te bestrijden.

Agrarische kinderopvang

Een agrarische kinderopvang is een opvanglocatie met dieren, waarbij kinderen vaker in contact komen met dieren en dus een groter risico lopen op infectieziektes. Het oplopen van een infectieziekte via de dieren kan op verschillende manieren gebeuren, zoals via direct contact (bijvoorbeeld knuffelen of het verzorgen van de dieren), indirect contact via de mest of stallingsplaatsen van de dieren of via voedselresten van de dieren. Het is belangrijk om hygiënemaatregelen te nemen om besmetting met zoönosen te beperken.

Het GD Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft het keurmerk Zoönosen opgesteld voor dierhouders waarbij dieren contact hebben met mensen. Dit is bijvoorbeeld een kinder-, zorg of activiteitenboerderij, een agrarische kinderopvang of een manege. Zie voor meer informatie ook de website van de Vereniging Samenwerkende Kinderboerderijen Nederland.

Hygiëne in de praktijk

Het hygiënisch werken op de dierenverblijfplaatsen is belangrijk om de verspreiding van ziekteverwekkers zo klein mogelijk te houden. Hiervoor gelden specifieke normen die in de richtlijnen zijn opgenomen. Deze normen geven aan hoe medewerkers zich moeten gedragen bij het omgaan met dierenverblijfplaatsen. Persoonlijke hygiëne van kinderen en beroepskrachten is ook belangrijk in de agrarische kinderopvang.

Meldingsplicht bij de GGD

Op basis van artikel 26 van de Wet publieke gezondheid (Wpg) dienen kindercentra een melding te maken bij de GGD als er zieken zijn met maag-darmproblemen, geelzucht, schurft, huiduitslag of andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard. Informatie over de meldingsplicht is te vinden via Artikel 26-meldingen Wpg-instellingen. Soms kan een ziekteverwekker zorgen voor meerdere zieke mensen in een korte tijd, ook wel een uitbraak genaamd. Als twee of meer volwassenen of kinderen ziek worden in korte tijd, raadpleeg dan altijd de GGD in de regio. Neem ook bij twijfel contact op met de GGD.

Op de RIVM-pagina Hygiëne is meer informatie te vinden over het belang van hygiëne om een infectieziekte te voorkomen. Een illustratie met een overzicht van de belangrijkste hygiënische maatregelen voor thuis of op werk kun je hier downloaden. Het RIVM heeft ook een handige website ontwikkeld voor medewerkers in de kinderopvang. Deze heet KIDDI. Hier vind je informatie over infectieziektes bij kinderen, te treffen maatregelen en dagelijkse hygiëne. Ook vind je hier wanneer een infectieziekte gemeld moet worden bij de GGD.

Conclusie

Hygiëne en gezondheidsmanagement in de kinderopvang zijn essentieel voor de voorkoming van infectieziektes en het beheersen van risico’s. Medewerkers en beroepskrachten moeten zich aan hygiënenormen houden en weten hoe ze hygiënisch en veilig kunnen handelen. In de richtlijnen zijn hygiënenormen en tips opgenomen die helpen bij het uitvoeren van een goede (basis)hygiëne. De term hygiëne is in deze richtlijn synoniem met infectiepreventie: het voorkomen van de overdracht en verspreiding van infectieziektes. Wanneer een goede basishygiëne wordt toegepast, kunnen ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, parasieten en schimmels zich minder goed verspreiden.

Het is belangrijk dat de werkgever verantwoordelijk is voor de implementatie en uitvoering van de hygiënerichtlijn. De praktische uitvoering ligt grotendeels bij de medewerkers en de facilitaire dienst. In deze richtlijn wordt met 'opvang' zowel kinderdagopvang als buitenschoolse opvang bedoeld. Iedereen die in de kinderopvang werkt heet in de tekst 'medewerker' en de houder of manager heet 'werkgever'.

Bronnen

  1. RIVM - Hygiënerichtlijnen voor kinderopvang

Σχετικές αναρτήσεις