Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
In crisissituaties, zoals een landelijke lockdown of hygiëne-gerelateerde inspecties, kan het noodzakelijk zijn dat kinderopvanginstellingen tijdelijk gesloten worden. Dit kan grote gevolgen hebben voor ouders, kinderen en medewerkers. Het kabinet en lokale overheden hebben diverse maatregelen genomen om te zorgen dat de opvang blijft functioneren voor ouders met vitale beroepen en kinderen in kwetsbare situaties. Tevens zijn er richtlijnen opgesteld om de hygiëne en kwaliteit van de kinderopvang veilig te stellen. In deze artikel bespreken we de omstandigheden waarbij kinderopvang sluit, de beschikbare noodopvang, hygiënebeleid en de juridische en administratieve aspecten die van toepassing zijn.
Een kinderopvanginstelling kan tijdelijk gesloten worden in verschillende situaties. Eén van de belangrijkste redenen is wanneer de kwaliteit van de opvang niet meer aan de eisen voldoet. De GGD en andere toezichthoudende instanties voeren regelmatig inspecties uit. Als uit een inspectie blijkt dat de opvang niet verantwoord is, kan het college besluiten om de locatie tijdelijk te sluiten. Dit is een ingrijpende maatregel die gericht is op het herstellen van de kwaliteit van de opvang en het zorgen voor de veiligheid van de kinderen.
Een tijdelijke sluiting vindt ook plaats wanneer een instelling niet aan de aanwijzingen van de toezichthouder volgt. Bovendien kan een locatie gesloten worden wanneer eerdere maatregelen niet hebben geleid tot verbetering van de kwaliteit. In dergelijke gevallen is het de bedoeling dat de houder en medewerkers zich volledig richten op het herstellen van de kwaliteit van de opvang, zonder dat de gezondheid of emotionele veiligheid van de kinderen langer in het geding is.
De kwaliteitseisen die van toepassing zijn, zijn voor alle kinderopvanginstellingen gelijk. Pas als de houder aantoont dat de kwaliteit van de opvang op een duurzame manier is verbeterd, mag de locatie weer open. De toezichthouder beoordeelt dit op basis van een nieuw inspectieonderzoek.
In crisissituaties zoals landelijke lockdowns kan het kabinet besluiten dat kinderopvanginstellingen tijdelijk gesloten moeten worden. Dit was bijvoorbeeld het geval tijdens de lockdown in december 2020, toen scholen en kinderopvanginstellingen gesloten werden tot tenminste 17 januari 2021. In dergelijke gevallen worden maatregelen genomen om zorg te dragen voor noodopvang voor kinderen van ouders met vitale beroepen en kinderen in kwetsbare situaties.
Vitale beroepen zijn beroepen die essentieel zijn voor het functioneren van de maatschappij, zoals zorg, voedselketen en openbaar vervoer. Voor deze ouders is noodopvang beschikbaar, zolang de kinderopvangorganisatie een contract heeft met de betreffende ouder. De noodopvang is echter beperkt tot de reguliere openingstijden van de kinderopvang. Tijdens de kerstvakantie wordt geen extra noodopvang aangeboden, omdat veel locaties dan al gesloten zijn.
Ouders die slechts één ouder hebben die een vitale functie bekleedt, worden aangemoedigd om zoveel mogelijk zelf de kinderen op te vangen. Dit om de druk op de noodopvang te verminderen. Voor verdere hulp of problemen met de noodopvang is er een regionaal meldpunt voor kinder- en schoolopvang waar ouders contact met kunnen opnemen.
Een van de kernaspecten bij kinderopvang is het hygiënebeleid. Kinderen in opvang instellingen kunnen snel ziek worden en ziekteverwekkers verspreiden. Daarom zijn er strikte richtlijnen opgesteld om te zorgen voor een veilige omgeving. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft hygiëne-richtlijnen ontwikkeld voor kinderopvanginstellingen.
Een belangrijk onderdeel van het hygiënebeleid is het gebruik van thermometers. Ziektes kunnen verspreid worden via een thermometer die door meerdere kinderen wordt gebruikt. Daarom is het belangrijk dat thermometers hygiënisch worden gebruikt. Daarnaast zijn er richtlijnen voor huid- en wondverzorging. Wanneer een kind een wond heeft, moet infectie worden voorkomen. Het is mogelijk dat virussen zoals hepatitis B of C en HIV aanwezig zijn in bloed of wondvocht. Daarom is het van groot belang dat het personeel hygiënisch werkt bij de verzorging van wonden.
Een ander belangrijk aspect is schoonmaken en desinfecteren. Schoonmaken verwijderd vuil en ziekteverwekkers, terwijl desinfecteren ervoor zorgt dat de ziekteverwekkers gedood worden. Het is belangrijk dat schoonmaakregels en technieken goed worden uitgevoerd, zodat ziekteverwekkers niet worden verspreid. Ouders en medewerkers moeten zich bewust zijn van de richtlijnen voor het omgaan met schoonmaakmaterialen en -middelen.
In april 2025 is een nieuwe Cao Kinderopvang afgesloten, die van toepassing is vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026. Deze cao is gesloten tussen de werkgeversorganisaties en de vakbond CNV. FNV Zorg & Welzijn heeft het akkoord afgewezen, maar dit heeft geen invloed op de geldigheid van de nieuwe cao. De nieuwe cao is een belangrijk instrument om de werkomstandigheden in de kinderopvangsector te reguleren en de kwaliteit van de opvang te waarborgen.
De cao-partijen hebben de afspraken al in de officiële cao-teksten uitgeschreven en de cao wordt binnenkort op de website van Kinderopvang Werkt! gepubliceerd. Daarna zal de cao worden aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als de aanmelding is bevestigd, wordt er een verzoek gedaan om de cao algemeen verbindend te verklaren. Dit proces duurt ongeveer acht weken.
Kinderopvanginstellingen kunnen tijdelijk gesloten worden als de kwaliteit van de opvang niet meer aan de eisen voldoet of in crisissituaties zoals een landelijke lockdown. In dergelijke gevallen zijn er maatregelen genomen om noodopvang te organiseren voor ouders met vitale beroepen en kinderen in kwetsbare situaties. Tevens zijn er richtlijnen voor hygiëne en schoonmaak om te zorgen voor een veilige omgeving. De nieuwe Cao Kinderopvang 2025-2026 is een belangrijk instrument om de werkomstandigheden in de sector te verbeteren. Het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van deze maatregelen en weten waar ze terecht kunnen voor hulp bij noodopvang of andere problemen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet