Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
De fysieke veiligheid van kinderen in de kinderopvang is een kernaspect van de zorg en verantwoordelijkheid van instellingen. Het betreft zowel het voorkomen van ongevallen als het creëren van een omgeving waarin kinderen veilig kunnen spelen, leren en groeien. In dit artikel worden de belangrijkste aandachtspunten voor fysieke veiligheid in de kinderopvang uitgewerkt, met nadruk op preventie, risico-inperking en praktische maatregelen die op basis van beleidsrichtlijnen en wetgeving worden aangeraden.
Risicovol spelen is een essentieel onderdeel van de kinderontwikkeling. Het helpt kinderen om hun omgeving te verkennen, om risico’s te leren inschatten en om fysieke vaardigheden te ontwikkelen. Echter, risicovol spelen kan ook leiden tot ongevallen, zoals valpartijen van hoge plekken of het spelen met gevaarlijke voorwerpen.
Om kinderopvangorganisaties te ondersteunen bij het inpassen van risicovol spelen in een veilige omgeving, lanceerde VeiligheidNL op 9 juni 2024 de Risicoach toolkit. Deze toolkit is ontworpen om pedagogisch medewerkers en beleidsmedewerkers te begeleiden bij het implementeren van risicovol spelen. De inhoud is gebaseerd op samenwerking met verschillende betrokken partijen, waaronder GGD’s, Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties en pedagogisch onderzoekers.
De toolkit biedt kennis, inzicht, vaardigheden en inspiratie om risicovol spelen zinvol en veilig in te zetten. Een belangrijk onderdeel van de toolkit is een online leeromgeving, die medewerkers helpt om risico’s te herkennen en passende maatregelen te nemen. De toolkit richt zich onder andere op speelmateriaal, spelen op hoogte, spelen met gevaarlijke voorwerpen en spelen in risicovolle omgevingen.
Niet alleen kinderen, maar ook medewerkers in de kinderopvang zijn blootgesteld aan fysieke belasting. Dagelijks activiteiten zoals het tillen van kinderen, het hurken om schoenen aan te trekken en het bukken om speelgoed op te rapen kunnen leiden tot fysieke overbelasting. Dit kan op de lange termijn leiden tot verzuim en verloop, wat zowel voor de medewerkers als voor de instelling negatieve gevolgen heeft.
Het Arbocatalogus van Kinderopvang-werkt.nl benadrukt de noodzaak van preventie en investering in de vitaliteit van medewerkers. Het document benadrukt dat fysieke overbelasting voorkomen kan worden door bewust te werken met kinderen, gebruik te maken van hulpmiddelen en trainingen te volgen die gericht zijn op fysieke zorg en veiligheid in de werkplek. Bovendien worden aandachtspunten genoemd zoals beeldschermwerk en facilitaire werkzaamheden, die apart worden behandeld in andere onderdelen van de Arbocatalogus.
Een veilige speelomgeving is van groot belang om fysieke risico’s te beperken. In het beleidsplan van Kinderopvang Dikke Maatjes wordt een uitgebreid overzicht gegeven van risico’s die voorkomen in de kinderopvang. Deze risico’s zijn gerangschikt op basis van mogelijke gevolgen voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Voorbeelden zijn:
Om dit te voorkomen, worden bepaalde richtlijnen gevolgd. Zo worden losse speelmaterialen zoals fietsjes en stepjes weggeborgen van speeltoestellen. Buitenspeeltoestellen zijn ontworpen voor peuters en zijn afgestemd op hun groeistadium. Bovendien worden hekken en kasten afgesproken als plekken waar kinderen niet op mogen klimmen.
De locatie van een kinderopvang is ook van groot belang voor de fysieke veiligheid. De lokale regelgeving (artikel CVDR10520) bepaalt diverse eisen aan de bouw en inrichting van een kindercentrum. Zo moeten buitendeuren en vensters zijn beveiligd om te voorkomen dat kinderen ongemerkt het gebouw verlaten of onbevoegden ongemerkt binnenkomen. Daarnaast moeten alle overige aanwijzingen van de brandweer onverwijld worden opgevolgd.
Brandblusapparatuur moet jaarlijks gekeurd worden. Verwarmingsapparaten moeten zodanig zijn geplaatst dat kinderen zich niet kunnen verwonden of de bedieningsorganen kunnen bereiken. Ruiten beneden 1,20 meter moeten gemaakt zijn van veiligheidsglas. Wandcontactdozen moeten geaard en afgeschermd zijn, en voorwerpen zoals schoonmaakmiddelen en medicamenten moeten buiten bereik van kinderen worden opgeborgen.
Bij calamiteiten moet binnen ambulance aanrijtijden (15 minuten) een actieve achterwacht aanwezig zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor locaties zoals de Kerkweg en de Molukkenstraat. Het vier ogen principe en de achterwachtregeling zijn ontworpen om te zorgen dat kinderen nooit alleen zijn met één volwassene. Als dat toch het geval is, is er een actieve achterwacht die binnen een bepaalde tijdsperiode beschikbaar is.
Een essentieel onderdeel van fysieke veiligheid is de beschikbaarheid van EHBO-middelen. In elk kindercentrum moet een volledig uitgeruste EHBO-trommel aanwezig zijn, evenals een giflijst. Bovendien moet er ten minste één functionaris aanwezig zijn die over een geldig EHBO- of kinder-EHBO-certificaat beschikt.
De hygiëne in het kindercentrum is een andere belangrijke factor. Het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen bepaalt dat er een beleidsplan moet zijn dat omschrijft hoe veiligheid en gezondheid in de kinderopvang worden gewaarborgd. Dit beleidsplan moet onder andere een concrete beschrijving bevatten van de voornaamste risico’s met grote gevolgen voor de veiligheid en gezondheid van kinderen. Daarnaast moet een plan van aanpak zijn waarin aangegeven wordt welke maatregelen worden genomen om deze risico’s in te perken.
Het hygiënebeleid wordt ondersteund door het protocol voorkomen ziekteverspreiding, dat maatregelen omschrijft om de verspreiding van ziektekiemen te beperken. Het protocol bevat onder andere richtlijnen voor reiniging en schoonhouden van ruimtes. De instellingen werken volgens het advies van de GGD en hanteren een ziektebeleid waarbij kinderen in bepaalde gevallen worden geweerd.
Om de fysieke veiligheid in de kinderopvang continu te verbeteren, is het belangrijk om beleid en praktijk regelmatig te evalueren en bij te werken. Het beleidsplan moet een continue procesloop bevatten van vormgeving, implementatie, evaluatie en actualisatie. Daarnaast is het van belang om medewerkers te trainen in EHBO, veilig werken met kinderen en risicoherkenning.
Bijvoorbeeld, in het beleidsplan van Dikke Maatjes wordt het vier ogen principe toegepast, wat inhoudt dat kinderen nooit alleen zijn met één volwassene. Als dat toch het geval is, wordt een achterwachtregeling ingezet. Deze regeling zorgt ervoor dat er binnen een bepaalde tijd een actieve achterwacht beschikbaar is.
Fysieke veiligheid in de kinderopvang is een complex onderwerp dat betreft zowel de omgeving waarin kinderen verkeren als de activiteiten die zij daar ondernemen. Het vereist een systematische aanpak waarin preventie, beveiliging en EHBO centraal staan. Door middel van beleidsplannen, richtlijnen en toolkits zoals de Risicoach, kunnen kinderopvangorganisaties hun veiligheidsbeleid optimaliseren. Bovendien is het belangrijk om medewerkers te ondersteunen bij het beheersen van fysieke belasting, zodat zij langer en gezonder in de sector kunnen werken.
Zowel instellingen als ouders spelen een rol in het creëren van een veilige omgeving voor kinderen. Door samen te werken en de richtlijnen en protocols te volgen, kan fysieke veiligheid worden gewaarborgd en het risico op ongevallen worden beperkt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet