Ervaringscertificaat als toegangspoort tot de kinderopvangsector

Het Ervaringscertificaat (EVC) biedt een concrete kans voor professionals met relevante ervaring in de kinderopvangsector om een officieel erkend branchecertificaat te verkrijgen, ook als zij niet over het juiste diploma beschikken. Dit certificaat maakt het mogelijk om te werken als pedagogisch medewerker in kinderdagverblijven, peuteropvangen en buitenschoolse opvang. Het EVC-traject is een traject dat gericht is op het tonen van kennis, vaardigheden en ervaring die al aanwezig zijn bij de kandidaat. In dit artikel wordt ingegaan op de essentie van het EVC-traject, de inhoud van het traject, de voorwaarden waaraan moet worden voldaan en de werking in de praktijk.

Wat is het EVC-traject voor kinderopvang?

Het EVC-traject is ontwikkeld om ervaring in de kinderopvangsector te erkennen en om die ervaring om te zetten in een erkend certificaat. Het traject is bedoeld voor mensen die al ervaring hebben met kinderen, maar die niet over het vereiste diploma beschikken om direct als pedagogisch medewerker aan de slag te gaan. Het traject brengt in kaart wat een persoon al weet en kan, vooral op basis van praktijkervaring. Deze kennis wordt vastgelegd in een persoonlijk Ervaringscertificaat, dat kan leiden tot een branchecertificaat of tot een opleiding die eindigt in een diploma.

Het traject is gericht op het tonen van competenties in de praktijk en het opbouwen van een portfolio met bewijsmateriaal. Het EVC-traject is een alternatief voor een traditionele opleiding en biedt een snellere toegang tot de sector voor mensen die al relevante ervaring hebben.

Onderdelen van het EVC-traject

Het EVC-traject bestaat uit een aantal vaste onderdelen die nodig zijn om het certificaat te behalen:

• Intakegesprek: Hier wordt gekeken naar de relevante ervaring van de kandidaat. De intake dient om te bepalen of de kandidaat voldoet aan de voorwaarden voor het traject.
• Portfolio-opbouw: Het portfolio is een verzameling van bewijsmateriaal dat aantoont dat de kandidaat over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt. Het portfolio kan bestaan uit werkdocumenten, evaluaties, beoordelingen en andere relevante materialen.
• Praktijkassessment: Tijdens het praktijkassessment wordt gekeken of de kandidaat in staat is om de benodigde competenties in de praktijk uit te voeren. Dit assessment vindt meestal plaats in de werkomgeving van de kandidaat.
• Rapportage: Na afronding van het traject wordt een rapportage gemaakt. Dit rapport bevat een overzicht van de competenties die zijn getoond en bevat de evaluatie van de kandidaat.

Het traject duurt ongeveer 6 maanden en kost ongeveer 40 tot 60 uur. Het grootste deel van de tijd wordt besteed aan het verzamelen van bewijsmateriaal voor het portfolio. Het traject is dus een relatief intensief proces, maar het biedt een concrete kans om professioneel voort te gaan in de kinderopvangsector.

Voorwaarden voor het EVC-traject

Om aan het EVC-traject deel te nemen, moeten bepaalde voorwaarden worden voldaan. Deze voorwaarden zijn van essentieel belang, omdat het traject gericht is op het erkennen van reeds verworven competenties. De belangrijkste voorwaarden zijn:

• Sufficiente praktijkervaring: De kandidaat moet voldoende ervaring hebben in de kinderopvangsector. Deze ervaring moet recent zijn, met voorkeur minder dan drie jaar geleden.
• Bewijsmateriaal: De kandidaat moet in staat zijn om zijn of haar ervaring te onderbouwen met bewijsmateriaal. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit evaluaties, werkdocumenten of andere relevante informatie.
• Minimale wiskundige en taalvaardigheid: Aangezien het traject grotendeels digitaal verloopt, moet de kandidaat voldoen aan de 3F-niveaus op het gebied van taal en rekenen.
• Beschikbaarheid: De kandidaat moet beschikbaar zijn voor minimaal 12 uur per week om het traject te kunnen afronden.

Bijvoorbeeld, een kandidaat die al werkt in een kinderdagverblijf en daar al meerdere jaren ervaring heeft, maar nog niet over het juiste diploma beschikt, kan via het EVC-traject een branchecertificaat verkrijgen. Dit certificaat maakt het mogelijk om als pedagogisch medewerker aan de slag te gaan zonder dat een opleiding nodig is.

Het EVC-traject in de praktijk

Het EVC-traject wordt meestal uitgevoerd in samenwerking met een werkgever. De kandidaat werkt tijdens het traject op een groep in een kinderdagverblijf of werkt in een buitenschoolse opvang. De werkgever betaalt het salaris van de kandidaat en in sommige gevallen worden de kosten van het traject zelfs vergoed. Dit is bijvoorbeeld het geval bij organisaties zoals Partou, die het EVC-traject voor hun medewerkers vergoeden.

Het traject is gericht op het opbouwen van een portfolio dat aantoont dat de kandidaat over de benodigde competenties beschikt. De kandidaat legt zijn of haar ervaring vast in een verslag en voert deze ervaring ook uit in de praktijk. Tijdens het praktijkassessment wordt gekeken of de kandidaat in staat is om de competenties effectief in de praktijk te toepassen.

De voordelen van het EVC-traject zijn onder andere:

• Snel toegang tot de sector: Het traject biedt een snellere toegang tot de kinderopvangsector dan een traditionele opleiding.
• Geen theoretische opleiding: Het traject is gericht op het erkennen van reeds verworven competenties en is niet een volledige theoretische opleiding.
• Geld teruggaan: In sommige gevallen worden de kosten van het traject vergoed door de werkgever, wat het traject betaalbaarder maakt.

Een nadeel van het traject is dat het geen gecertificeerd diploma oplevert. Het leidt echter wel tot een branchecertificaat dat officieel erkend is binnen de sector. Dit certificaat is vaak voldoende om als pedagogisch medewerker aan de slag te gaan.

EVC-traject versus traditionele opleiding

Het EVC-traject is een alternatief voor een traditionele opleiding in de kinderopvangsector. In tegenstelling tot een traditionele opleiding, is het EVC-traject gericht op het erkennen van reeds verworven competenties. Het traject is dus vooral geschikt voor mensen die al ervaring hebben in de sector en die hun kennis en vaardigheden willen erkennen.

Een traditionele opleiding is meestal gericht op het opleiden van mensen die nog geen ervaring hebben in de sector. Dit betekent dat een traditionele opleiding vaak langer duurt dan het EVC-traject. Het EVC-traject is daarentegen een kortere en efficiëntere manier om een branchecertificaat te verkrijgen.

De keuze tussen een EVC-traject en een traditionele opleiding hangt af van de persoonlijke wensen en de relevante ervaring van de kandidaat. Voor mensen die al ervaring hebben in de sector, is het EVC-traject een betere keuze. Voor mensen die nog geen ervaring hebben, is een traditionele opleiding de betere keuze.

Conclusie

Het Ervaringscertificaat biedt een concrete kans voor professionals met relevante ervaring in de kinderopvangsector om een officieel erkend branchecertificaat te verkrijgen. Het traject is gericht op het erkennen van reeds verworven competenties en is dus een alternatief voor een traditionele opleiding. Het traject bestaat uit een aantal vaste onderdelen, zoals een intakegesprek, portfolio-opbouw, een praktijkassessment en een rapportage. De kandidaat moet voldoen aan een aantal voorwaarden om aan het traject deel te nemen.

Het EVC-traject is vooral geschikt voor mensen die al ervaring hebben in de kinderopvangsector en die hun kennis en vaardigheden willen erkennen. Het traject biedt een snellere toegang tot de sector dan een traditionele opleiding en is bovendien betaalbaarder in sommige gevallen. Het traject is dus een waardevolle optie voor mensen die al ervaring hebben in de sector en die hun carrière willen voortzetten.

Bronnen

1. Werken en leren bij 2 Samen
2. Kwalificatie-eisen EVC-traject kinderopvang
3. Pedagogisch medewerker EVC-traject Delft
4. Ervaringscertificaat.nl
5. Erkenning van verworven competenties bij Partou