Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
Diarree is een veelvoorkomende klacht in de kinderopvang en kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen. Het is belangrijk om goed te weten hoe diarree zich verspreidt, wat de juiste maatregelen zijn en wanneer er contact moet worden opgenomen met de GGD of de huisarts. In dit artikel worden de richtlijnen, hygienemaatregelen en praktische stappen uitgebreid besproken, op basis van de beschikbare informatie.
Diarree is een ziekte die vaak wordt veroorzaakt door virusinfecties, zoals norovirus. Kenmerken van diarree zijn onder andere braken, vaak gevolgd door frequent, vaatig ontlasting. Deze klachten kunnen snel verspreiden in een kinderopvang, omdat kinderen dicht op elkaar leven en vaak dezelfde ruimtes gebruiken.
Ziekteverwekkers zoals norovirus verspreiden zich via:
Hoofdstuk 2 van de richtlijnen van de GGD benadrukt dat kindercentra een melding moeten maken bij de GGD als er kinderen zijn met maag-darmproblemen, diarree of andere aandoeningen van infectieuze aard. Dit is belangrijk om een eventuele uitbraak vroegtijdig te detecteren en te beheersen.
Als er kinderen in de kinderopvang klachten hebben van diarree, is het noodzakelijk om duidelijke maatregelen te nemen. De GGD en RIVM geven hierover duidelijke richtlijnen. De volgende stappen zijn aan te raden:
Een van de belangrijkste maatregelen is het regelmatig wassen van de handen. Ouders en verzorgers worden geadviseerd om hun kinderen te leren om:
Hoofdstuk 3 van de GGD-richtlijnen benadrukt dat hygiëne de sleutel is bij het voorkomen van infectieziekten. Daarnaast zijn er specifieke hygiënenormen voor tandenborstels, afvalverwerking en wasgoed, die een rol spelen bij het voorkomen van verspreiding van ziekteverwekkers.
Als er meerdere kinderen tegelijk klachten hebben van diarree of braken, is het verplicht om dit te melden bij de GGD. Dit geldt ook als er sprake is van een duidelijke uitbraak. Bij twijfel over de aard van de klachten of over de verspreiding is het aan te raden om contact op te nemen met de GGD in de regio.
De GGD kan adviseren over aanvullende maatregelen, zoals het isoleren van ziekteverwekkers of het informeren van ouders. Ook kan het nodig zijn om extra schoonmaakmaatregelen in te zetten.
Het RIVM heeft speciale deurbriefjes ontwikkeld die op de deur of in de klas kunnen worden geplaatst om ouders op de hoogte te brengen van de situatie. Op het deurbriefje staat duidelijk aangegeven:
Bijvoorbeeld: een kind met hoofdluis mag gewoon naar school, maar moet wel worden gemeld bij de opvang. Een kind met diarree of buikgriep moet vaak thuisblijven als het zich nog niet goed voelt, maar mag weer naar school als de klachten zijn overgegaan.
Kinderen met diarree voelen zich vaak te ziek om naar school of de kinderopvang te gaan. Als de klachten zijn overgegaan en het kind zich weer goed voelt, mag het gewoon terugkeren naar de opvang.
Volgens richtlijnen van de RIVM en GGD is het belangrijk dat kinderen en volwassenen tijdens de ziekteperiode thuisblijven. Ziekteverwekkers zoals norovirus kunnen nog enkele weken aanwezig blijven in ontlasting, zelfs na herstel. Daarom is het belangrijk om de hygiëne te benadrukken bij het hervatten van activiteiten.
Daarnaast zijn er preventieve maatregelen die kunnen worden genomen om het risico op diarree en andere infectieziekten te beperken:
Kinderopvangen moeten strikt aan de hygiënische richtlijnen voldoen. Dit omvat:
De richtlijnen van de GGD benadrukken ook dat thermometers, huid- en wondverzorging op een hygiënische manier moeten worden aangepakt. Bijvoorbeeld: thermometers moeten na gebruik goed worden schoongemaakt en op een veilige manier worden opgeborgen.
In de kinderopvang is het belangrijk dat er regelgeving is rondom het inentingsschema van kinderen. Bovendien moet er minstens één personeelslid aanwezig zijn met een geldig EHBO-diploma, zodat er snel en goed rekening mee kan worden gehouden bij medische klachten.
Werknemers in de kinderopvang worden geadviseerd om tijdens de ziekteperiode (braken en diarree) thuis te blijven. Na herstel, d.w.z. wanneer de klachten zijn overgegaan, kunnen werknemers weer aan het werk, mits er overleg is met de leidinggevende. Bovendien is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan hand- en toilethygiëne bij het hervatten van de werkzaamheden.
In het kader van diarree en andere infectieziekten in de kinderopvang zijn ouders, verzorgers en werknemers allemaal verantwoordelijk voor het naleven van de richtlijnen. Het is belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de klachten bij hun kind en weten wanneer ze contact moeten opnemen met de huisarts of de GGD.
De GGD en RIVM adviseren om in het geval van:
te overleggen met de huisarts of de GGD. Ook is het aan te raden om een deurbriefje te gebruiken om ouders op de hoogte te brengen van de situatie in de opvang.
Diarree is een veelvoorkomende klacht in de kinderopvang en vereist duidelijke maatregelen en goede communicatie. Het belangrijkste is het naleven van hygienemaatregelen, zoals handen wassen en het schoonmaken van oppervlakken. Bovendien is het belangrijk om ziekteverwekkers vroegtijdig te detecteren en te melden bij de GGD. Aanvullende maatregelen, zoals het gebruik van deurbriefjes en EHBO-diploma’s, spelen ook een rol bij het beheersen van infectieziekten in de opvang. Door deze richtlijnen te volgen, kunnen zowel kinderen als verzorgers veilig en gezond verblijven in de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet