Kinderopvang ‘t Herdertje: Een Overzicht van Locaties en Activiteiten
september 6, 2025
De uitbraak van het coronavirus in 2020 heeft wereldwijd grote impact gehad op het dagelijks functioneren van samenleving, waaronder ook de kinderopvangsector. In Nederland zijn kinderopvanginstellingen onderhevig aan specifieke richtlijnen en maatregelen, om zowel de gezondheid van kinderen als medewerkers te beschermen. Deze richtlijnen worden grotendeels bepaald door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de overheid. In dit artikel worden de belangrijkste protocollen, aanpassingen en toezichtsmaatregelen beschreven, die van toepassing zijn op kinderopvangcentra in de context van de coronapandemie.
Het protocol "Kinderopvang en corona" is regelmatig aangepast op basis van nieuwe kennis en adviezen van het RIVM en het OMT (Overlegorgaan Medische Toezicht). In december 2021 is een nieuwe versie van dit protocol beschikbaar gesteld, waarin belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd. Deze wijzigingen zijn voortgekomen uit het 134e advies van het OMT en het bijbehorende gewijzigde protocol voor bron- en contactonderzoek (BCO) van het RIVM.
Een van de belangrijkste wijzigingen betreft het quarantainebeleid. Vanaf deze datum wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen personen die immuun zijn of niet. Alle huisgenoten of nauwe contacten van iemand die positief test op corona moeten in quarantaine. Dit geldt echter niet voor nauwe contacten binnen de kinderopvang of op school. Een kind of medewerker hoeft dus niet in quarantaine, tenzij de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) anders aangeeft. Wanneer contacten buiten de opvang of school plaatsvinden, geldt het quarantainebeleid wel.
Daarnaast is de isolatieperiode voor mensen die positief testen op corona, maar geen klachten hebben, verlengd van 5 naar 7 dagen. Dit maakt het protocol robuuster en zorgt voor een grotere mate van zorgzaamheid bij het voorkomen van besmettingen.
Deze wijzigingen zijn bedoeld om zowel de gezondheid van kinderen en medewerkers te beschermen, als om de continuïteit van de kinderopvangsector te waarborgen. Het protocol is beschikbaar via de officiële website van de Rijksoverheid en wordt regelmatig bijgewerkt in overleg met experts en betrokken partijen.
In de context van de coronapandemie is het toezicht op kinderopvanginstellingen versterkt. Dit toezicht is onderdeel van de tijdelijke maatregelen die zijn opgenomen in de Wet publieke gezondheid, in samenwerking met de Wet kinderopvang. In de gemeenten Albrandswaard en Barendrecht zijn bijvoorbeeld besluiten genomen waarin de directeur publieke gezondheid van de GGD Rotterdam-Rijnmond is aangewezen als toezichthouder. Deze toezichthouder is bevoegd om de naleving van de tijdelijke maatregelen te controleren en eventuele overtredingen aan te kaarten.
Het besluit van het college van burgemeester en wethouders is gebaseerd op diverse wettelijke grondslagen, waaronder artikel 1.61 van de Wet kinderopvang en artikel 58r van de Wet publieke gezondheid. Deze wettelijke voorzieningen geven het college de mogelijkheid om de GGD als toezichthouder aan te wijzen, met de taak om ervoor te zorgen dat kinderopvanginstellingen aan de coronamaatregelen voldoen.
Bij deze aanwijzingen is ook sprake van bevoegdheid tot mandatering. Dit betekent dat de toezichthouder bevoegd is om opdrachten te geven aan kinderopvanginstellingen en eventueel sancties te opleggen in geval van niet-naleving. Deze maatregel dient erop gericht om de naleving van coronamaatregelen te versterken en zo de verspreiding van het virus te beperken.
In maart 2021 zijn landelijke maatregelen getroffen rond het coronavirus, waaronder de tijdelijke sluiting van alle kinderopvangcentra in Nederland. Deze maatregel trad in op maandag 16 maart 2021 en was van tijdelijke aard, met een einddatum op maandag 6 april 2021. Kindercentra zoals Puck&Co zijn hierin geraakt; ouders zijn op de hoogte gebracht via brief en extra informatie is beschikbaar gesteld via de officiële website van de Rijksoverheid.
Deze sluiting is een extreem maatregel die werd genomen in reactie op het toenemende aantal besmettingen en ziekenhuisopnames. De overheid wilde hiermee de druk op het ziekenhuisbestel verminderen en de verspreiding van het virus beperken. De beslissing om kinderopvangcentra te sluiten is niet genomen op lichte hand, aangezien deze instellingen essentieel zijn voor de werking van de samenleving en het welzijn van kinderen.
De protocollen die zijn opgesteld, zijn niet alleen theoretisch van aard, maar moeten ook in de praktijk worden toegepast. Voor kinderopvanginstellingen betekent dit dat regelmatige communicatie met ouders, medewerkers en de GGD essentieel is. De instellingen moeten ervoor zorgen dat alle maatregelen strikt worden nageleefd en dat er duidelijke procedures zijn voor het afhandelen van positief geteste kinderen of medewerkers.
Een belangrijk aspect is het bron- en contactonderzoek (BCO), waarbij de GGD de verantwoordelijke partij is. Kinderopvanginstellingen moeten nauw samenwerken met de GGD om te zorgen dat contactpersonen snel worden geïdentificeerd en dat de juiste maatregelen worden genomen. Ook is het belangrijk om duidelijke informatie te verschaffen aan ouders over eventuele besmettingen of quarantainebeleid.
Daarnaast zijn er aanbevelingen voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s), zoals mondbekers, en het naleven van hygienemaatregelen zoals handwassen en het regelmatig ontdoen van oppervlakken. Deze maatregelen zijn bedoeld om de verspreiding van het virus binnen de instelling te beperken.
Hoewel de protocollen en richtlijnen duidelijk zijn, zijn er ook uitdagingen en onzekerheden. De snelheid waarmee protocollen worden aangepast, kan voor verwarring zorgen bij kinderopvanginstellingen en ouders. Daarnaast is het soms niet eenvoudig om de juiste informatie te vinden, aangezien verschillende bronnen kunnen wijzen op iets anders of verschillende tijdstippen.
Een andere uitdaging is de naleving van de maatregelen. Niet alle ouders of medewerkers zijn even goed geïnformeerd of even bereid om de maatregelen strikt na te leven. Het is daarom belangrijk dat kinderopvanginstellingen een duidelijke communicatiestrategie hanteren en dat ouders en medewerkers worden geïnformeerd over de belangrijkheid van het naleven van de richtlijnen.
De coronapandemie heeft de kinderopvangsector in Nederland sterk beïnvloed, zowel qua dagelijkse werking als qua toezicht en communicatie. Het protocol "Kinderopvang en corona" is regelmatig aangepast om rekening te houden met de veranderende situatie. De quarantaine- en isolatiemaatregelen zijn duidelijk geregeld, en er is een duidelijke toewijzing van toezicht aan de GGD. Bovendien zijn er landelijke maatregelen genomen, zoals de tijdelijke sluiting van kinderopvangcentra, om de verspreiding van het virus te beperken.
Hoewel de protocollen en richtlijnen duidelijk zijn, zijn er uitdagingen en onzekerheden die niet onderschat mogen worden. Het is van groot belang dat kinderopvanginstellingen, ouders en medewerkers samenwerken om de maatregelen te naleven en zo het welzijn van kinderen en de veiligheid van de instelling te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet