Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
De CAO Kinderopvang 2025-2026 bevat uitgebreide regels en richtlijnen voor salarissen, werktijden en arbeidsvoorwaarden binnen de kinderopvang. Een belangrijk aspect van deze CAO is de verdeling in salarisschalen. Voor medewerkers in opleiding, zoals pedagogisch medewerkers in opleiding die onderdeel zijn van een BBL-traject (Beroepsbegeleidende leerweg), geldt salarisschaal 5. Deze schaal is van belang voor wie tegelijk studeert en werkt in de kinderopvang. In dit artikel worden de regels en uitkeringen van salarisschaal 5 nader toegelicht, op basis van de informatie die beschikbaar is in de CAO Kinderopvang 2025-2026.
Salarisschaal 5 is bedoeld voor pedagogisch medewerkers in opleiding die onderdeel uitmaken van een BBL-traject. Dit betekent dat zij naast hun werk ook naar school gaan om hun opleiding tot pedagogisch medewerker af te ronden. De CAO legt vast dat deze medewerkers in schaal 5 vallen, ongeacht hun specifieke werkfunctie binnen de kinderopvang (zoals in een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of buitenschoolse opvang).
De salarissen in schaal 5 zijn vastgesteld op basis van een voltijds dienstverband van 36 uur per week. Medewerkers die in deze schaal werken, verdien in het maandbedrag tussen €2.517 en €3.374 bruto. Deze bedragen gelden per 1 juli 2025. Aan deze maandbedragen komt bovenop de vakantiegeldregeling en de eindejaarsuitkering.
Naast het maandloon dat in schaal 5 is vastgelegd, ontvangen medewerkers ook extra uitkeringen. De CAO bevat regels over vakantiegeld en eindejaarsuitkering, die belangrijk zijn voor het totale inkomen van de medewerker.
Deze uitkeringen zijn een onderdeel van het totale salarisvoordeel en vormen een belangrijk element in de financiële planning van pedagogisch medewerkers in opleiding.
De CAO Kinderopvang 2025-2026 bevat duidelijke afspraken over loonsverhogingen. Deze verhogingen zijn bedoeld om medewerkers mee te laten groeien in hun functie en salaris, afgestemd op de algemene salarissen in de sector.
Deze verhogingen zijn automatisch van toepassing en hoeven niet door de werkgever of medewerker te worden aangevraagd. Ze zijn een onderdeel van de CAO en gelden voor alle medewerkers die onder deze kollektieve arbeidsovereenkomst vallen.
Ook het uurloon is een belangrijk aspect bij het bepalen van het salaris. Voor pedagogisch medewerkers in opleiding in schaal 5 ligt het bruto uurloon tussen €16,86 en €23,18 per uur. Dit uurloon kan variëren afhankelijk van de trede waarin de medewerker zit. Een trede stijgt ieder jaar met één, zolang de medewerker in dezelfde functie werkt en de CAO geldt.
Het uurloon is van belang bij de berekening van het maandbedrag, vooral bij degenen die een deeltijds contract hebben. Omdat pedagogisch medewerkers in opleiding vaak minder uren werken dan volledig voltijds, is het uurloon een duidelijk maatstaf voor het salarisniveau.
Onderdeel van de CAO zijn ook afspraken over arbeidsvoorwaarden en werktijden. Voor medewerkers in schaal 5, die vaak deel uitmaken van een BBL-traject, zijn deze afspraken van extra belang, omdat zij tegelijk studeren en werken.
De werkgever heeft een duidelijke rol bij het bepalen van het salaris. Bij de indiensttreding van een medewerker moet de werkgever het salaris vaststellen op basis van de bijbehorende salarisschaal. Voor medewerkers in schaal 5 geldt dat het salarisnummer minimaal gelijk moet zijn aan het laatste salarisnummer dat de medewerker had bij een vorige werkgever, mits deze ook onder dezelfde CAO viel. Dit geldt alleen als de medewerker direct of binnen één maand na de vorige baan weer in dezelfde functie begint te werken.
De werkgever is verplicht om de CAO-salarissen te volgen en deze salarissen te verhogen zoals aangegeven in de afspraken van 1 juli 2025 en 1 september 2026. Daarnaast moet de werkgever ook de uitkeringen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering correct uitbetalen.
Omdat pedagogisch medewerkers in opleiding in schaal 5 werken, heeft het salaris een directe invloed op hun opleidingspad. Het bruto maandloon, samengesteld uit het basisloon, vakantiegeld en eindejaarsuitkering, vormt een belangrijk deel van de financiële basis tijdens hun opleiding.
De CAO bevat geen expliciete regels over het verband tussen het salaris en het opleidingsniveau, maar wel over het salarisniveau in relatie tot de functie. Aangezien de medewerker in opleiding is, valt het salaris in schaal 5 lager dan in schaal 6, waarin volledig opgeleide pedagogisch medewerkers werken. Echter, na afronding van de opleiding kan de medewerker overgesteld worden naar een hogere schaal, zoals schaal 6, afhankelijk van de functie en ervaring.
Salarisschaal 5 is een belangrijk onderdeel van de CAO Kinderopvang 2025-2026 en richt zich op pedagogisch medewerkers in opleiding. Deze schaal biedt een duidelijke structuur voor het salaris, met een maandbedrag tussen €2.517 en €3.374 bruto. Bovendien ontvangen medewerkers in deze schaal extra uitkeringen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering. De loonsverhogingen van 2,5% in juli 2025 en 1,5% in september 2026 zorgen voor een geleidelijke stijging van het inkomen.
De arbeidsvoorwaarden in de CAO zijn bedoeld om een evenwicht te creëren tussen werk en opleiding, en om medewerkers in de kinderopvang beter te ondersteunen in hun professionele groei. De werkgever heeft een duidelijke rol bij het bepalen van het salaris en het naleven van de afspraken in de CAO.
Voor pedagogisch medewerkers in opleiding is het belangrijk om de regels van de CAO goed te begrijpen, zowel wat betreft het salaris als de arbeidsvoorwaarden. Dit helpt hen om zowel financieel als professioneel een stevige basis te leggen tijdens hun opleiding.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet