Kinderopvang in de Rivierenbuurt Amsterdam: Pedagogische Visie, Locaties en Activiteiten
juli 17, 2025
Het bruto uurloon in de kinderopvang is een belangrijk onderwerp, zowel voor pedagogisch medewerkers als voor instellingen die hen in dienst nemen. In de context van de huidige CAO Kinderopvang 2025-2027 zijn duidelijke richtlijnen vastgelegd over salarissen, verhogingen en toekomstige ontwikkelingen. Voor kinderopvangmedewerkers is het begrip van hun loonstructuur en de invloed van factoren zoals ervaring, opleiding en functie essentieel voor een eerlijke compensatie van hun werk. Deze artikelen geven een overzicht van de huidige situatie, met aandacht voor salarisschalen, uurloonberekeningen en de rol van de CAO in de bepaling van de lonen.
De CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst) Kinderopvang speelt een centrale rol bij het bepalen van de lonen van pedagogisch medewerkers. Deze overeenkomst legt de salarissen vast in schalen, waarin medewerkers op basis van functie en ervaring een bepaalde trede kunnen behalen. Vanaf 1 januari 2025 geldt een nieuwe CAO die geldig is tot 1 januari 2027. Deze CAO bevat onder meer regels over salarissen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en het stijgen in tredes binnen de salarisschalen.
In de CAO Kinderopvang zijn verschillende functies vastgelegd, elk gekoppeld aan een specifieke salarisschaal. Voor pedagogisch medewerkers, die centraal staan in deze discussie, geldt salarisschaal 6. Dit betekent dat hun loon zich binnen deze schaal beweegt, afhankelijk van hun ervaring en de tredes die zij behalen. De schaal bestaat uit meerdere niveaus, en met elk jaar verhoogt het salaris meestal met één trede, tot het maximum van de schaal is bereikt.
Op basis van de CAO en de salarisschalen die vanaf 1 juli 2025 gelden, ligt het bruto uurloon van een pedagogisch medewerker tussen €16,86 en €23,18. Deze berekening is afhankelijk van de tredes binnen salarisschaal 6. Voor een voltijdse medewerker (36 uur per week) komt dit overeen met een maandsalaris van €2.641 tot €3.630 bruto. Deze bedragen zijn exclusief de extra toezeggingen zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering.
Het uurloon is dus niet statisch, maar groeit met de tijd en ervaring. Voor iemand die net begint in de kinderopvang, ligt het uurloon in de lagere tredes van de schaal, terwijl een medewerker met meer jaren ervaring in een hogere trede terecht komt. Dit stijgende salaris bevat bovendien een verhoging van 1,5% per 1 september 2026, zoals vastgelegd in de CAO.
Niet alleen de ervaring bepaalt het uurloon, ook de functie en het opleidingsniveau zijn belangrijke factoren. Zo geldt voor gespecialiseerde pedagogisch medewerkers, die ook in het onderwijs werken, salarisschaal 7. Voor deze groep ligt het bruto maandsalaris vanaf 1 juli 2025 tussen €3.035 en €4.052, wat overeenkomt met een uurloon van ongeveer €19,25 tot €26,00 bruto. Dit maakt duidelijk dat het niveau van verantwoordelijkheid en het combineren van functies het salaris aanzienlijk kan verhogen.
Bij pedagogisch medewerkers in opleiding, zoals bij een BBL-traject (Beroepsbegeleidende leerweg), geldt salarisschaal 5. Deze medewerkers verdien €2.517 tot €3.374 bruto per maand. Het uurloon ligt hier iets lager dan voor voltijdse medewerkers, aangezien zij in minder uren werken en tegelijkertijd ook studeeren.
Naast het maandelijkse loon ontvangen pedagogisch medewerkers ook extra toezeggingen die hun totale inkomsten verhogen. In de CAO 2025-2026 is gesproken over een vakantiegeldtoeslag van 8%. Dit betekent dat het maandsalaris verhoogd wordt met 8% aan het einde van het jaar. Voor een medewerker in de hogere tredes van salarisschaal 6 is dit een aanzienlijke toename van het jaarinkomen.
De eindejaarsuitkering is een andere vorm van secundaire arbeidsvoorwaarden. In 2025 is dit 5,5%, maar vanaf 1 januari 2026 stijgt dit naar 8%. Deze uitkering wordt op het bruto maandsalaris berekend en verlaagt het fiscale belastingpercentage, omdat het niet als maandloon is ingedeeld. Voor een medewerker in de hogere tredes betekent dit een extra bruto inkomst aan het einde van het jaar.
Het salaris van pedagogisch medewerkers in de kinderopvang valt in vergelijking met andere educatieve functies lager uit. In het onderwijs, bijvoorbeeld, verdienen docenten in het voortgezet onderwijs gemiddeld €17,30 per uur, terwijl leerkrachten in het basisonderwijs €15,50 verdienen. Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang is het uurloon in 2025 €16,86 tot €23,18. Dit maakt duidelijk dat kinderopvangmedewerkers in vergelijking met andere educatieve functies in het midden van de salarissen liggen.
Toch is het belangrijk om te benadrukken dat de rol van een pedagogisch medewerker cruciaal is in de ontwikkeling van jonge kinderen. De combinatie van creatieve activiteiten, emotionele ondersteuning en educatieve begeleiding maakt deze functie essentieel in de kinderopvangsector. De CAO en de salarisschalen zijn daarom bedoeld om een eerlijke compensatie te garanderen voor deze verantwoordelijkheid.
De CAO Kinderopvang is afhankelijk van onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. De huidige CAO loopt tot 1 januari 2027, wat betekent dat in 2027 nieuwe afspraken gemaakt zullen worden. Tijdens deze onderhandelingen kan het salaris, de arbeidsvoorwaarden en eventuele veranderingen in de salarisschalen worden bijgesteld.
In de tussentijd is er sprake van een verhoging van het uurloon met 1,5% per 1 september 2026. Dit is een belangrijke stap om het inkomen van kinderopvangmedewerkers in lijn te brengen met de huidige levensonderhoudskosten en de inflatie. Deze verhoging is een positief signaal voor de sector en benadrukt de waarde van de werkgevers en de rol van pedagogisch medewerkers.
Voor jonge medewerkers in opleiding, zoals binnen een BBL-traject, gelden andere regels. Deze medewerkers werken in minder uren dan voltijd, omdat ze ook aan een opleiding meedoen. In deze gevallen geldt salarisschaal 5, wat betekent dat het uurloon iets lager ligt dan voor voltijdse medewerkers. Buiten het maandloon ontvangen deze medewerkers ook extra voordelen, zoals ondersteuning bij opleidingen en cursussen.
De CAO zorgt hierbij voor duidelijkheid over de regels voor jonge medewerkers. Het biedt een structurele aanpak voor de combinatie van werk en opleiding, zodat medewerkers in opleiding zowel ervaring kunnen opdoen als hun opleiding kunnen afronden. Voor werkgevers is dit een manier om jonge talenten aan te trekken en te behouden.
De CAO is niet alleen een instrument voor het bepalen van salarissen, maar ook voor het reguleren van arbeidsvoorwaarden, verlof, en andere aspecten van de werkomstandigheden. Voor pedagogisch medewerkers is de CAO dus niet alleen een garantie voor een eerlijk loon, maar ook voor een stabiele en eerlijke werkomgeving.
De CAO zorgt voor gelijkheid in de sector, zodat alle kinderopvanginstellingen zich aan dezelfde regels houden. Dit maakt het voor medewerkers makkelijker om van werkgever te wisselen, zonder dat het loon of de voorwaarden aanzienlijk veranderen. Voor werkgevers is dit ook een voordelig aspect, omdat het voorkomt dat instellingen concurreren op laag loon.
Het bruto uurloon van pedagogisch medewerkers in de kinderopvang is een onderwerp dat van belang is voor zowel medewerkers als werkgevers. In de huidige CAO Kinderopvang 2025-2027 is vastgelegd dat het uurloon van pedagogisch medewerkers in salarisschaal 6 ligt, met een bruto bedrag van €16,86 tot €23,18 per uur. Deze berekening is afhankelijk van ervaring, tredes en de verhogingen die jaarlijks worden doorgevoerd. Buiten het maandloon ontvangen medewerkers ook extra toezeggingen, zoals vakantiegeld en eindejaarsuitkering, die hun totale inkomsten verhogen.
De CAO speelt een centrale rol in de bepaling van deze lonen en voorwaarden, en zorgt voor gelijkheid en eerlijkheid in de sector. Voor jonge medewerkers in opleiding gelden aparte regels, die in het kader van BBL-trajecten worden toegepast. De toekomstige ontwikkelingen van de CAO zullen vanaf 2027 worden onderhandeld, wat betekent dat er ruimte is voor veranderingen en verbeteringen in de loonstructuur.
Het werk van pedagogisch medewerkers is essentieel voor de ontwikkeling van jonge kinderen, en het loon dat zij ontvangen moet daarom een eerlijke weerspiegeling zijn van hun inzet en verantwoordelijkheid. Met de huidige CAO en de toekomstige ontwikkelingen in het oog, lijkt het bruto uurloon in de kinderopvang een stijgende lijn te volgen, wat een positief signaal is voor de sector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet