Kinderopvang: Financiering en Vergoedingen voor Ouders
september 7, 2025
In de kinderopvang zijn verlofregelingen een essentieel onderdeel van de werkomstandigheden voor medewerkers. Deze regelingen worden geregeld door zowel wettelijke als bovenwettelijke verlofuren. In deze artikel wordt ingegaan op de aard, het aantal en de mogelijkheden van bovenwettelijke verlofuren in de kinderopvang. Deze uren zijn een aanvulling op de wettelijke verlofuren en bieden medewerkers extra flexibiliteit.
Bovenwettelijke verlofuren zijn een aanvullende verlofregeling die bovenop de wettelijk verplichte verlofuren ligt. In de kinderopvang is het aantal bovenwettelijke uren vastgelegd in de kollektieve arbeidsovereenkomst (CAO). Deze regeling is specifiek voor de sector en geeft medewerkers extra verlof dat ze kunnen gebruiken voor vrije tijd, sparen of uitbetalen. Het verschil met wettelijke verlofuren is dat bovenwettelijke uren meestal meer flexibiliteit bieden in gebruik en opslag.
Het aantal bovenwettelijke verlofuren dat een medewerker in de kinderopvang per jaar krijgt, hangt af van het aantal gewerkte uren. Voor een fulltime medewerker (36 uur per week) zijn dit 66 uren per kalenderjaar. Voor parttime medewerkers wordt het aantal verlofuren berekend op basis van de verhouding tussen hun werkelijke uren en de fulltime uren.
Bijvoorbeeld:
Een medewerker die 27 uur per week werkt, krijgt:
27/36 × 66 = 49,5 bovenwettelijke verlofuren per jaar.
Samen met de wettelijke verlofuren (144 uren voor fulltime) levert dit een totaal verlofbudget op van 210 uren per jaar voor fulltimers. Voor parttimers wordt het totale verlof naar rato berekend, wat kan resulteren in bijvoorbeeld 157,5 uur verlof per jaar (27 uur fulltime equivalent).
Bovenwettelijke verlofuren bieden medewerkers meerdere opties. De CAO voor de kinderopvang legt uit dat deze uren kunnen worden ingezet op verschillende manieren, mits de wettelijke en fiscale regels worden gevolgd.
Een medewerker kan de bovenwettelijke verlofuren gebruiken voor vrije tijd. In dat geval ontvangt de werknemer haar salaris tijdens het verlof. Dit betekent dat het gebruik van deze uren geen inkomensverlies met zich meebrengt.
Het is mogelijk om bovenwettelijke verlofuren te sparen. De medewerker mag maximaal 66 uren per jaar overzetten naar het volgende kalenderjaar. Dit is bijvoorbeeld handig als er in een jaar weinig verlof nodig is. In totaal kunnen er dus 330 uren worden opgespaard, mits er geen andere afspraken zijn gemaakt met de werkgever.
De uren blijven maximaal vijf jaar op de loonadministratie staan, tenzij de medewerker deze anders regelt met de werkgever. Dit biedt een zekere mate van flexibiliteit, maar vereist wel planning.
Een andere optie is om de bovenwettelijke verlofuren aan het levensfasebudget toe te voegen. Dit budget is bedoeld om verlof te combineren met andere verlofsoorten, zoals verlof voor gezondheid of verlof voor studie. De medewerker mag maximaal 66 uren bovenwettelijk verlof hiertoe gebruiken.
Medewerkers kunnen kiezen om bovenwettelijke verlofuren aan het einde van het kalenderjaar uit te betalen. In dat geval ontvangt de werknemer een bedrag gelijk aan het uursalaris dat op dat moment geldt. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn als er extra inkomsten nodig zijn of als er geen verlof gepland is.
Een werkgever kan ook besluiten om 26 uren van het verlofbudget uit te betalen in december. Dit besluit moet uiterlijk op 1 januari van dat jaar worden genomen en de medewerker kan hiervan afwijken als ze een andere voorkeur heeft.
Bovenwettelijke verlofuren vervallen na vijf jaar, tenzij er een andere afspraak is gemaakt met de werkgever. Dit betekent dat de medewerker binnen deze termijn de uren moet gebruiken of laten uitbetalen. Er is ook een limiet op het aantal uren dat kan worden opgespaard per jaar (maximaal 66), wat belangrijk is om te overwegen bij het plannen van verlof.
De opbouw van bovenwettelijke verlofuren gebeurt op basis van het aantal gewerkte en uitbetaalde uren. Dit betekent dat de uren automatisch worden bijgehouden in het loonadministratieprogramma (zoals TIM). De medewerker hoeft dit niet zelf te regelen, maar dient wel te weten hoe het systeem werkt om eventuele vragen te kunnen stellen.
Bovenwettelijke verlofuren kunnen aan het eind van het kalenderjaar worden uitbetaald, mits de medewerker hiervoor heeft gekozen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de werknemer verlof niet heeft gebruikt en geen andere plannen heeft. De uitbetaling gebeurt op basis van het uursalaris dat op dat moment geldt. Dit betekent dat het uitbetaalde bedrag kan variëren, afhankelijk van eventuele salarisverhogingen of andere wijzigingen.
Een werkgever kan ook besluiten om automatisch 26 uren uit te betalen in december. Dit besluit moet uiterlijk op 1 januari van dat kalenderjaar worden genomen, en de medewerker kan hiervan afwijken indien gewenst.
Bovenwettelijke verlofuren zijn een belangrijk onderdeel van de werkomstandigheden in de kinderopvang. Ze bieden medewerkers extra verlof, wat positief is voor de balans tussen werk en privé. De mogelijkheid om deze uren te sparen, uit te betalen of toe te voegen aan het levensfasebudget geeft werknemers meer controle over hun eigen verlofplanning.
Bovendien ondersteunt deze regeling het wettelijk verlofbudget en helpt het om eventuele onverwachte situaties te beheren. Door de regeling van bovenwettelijke verlofuren te kennen, kunnen medewerkers beter plannen voor hun verlof en inkomsten, wat bijdraagt aan een betere werkomgeving en tevredenheid.
Bovenwettelijke verlofuren in de kinderopvang vormen een waardevolle aanvulling op de wettelijke verlofuren. Ze bieden medewerkers extra verlof dat ze kunnen gebruiken voor vrije tijd, sparen of uitbetalen. Het aantal uren is afhankelijk van het aantal gewerkte uren, en de regeling is geregeld in de CAO voor de kinderopvang. De mogelijkheden die medewerkers hebben met deze uren zijn divers, waardoor ze meer flexibiliteit krijgen in hun verlofplanning.
Het is belangrijk om de regels rond bovenwettelijke verlofuren goed te begrijpen, zodat medewerkers deze opties effectief kunnen gebruiken. Met een goed begrip van deze regelingen kan een medewerker beter plannen voor haar verlof, wat bijdraagt aan een betere balans tussen werk en privé. Daarnaast helpt het ook om eventuele vragen of problemen tijdig op te lossen, bijvoorbeeld in overleg met de werkgever of de personeelsadministratie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet