Zo aan de Appelstraat: een natuurlijke en leerzame kinderopvang in de Vruchtenbuurt van Den Haag
juli 17, 2025
Sinds 2016 zijn er meerdere wijzigingen doorgevoerd in het Besluit Kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Deze wijzigingen zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de kinderopvang en het aanpassen aan maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de toegang tot meertalige opvang en de rol van beroepskrachten in de kinderopvang. In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen en maatregelen beschreven, op basis van officiële publicaties en consultaties die tussen 2016 en 2024 zijn uitgevoerd.
Een van de kernwijzigingen die sinds 2016 zijn doorgevoerd, betreft de mogelijkheid tot meertalige buitenschoolse opvang. In 2016 is een wet aangenomen die het mogelijk maakt om voor kinderen in het primair onderwijs buitenschoolse opvang aan te bieden in Duits, Engels of Frans. Dit is in lijn met ontwikkelingen in het primair onderwijs, waarin sinds 2016 ook gedeelten van het onderwijs in deze talen gegeven kunnen worden.
Het Besluit Kwaliteit Kinderopvang is daarom gewijzigd, zodat het mogelijk is om meertalige buitenschoolse opvang aan te bieden. Beroepskrachten die betrokken zijn bij deze opvang moeten over een relevante opleiding beschikken. Daarnaast kunnen via ministeriële regelingen nadere regels worden geregeld met betrekking tot de opleidingseisen voor deze beroepskrachten.
Deze wijzigingen zijn ingevoerd met ingang van 1 september 2016, zodat kinderopvanginstellingen en ouders hiervan gebruik kunnen maken. De wetgeving zorgt voor een juridische basis voor meertalige opvang en maakt het mogelijk om deze vorm van kinderopvang op een gestructureerde en kwaliteitsvolle manier aan te bieden.
Een recente wijziging in het Besluit Kwaliteit Kinderopvang betreft de toegang tot kinderopvang voor beroepskrachten die nog in opleiding zijn. Het Besluit van 15 maart 2024 stelt dat beroepskrachten in opleiding als vaste medewerker in een kinderopvanginstelling kunnen worden ingezet. Dit betekent dat studenten die zich op de kinderopvang richting richten, tijdens hun opleiding al in een praktijksetting werken, wat bijdraagt aan de kwaliteit van de opvang en de professionalisering van beroepskrachten.
Deze wijziging is gericht op het versterken van de beroepsbeoefening in de kinderopvang en het aanpassen aan de behoeften van de sector. Het biedt ook een mogelijkheid om jonge beroepskrachten vroegtijdig in te zetten en zo ervaring op te doen in een reëel opvangsituatie.
De beroepskracht-kind ratio is een kernindicator voor de kwaliteit van de kinderopvang. In het kader van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK), die in 2018 in werking is getreden, zijn eisen gesteld aan de verhouding tussen beroepskrachten en kinderen. Uit een evaluatie in 2022 bleek dat deze eisen in de praktijk geleid hebben tot verbeteringen in de kwaliteit van de kinderopvang, met name in het pedagogische beleid en de aanpak van de individuele ontwikkeling van kinderen.
De evaluatie heeft aangetoond dat de verhouding tussen beroepskrachten en kinderen een directe invloed heeft op de kwaliteit van de zorg. Een lagere verhouding zorgt voor meer aandacht per kind en een betere ondersteuning van de ontwikkeling. Deze evaluatie heeft geleid tot aanpassingen in het Besluit Kwaliteit Kinderopvang, met als doel om de kwaliteit van de opvang verder te verbeteren.
Een andere wijziging betreft het inzetten van kindercentrum-overstijgende opvang. In het huidige Besluit is bepaald dat een kind in de buitenschoolse opvang normaal gesproken in één basisgroep wordt opgevangen. Echter, tijdens schoolvrije perioden kan een kind in meerdere kindercentra worden opgevangen zonder dat schriftelijke toestemming van de ouders nodig is. Deze regel is ingevoerd om administratieve belemmeringen te voorkomen in tijden waarin kinderen meerdere kindercentra gebruiken, zoals in de zomervakantie.
Deze wijziging is bedoeld om flexibiliteit te bieden voor kinderopvanginstellingen en ouders, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de opvang. Het betreft een uitzondering op de normale regels, die alleen van toepassing is tijdens schoolvrije periodes.
In het kader van meertalige opvang zijn aanvullende voorwaarden vastgelegd. Deze betreffen het pedagogisch beleidsplan en de tijdelijke toegang tot meertalige opvang buiten de normale openingstijd. Bijvoorbeeld is het mogelijk om tijdelijk meer dan 50% van de openingstijd per dag in Duits, Engels of Frans te gebruiken, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Deze regels zijn bedoeld om de toegang tot meertalige opvang te vergemakkelijken en de kwaliteit van deze opvang te waarborgen. Het pedagogisch beleidsplan moet duidelijk aangeven hoe meertalige opvang in het curriculum wordt geïntegreerd en hoe de taalontwikkeling van kinderen wordt gestimuleerd.
De wijzigingen in het Besluit Kwaliteit Kinderopvang zijn niet zonder discussie doorgevoerd. Tijdens een internetconsultatie zijn meningen verzameld van betrokken partijen, zoals kinderopvanginstellingen, ouders en beroepsgroepen. Uit deze consultatie bleek dat er verschillende standpunten zijn over de wijzigingen. Sommige partijen steunden de wijzigingen, omdat zij leidden tot meer flexibiliteit en een verbetering van de kwaliteit van de opvang. Anderen waren sceptisch over de administratieve tijdrovendheid en de impact op het budget van kinderopvanginstellingen.
De consultatie heeft geleid tot aanpassingen in de voorstellen en heeft bijgedragen aan een bredere draagkracht voor de wijzigingen. De uiteindelijke besluiten zijn daarom gebaseerd op een afweging tussen de behoeften van de sector, de kwaliteit van de opvang en de wensen van ouders.
De wijzigingen in het Besluit Kwaliteit Kinderopvang en Peuterspeelzalen zijn gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de kinderopvang en het aanpassen aan maatschappelijke ontwikkelingen. De invoering van meertalige opvang, de toegang tot beroepskrachten in opleiding, de aanpassingen in de beroepskracht-kind ratio en de mogelijkheid tot kindercentrum-overstijgende opvang zijn belangrijke stappen in de richting van een flexibelere en kwaliteitsvolle kinderopvang.
Deze wijzigingen zijn onderbouwd door evaluaties en consultaties, die aantoonden dat de kwaliteit van de opvang verbeterd kan worden door professionele beroepskrachten, een duidelijk pedagogisch beleidsplan en een aangepaste verhouding tussen kinderen en beroepskrachten. Het Besluit Kwaliteit Kinderopvang blijft daarmee een belangrijk instrument om de kinderopvang in Nederland te versterken en te professionaliseren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet