Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
De kinderopvangsector in Nederland speelt een essentiële rol in de maatschappij, zowel op sociaal als economisch vlak. Aangezien het een arbeidsintensieve sector is, zijn er specifieke fiscale aandachtspunten die kinderopvangorganisaties moeten kennen. Het afwikkelen van belastingaangiften, het begrijpen van de regels rondom de werkkostenregeling (WKR), omzetbelasting (btw) en vennootschapsbelasting (Vpb) is van groot belang om risico’s op naheffingen te voorkomen. In dit artikel bespreken we de belangrijkste fiscale aandachtspunten en geven we uitleg over hoe kinderopvangorganisaties hier het beste mee om kunnen gaan.
Belastingaangiften en de rol van de Belastingdienst
Voor kinderopvangorganisaties is het afwikkelen van belastingaangiften een cruciale taak. De Belastingdienst speelt een centrale rol bij het uitvoeren van de kinderopvangtoeslag en het controleren van fiscale aangiften. Ouders kunnen bijvoorbeeld via de Belastingdienst de kinderopvangtoeslag aanvragen, wat betekent dat kinderopvangorganisaties regelmatig interactie hebben met dit instituut.
De Belastingdienst houdt ook een portaal voor kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus in stand, waarbij gegevens aanlevering mogelijk is. De organisaties loggen in met digitale identiteitsbewijzen, zoals DigiD of eHerkenning. Dit zorgt voor betere beveiliging en transparantie in het fiscale proces. Voor bepaalde activiteiten, zoals het uitlenen van personeel, kan het noodzakelijk zijn om gegevens aan te leveren via dit portaal.
Vennootschapsbelasting (Vpb)
Een van de belangrijkste belastingen voor kinderopvangorganisaties is de vennootschapsbelasting (Vpb). In de praktijk is het niet ongebruikelijk dat organisaties van mening zijn dat ze niet Vpb-plichtig zijn, vooral wanneer ze zijn opgericht als stichting. Echter, de wet stelt duidelijk dat een stichting belastingplichtig is indien sprake is van een onderneming.
Een onderneming wordt gedefinieerd als een organisatie van kapitaal en arbeid die deelneemt aan het economisch verkeer en een winststreven heeft. In de kinderopvangsector is sprake van concurrentie, bijvoorbeeld bij voor- en vroegschoolse educatie. Hieruit volgt dat kinderopvangorganisaties vaak toch Vpb-plichtig zijn. Het is daarom belangrijk om de activiteiten van de organisatie goed in beeld te krijgen en te bepalen of er sprake is van een onderneming.
Omzetbelasting (btw) en zzp’ers
Omzetbelasting is een ander belangrijk fiscaal aspect in de kinderopvangsector. Veel organisaties gebruiken zzp’ers om te voldoen aan het personeelsvrijblijvend karakter van hun activiteiten. Het gebruik van zzp’ers biedt flexibiliteit, maar leidt ook tot onduidelijkheid over de btw-verplichtingen.
Zzp’ers die voldoen aan bepaalde eisen zijn in principe vrijgesteld van btw. Echter, de Belastingdienst neemt steeds vaker het standpunt in dat zzp’ers wel btw in rekening moeten brengen. Dit heeft tot gevolg dat zowel kinderopvangorganisaties als zzp’ers het liefst geen btw in rekening willen brengen, omdat dit de kosten verhoogt en het risico op vervelende naheffingen vergroot. Het is daarom belangrijk om deze kwesties goed af te stemmen vooraf, om juridische complicaties te voorkomen.
Uitleen van personeel en btw
Een veelvoorkomende situatie in de kinderopvangsector is het uitlenen van personeel aan andere instellingen, zoals onderwijsinstellingen. De vraag die zich dan stelt, is of hierbij btw in rekening gebracht moet worden. In de hoofdregel is sprake van een met btw belaste prestatie, ook als het om de inzet van een onderwijsassistent gaat.
Om btw-heffing te voorkomen, kunnen er pleitbare standpunten worden geformuleerd. Bijvoorbeeld, in het geval van gelieerde stichtingen (onderwijs en kinderopvang) is het mogelijk om een fiscale eenheid voor de btw te vormen. Dit vereist echter een zorgvuldige voorbereiding, omdat er strikte voorwaarden gelden. Ook is het mogelijk om een ‘overeenkomst kosten voor gemene rekening’ op te stellen, wat inhoudt dat kosten eerlijk verdeeld worden tussen betrokken partijen.
Werkkostenregeling (WKR)
De werkkostenregeling (WKR) is een belangrijk fiscaal instrument voor kinderopvangorganisaties. Het biedt de mogelijkheid om een bedrag te besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. Deze vrije ruimte is maximaal 1,7 procent van de loonsom tot €400.000 en 1,18 procent over het meerdere van de totale fiscale loonsom. Over het bedrag dat de vrije ruimte overschrijdt, is een eindheffing verschuldigd van 80 procent.
Aangezien kinderopvang arbeidsintensief is, heeft deze sector relatief veel vrije ruimte binnen de WKR. Het is echter vaak het geval dat organisaties niet voldoende kennis hebben van de regels rondom de WKR. Hierdoor kan het risico op naheffingen ontstaan en wordt de vrije ruimte niet optimaal benut. Het uitvoeren van een WKR-scan kan hierbij helpen om eventuele tekortkomingen op te sporen en het gebruik van de vrije ruimte te optimaliseren.
Investeringsaftrek en duurzame ontwikkeling
Naast de dagelijkse fiscale aandachtspunten, zijn er ook lange termijnmaatregelen die kinderopvangorganisaties kunnen benutten. De energie-investeringsaftrek is een voorbeeld hiervan. Deze aftrek is 45,5 procent van het investeringsbedrag en kan worden gebruikt als wordt geïnvesteerd in energiebesparende bedrijfsmiddelen of duurzame energie.
Het is echter belangrijk om tijdig een melding van de investering aan te maken bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), binnen drie maanden na het aangaan van een verplichting. De aftrek kan worden verzilverd in de aangifte van de vennootschapsbelasting.
In de kinderopvangsector is er in de afgelopen jaren een toenemende aandacht voor verduurzaming. Initiatieven zoals De Groene Agenda Kinderopvang stimuleren kinderopvangorganisaties om duurzame praktijken te ontwikkelen. Het benutten van fiscale faciliteiten zoals de energie-investeringsaftrek is daarbij een waardevolle optie.
Belastingaangiften in de praktijk
Het afwikkelen van belastingaangiften vereist zorgvuldige voorbereiding en kennis van de fiscale regels. Kinderopvangorganisaties moeten bijvoorbeeld rekening houden met de vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. Het is verstandig om jaarlijks een WKR-scan uit te voeren om te controleren of de aangiften correct zijn en of er verbeterpunten zijn.
Daarnaast is het belangrijk om facturen goed te structureren, zodat duidelijk is wat voor soort kosten is verwerkt. Dit helpt bijvoorbeeld om eventuele discussies met de Belastingdienst over de aard van de kosten te voorkomen.
Conclusie
De kinderopvangsector is een essentieel onderdeel van de maatschappij en vereist een duidelijke kennis van de fiscale regels. Het afwikkelen van belastingaangiften, het benutten van faciliteiten zoals de werkkostenregeling en het voorkomen van naheffingen zijn belangrijke aspecten voor kinderopvangorganisaties. Door aandacht te besteden aan vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting, kunnen organisaties hun fiscale positie optimaliseren en risico’s voorkomen.
Het is verstandig om jaarlijks een WKR-scan uit te voeren en gegevens correct aan te leveren via de portalen van de Belastingdienst. Daarnaast kunnen faciliteiten zoals de energie-investeringsaftrek worden benut om de duurzaamheid van de organisatie te vergroten. Met een goed begrip van de fiscale regels kan de kinderopvangsector efficiënter en verantwoordelijker functioneren.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
