Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
Werkgevers in de kinderopvang die kiezen voor het opleiden van beroepsbegeleide leerlingen (BBL’ers) krijgen niet alleen een toekomstgerichte inzetstrategie, maar ook een duidelijke regelgeving rondom salarissen, inzetbaarheid en begeleiding. Voor BBL’ers zelf betekent dit dat ze vanaf het begin van hun opleiding werken in een erkend leerbedrijf, waarbij ze zowel een praktijkplek als een opleiding krijgen. In dit artikel bespreken we de salarissen, voorwaarden en voordelen van een BBL-traject in de kinderopvang, op basis van de meest actuele informatie uit de CAO Kinderopvang en andere relevante bronnen.
Salarissen voor BBL’ers in de kinderopvang
Een BBL-traject is speciaal ontworpen voor leerlingen die een opleiding volgen in combinatie met werk in de praktijk. In de kinderopvang zit een BBL’er in salarisschaal 5, zoals vastgelegd in de CAO Kinderopvang. Op basis van de huidige CAO (januari 2025–januari 2027) verdient een BBL’er in schaal 5 bijvoorbeeld een bruto maandsalaris van €2.517 tot €3.374, afhankelijk van de trede waarin de werknemer zit. Deze salarissen zijn geldend voor een fulltime contract van 36 uur per week. Aangezien BBL’ers vaak met minder uren werken en leren, is het maandsalaris meestal lager dan het maximum in de schaal.
Na het behalen van het diploma wordt een BBL’er ingeschaald in salarisschaal 6, wat overeenkomt met de functie van pedagogisch medewerker. In deze schaal verdient een volledig voltijdse pedagogisch medewerker tussen de €2.641 en €3.630 bruto per maand, zoals vastgelegd per 1 juli 2025. De salarissen stijgen elk jaar met een trede, tot het maximum van de schaal is bereikt. In 2026 wordt bovendien een salarisverhoging van 1,5% doorgevoerd.
Extra’s zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering
BBL’ers ontvangen niet alleen een maandelijkse bruto verrekening, maar ook extra’s zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. In 2025 is de vakantietoeslag vastgelegd op 8% van het bruto maandsalaris. De eindejaarsuitkering bedraagt in 2025 5,5%, wat in 2026 naar 8% stijgt. Deze extra’s maken de inkomsten van BBL’ers in de kinderopvang aantrekkelijker en vooral betrouwbaarder dan bijvoorbeeld bij een stage of een andere vorm van werk-leren combinatie.
Inzetbaarheid en begeleiding van BBL’ers
De inzetbaarheid van BBL’ers is onderworpen aan de regels van de CAO Kinderopvang. In bijlage 9 van de CAO wordt beschreven hoe de formatieve inzet van een BBL’er zich kan ontwikkelen, afhankelijk van de fase van de opleiding. Aanvankelijk kan een BBL’er slechts gedeeltelijk formatief ingezet worden, terwijl de inzetbaarheid stijgt naarmate de student meer verantwoordelijkheden en kennis opdoet.
Vanaf 1 juli 2024 is het verplicht om een begeleidingsplan op te stellen voor elke BBL’er. Dit plan moet schriftelijk worden vastgelegd en moet instemming hebben van de BBL’er zelf, de opleidingsbegeleider van de school en de praktijkbegeleider van de kinderopvangorganisatie. In het begeleidingsplan kan ook worden aangegeven hoe de formatieve inzetbaarheid van de BBL’er zich ontwikkelt. Dit plan is bedoeld om de inzetbaarheid en de kwaliteit van het werk te garanderen, zonder dat er inhoudelijke eisen aan worden gesteld.
Financiële voorzieningen en subsidies
Werkgevers die BBL’ers opleiden kunnen rekenen op financiële voorzieningen. Zo kunnen de uren die nodig zijn voor de opleiding worden vergoed door een leer-arbeidsovereenkomst, waarbij de werknemer meer uren per week werkt. Daarnaast kunnen werkgevers ook de kosten voor de opleiding vergoeden, zoals het bedrag dat nodig is voor het volgen van het MBO-4 traject.
Daarnaast bestaan er ook subsidies voor het opleiden van BBL’ers. Deze subsidies zijn bedoeld om werkgevers te ondersteunen bij het opleiden van jonge medewerkers en om zo het beroepsbeleid in de kinderopvang te versterken. Meer informatie over subsidies kan worden gevonden via de SBB of andere relevante organisaties die subsidies regelen voor beroepskrachten in opleiding.
Praktijkbegeleiding en samenwerking met opleidingen
Een belangrijk onderdeel van het BBL-traject is de praktijkbegeleiding. Werkgevers moeten een praktijkopleider aanstellen, die de eisen van de opleiding kent en voldoende tijd en middelen heeft om de student te begeleiden. De praktijkopleider speelt een sleutelrol in het formatieve traject van de BBL’er en moet samenwerken met de opleiding en de school.
Daarnaast is het belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen het leerbedrijf en de school. In sommige gevallen onderhouden opleidingen weinig contact met de werkplek van de student, wat kan leiden tot onduidelijkheden in de beoordeling van de inzetbaarheid en de ontwikkeling van de BBL’er. Werkgevers worden aangeraden om actief contact te zoeken met de opleiding om zo een optimaal leer- en werktraject te realiseren.
Werving en selectie van BBL’ers
Werkgevers die BBL’ers wensen in te zetten moeten duidelijk maken dat hun organisatie een erkend leerbedrijf is en open staat voor BBL’ers. Dit kan bijvoorbeeld door aparte aandacht te besteden aan BBL’ers in de wervingsstrategie of door op de website of in wervingsactiviteiten te beschrijven wat het werk van een BBL’er inhoudt.
Een leuke manier om aandacht te geven aan BBL’ers is door bijvoorbeeld een dag uit het leven van een student-medewerker te beschrijven. Dit geeft kandidaten een beter beeld van wat ze kunnen verwachten en hoe de combinatie van werk en opleiding in de praktijk werkt. Daarnaast is het belangrijk dat het leerbedrijf op leerbanenmarkt.nl en stagemarkt.nl vermeld staat, zodat BBL’ers makkelijker toegang krijgen tot de organisatie.
Verruiming van inzetbaarheid van beroepskrachten in opleiding
Tot 1 juli 2026 is er een verruiming van inzetbaarheid voor beroepskrachten in opleiding. Dit betekent dat tot dat moment 50 procent van de formatieve inzet van een kindercentrum bestaat uit beroepskrachten in opleiding. Deze verruiming maakt het mogelijk om jonge medewerkers eerder in te zetten en zo het personeelsaanbod te versterken.
Het is belangrijk om te weten dat de verruiming voor 2026 geldt, maar dat er in de toekomst weer andere regels kunnen gelden. Werkgevers worden daarom aangeraden om actueel te blijven in de regelgeving rondom BBL’ers en andere beroepskrachten in opleiding.
Voordelen van een BBL-traject voor werknemers
Voor werknemers zelf biedt een BBL-traject meerdere voordelen. Ten eerste ontvangt de BBL’er direct een salaris vanaf het begin van de opleiding, in tegenstelling tot een stage of een andere vorm van opleiding. Dit maakt het mogelijk om vanaf het begin een inkomen te hebben, wat vooral voor jongeren zonder eigen inkomen een grote pluspunt is.
Ten tweede is er een duidelijke groeitraject voor BBL’ers. Na het behalen van het diploma wordt de BBL’er ingeschaald in een hogere salarisschaal en krijgt hij of zij meer verantwoordelijkheden in de kinderopvang. Dit zorgt voor een duurzame carrièremogelijkheid binnen de sector.
Ten slotte is het BBL-traject goed afgestemd op de werkwijze van de kinderopvangorganisatie. Door de combinatie van werk en opleiding op een vestiging van de organisatie, kan de BBL’er snel vertrouwd raken met de werkwijze en de doelen van de organisatie. Dit leidt vaak tot een grotere betrokkenheid en een snellere groei in de functie.
Conclusie
Het opleiden van BBL’ers in de kinderopvang biedt zowel voor werkgevers als voor werknemers verschillende voordelen. Voor werkgevers is het een manier om jonge medewerkers in te zetten en zo het beroepsbeleid te versterken. Voor werknemers betekent het een traject waarin werk en opleiding goed met elkaar verweven zijn, waardoor er direct een inkomen is en een duurzame groeitraject is mogelijk.
De salarissen voor BBL’ers zijn duidelijk vastgelegd in de CAO Kinderopvang en zijn afhankelijk van de schaal en de trede waarin de werknemer zit. Buiten het maandelijkse salaris ontvangen BBL’ers ook extra’s zoals vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. De inzetbaarheid van BBL’ers is regelmatig onderzocht en wordt ondersteund door een begeleidingsplan, waardoor de kwaliteit van de inzet en de ontwikkeling van de BBL’er kan worden gegarandeerd.
In de toekomst is het belangrijk om actueel te blijven in de regelgeving rondom BBL’ers en andere beroepskrachten in opleiding. Werkgevers en opleidingen moeten samenwerken om zowel de leerlingen als de kinderopvangorganisaties te ondersteunen in hun ontwikkeling. Op deze manier kan de kinderopvangsector blijven groeien en jonge talenten blijven aantrekken.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
