Kinderopvang in Andijk: Speelplein, Veiligheid en Ontwikkeling in Centraal Vlaardingen
juli 17, 2025
De meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling is sinds 1 januari 2019 verbeterd en verplicht voor professionals in verschillende sectoren, waaronder de kinderopvang. Deze meldcode helpt beroepskrachten om vermoedens van onveilige situaties binnen een gezin vroegtijdig te signaleren en te melden. Het centrale hulpmiddel bij deze meldcode is het afwegingskader, dat professionals ondersteunt bij het bepalen of er een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis. Dit artikel legt het afwegingskader uit in de context van de kinderopvang, inclusief de stappen die professionals moeten doorlopen, de verplichtingen en het doel van het kader.
Het afwegingskader is ontwikkeld om professionals te ondersteunen bij het bepalen of er sprake is van acute of structurele onveiligheid in een gezin. Het kader helpt hen om te beslissen of er een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis, en of er in de tussentijd ook hulp kan worden ingezet.
Het gebruik van een afwegingskader is sinds 2019 verplicht in stap 4 en 5 van de meldcode. Het doel van deze aanpassing is om zowel de veiligheid van kinderen als de kwaliteit van de hulp te verbeteren. Het kader maakt het mogelijk om complexe situaties eerder te signaleren, zelfs als de onveiligheid zich niet direct levensbedreigend voordoet. Hierdoor kunnen situaties vroegtijdig worden ingrijpend bekeken en kan Veilig Thuis effectieve hulp inzetten.
De meldcode is opgebouwd uit vijf stappen die professionals doorlopen wanneer zij vermoeden dat een kind wordt mishandeld of dat er sprake is van huiselijk geweld. Deze stappen zijn:
Signalen herkennen: Professionals letten op signalen die kunnen wijzen op onveiligheid, zoals fysieke verwondingen, gedragsveranderingen of klachten van kinderen of ouders.
Informatie verzamelen: Nadat er signalen zijn geïdentificeerd, wordt extra informatie verzameld. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit observatie, gesprekken met het kind of de ouder(s), of het raadplegen van bestaande dossiers.
Afweging maken: In deze stap wordt beoordeeld of de situatie zich binnen het normale bereik van zorg en opvoeding bevindt of dat er sprake is van onveiligheid. Hierbij wordt ook gekeken naar de omvang en het karakter van het vermoede geweld.
Afwegingskader toepassen: In deze stap wordt het afwegingskader gebruikt om te bepalen of er sprake is van acute of structurele onveiligheid. Als dit het geval is, is het verplicht om een melding te doen bij Veilig Thuis.
Beslissen en actie ondernemen: Hierin wordt besloten of een melding gedaan moet worden en of er hulp kan worden ingezet, zowel door Veilig Thuis als door de eigen organisatie.
Professionals in de kinderopvang, zoals pedagogisch medewerkers en verpleegkundigen, gebruiken een specifiek afwegingskader dat is ontwikkeld voor hun beroepsgroep. Dit kader is ontworpen om professionele normen en praktijkstandaarden in de kinderopvang te ondersteunen. Het kader helpt hen bij het beoordelen van situaties waarin er vermoedens zijn van:
Het kader is onderdeel van een professionele norm die sinds 2019 geldt. Het is dus niet langer toegestaan om te wachten tot een situatie zich ernstig ontwikkelt. Ook bij vermoedens van structurele onveiligheid, zoals bijvoorbeeld langdurig verwaarlozing of herhaaldelijk geweld, is het verplicht om een melding te doen.
Een medewerker in de kinderopvang merkt dat een kind regelmatig met blauwe plekken komt en weigert over de toestand te praten. In dit geval is het verplicht om het afwegingskader te gebruiken. De medewerker moet dan bepalen of de situatie zich binnen de normale grenzen van kinderopvoeding bevindt of dat er sprake is van onveiligheid. Als er sprake is van acute of structurele onveiligheid, moet een melding worden gedaan bij Veilig Thuis.
Naast het besluit om te melden, is het ook toegestaan om zelf hulp te organiseren, bijvoorbeeld door extra aandacht te geven aan het kind of door contact op te nemen met een aandachtsfunctionaris binnen de organisatie.
De aandachtsfunctionaris speelt een centrale rol in het afwegen van situaties en het bepalen van de juiste stappen. De aandachtsfunctionaris:
De aandachtsfunctionaris is dus de intermediair tussen de medewerker die signalen heeft opgemerkt en het proces van melden of hulporganiseren. Zij helpen bij het afwegen van de situatie en zorgen voor een duidelijke handelwijze.
Het afwegingskader is een landelijk vastgesteld instrument dat voor elk beroep specifiek is afgestemd. In de kinderopvang is het kader ontworpen in overleg met pedagogen, psychologen en andere professionals die vaak te maken hebben met jonge kinderen.
Het kader bestaat uit een reeks vragen en afwegingen die professionals moeten doorlopen. Deze afwegingen helpen hen bij het bepalen of er sprake is van acute onveiligheid (bijvoorbeeld een directe bedreiging voor het kind) of structurele onveiligheid (bijvoorbeeld een langdurige, herhaalde situatie die het kind in gevaar brengt).
Als een professional bepaalt dat er sprake is van acute of structurele onveiligheid, is het verplicht om een melding te doen bij Veilig Thuis. Dit is een centrale organisatie die zich richt op het ondersteunen van slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling. Veilig Thuis combineert informatie uit meerdere meldingen en helpt bij het inzetten van hulp en het volgen van situaties op de lange termijn.
Een belangrijke verandering in de verbeterde meldcode is dat het onderscheid tussen melden en hulpverlenen is vervallen. In het verleden was het ofwel nodig om te melden, ofwel om hulp te bieden. Nu is het mogelijk om zowel te melden als hulp te bieden. Dit betekent dat professionals niet langer hoeven te kiezen tussen deze twee opties. Zij kunnen tegelijkertijd melden bij Veilig Thuis en zelf hulp organiseren of bieden, bijvoorbeeld in samenwerking met de aandachtsfunctionaris of met andere hulpverleners.
Professionals in de kinderopvang hebben sinds 2019 de verplichting om het afwegingskader te gebruiken in stap 4 en 5 van de meldcode. Dit geldt voor alle vormen van vermoedens van onveiligheid, ongeacht of het gaat om fysiek, psychisch of seksueel geweld of verwaarlozing.
Het is verplicht om een melding te doen bij Veilig Thuis in de volgende gevallen:
Daarnaast mag een melding ook worden gedaan als de hulp niet op gang komt. Dit is bijvoorbeeld het geval als er al een melding is gedaan, maar er geen concreet hulpverleningsplan is opgestart of als het plan niet werkt.
Hier zijn enkele voorbeelden van situaties waarin een melding bij Veilig Thuis nodig is, volgens de verbeterde meldcode:
In al deze gevallen is het verplicht om het afwegingskader te gebruiken en bij acute of structurele onveiligheid een melding te doen bij Veilig Thuis.
Veilig Thuis is een centrale organisatie die zich richt op het ondersteunen van slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling. De organisatie combineert informatie uit meerdere meldingen en helpt bij het inzetten van hulp. Veilig Thuis werkt op lange termijn aan het creëren van veilige situaties voor kinderen en hun ouders.
Bij het melden van een situatie bij Veilig Thuis is het belangrijk om zoveel mogelijk informatie te verstrekken. Dit maakt het mogelijk voor Veilig Thuis om de situatie goed in beeld te krijgen en de juiste hulp te bieden. Veilig Thuis kan bijvoorbeeld hulp aanbieden in de vorm van:
Het afwegingskader is een essentieel onderdeel van de verbeterde meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Het kader helpt professionals in de kinderopvang om vermoedens van onveilige situaties vroegtijdig te signaleren en te melden. Het is verplicht om het kader te gebruiken in stap 4 en 5 van de meldcode, en het is belangrijk om te onthouden dat het kader niet alleen gericht is op fysiek geweld, maar ook op psychisch, seksueel geweld en verwaarlozing.
Professionals in de kinderopvang spelen een belangrijke rol bij het herkennen van signalen en het bepalen van de juiste stappen. Het gebruik van het afwegingskader en het melden bij Veilig Thuis zijn essentiële maatregelen om kinderen te beschermen en veilige situaties te creëren. Het kader ondersteunt professionals bij het maken van professionele keuzes en helpt bij het bepalen of hulp nodig is en of een melding gedaan moet worden.
Door het afwegingskader te gebruiken en zich te houden aan de verbeterde meldcode, kunnen professionals in de kinderopvang een belangrijke bijdrage leveren aan de veiligheid en het welzijn van kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet