Avondopleidingen in de kinderopvang: Werken en leren combineren voor toekomstige pedagogisch medewerkers
juli 16, 2025
De regelingen rond de werkurentoeslag in de kinderopvang zijn sinds 2023 aangepast. Deze wijzigingen zijn bedoeld om het stelsel eenvoudiger en begrijpelijker te maken, met name voor ouders die onregelmatige of variabele werktijden hebben, zoals ondernemers of zelfstandigen. In dit artikel worden de belangrijkste punten van de werkurentoeslag in de kinderopvang uitgelegd, met nadruk op de wijzigingen die zijn doorgevoerd in 2023 en daarna. Op basis van de beschikbare informatie wordt een duidelijk overzicht gegeven van wie recht heeft op toeslag, hoe het wordt berekend en welke maatregelen zijn genomen om het systeem te verbeteren.
Werkurentoeslag voor kinderopvangmedewerkers
In de kinderopvangsector is de werkurentoeslag bedoeld om medewerkers die op ongebruikelijke uren werken extra te belonen. Deze toeslag is geregeld in de CAO Kinderopvang (Collectieve Arbeidsovereenkomst). De regels zijn duidelijk gestructureerd en hangen af van de uren waarin een medewerker werkt.
Tijdstippen en percentages
De werkurentoeslag wordt toegekend aan medewerkers die werken: - voor 07:00 of na 19:00 uren op maandag tot en met vrijdag, - op zaterdag, - op zondag of feestdagen.
De hoogte van de toeslag hangt af van het tijdstip van werken, zoals weergegeven in de volgende tabel:
| Tijdstip | Werkuren | Werkurentoeslag |
|---|---|---|
| maandag – vrijdag | 07:00 – 19:00 | - |
| maandag – vrijdag | 19:00 – 07:00 | 20% |
| zaterdag | 07:00 – 19:00 | 30% |
| zaterdag | 19:00 – 07:00 | 40% |
| zondag, feestdag | 07:00 – 07:00 | 45% |
De toeslag wordt berekend op het uursalaris van de medewerker. Als het uursalaris hoger is dan het salaris dat hoort bij salarisnummer 18, dan wordt de toeslag berekend op het maximum dat bij dat salarisnummer hoort. Deze regel geldt niet voor medewerkers in salarisschaal 11 of hoger, noch voor diegenen die uitsluitend buiten deze tijden werken in een ondersteunende functie buiten het primaire proces van de kinderopvang.
Werkentoeslag en het recht op kinderopvangtoeslag voor ouders
De wijzigingen vanaf 2023 hebben ook gevolgen voor ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag. In het verleden was het aantal gewerkte uren een belangrijk criterium om de hoogte van de toeslag te bepalen. Sinds 2023 is deze koppeling echter losgelaten. Dit betekent dat het aantal gewerkte uren niet langer bepalend is voor de toekenning van kinderopvangtoeslag. In plaats daarvan is het aantal gewerkte kalendermaanden van betekenis.
Aanpassing voor ouders met onregelmatige uren
Deze wijziging is met name bedoeld voor ouders die onregelmatige of variabele werktijden hebben, zoals ondernemers of zelfstandigen. Voor deze groep was het voordat het aantal uren bepalend was, vaak lastig om in te schatten hoeveel uren per maand ze in aanmerking kwamen voor de toeslag. Daardoor kon het gebeuren dat ouders uiteindelijk terugbetalingen kregen. Het nieuwe systeem zorgt ervoor dat ouders geen risico meer lopen op onverwachte terugbetalingen.
Berekening van de kinderopvangtoeslag
De berekening van de kinderopvangtoeslag is vanaf 2023 gebaseerd op het aantal kalendermaanden waarin arbeid is verricht. Per kalendermaand is er een maximum van 230 uren kinderopvangtoeslag beschikbaar per kind. Dit betekent dat het maximum aantal uren in een jaar 2.760 is (230 uren x 12 maanden).
Het maximum uurbedrag dat de overheid vergoed, hangt af van het type kinderopvang: - Dagopvang: maximaal € 8,97 per uur (in 2023) - Buitenschoolse opvang (Bso): maximaal € 7,72 per uur - Gastouderopvang: maximaal € 6,73 per uur
Het toetsingsinkomen, dat wordt gebruikt voor de berekening van de toeslag, is het jaarinkomen zoals dat door de Belastingdienst wordt gebruikt voor andere toeslagen. Aftrekposten zoals aftrek voor eigen woning, partneralimentatie of ondernemersaftrek worden meegenomen in de berekening.
Onderbouwing van de toeslag
De Belastingdienst gebruikt zowel informatie die door de ouders is ingevuld, als gegevens uit externe bronnen. Deze externe bronnen kunnen bijvoorbeeld het werkgeversadministratiebestand of uitkeringen van pensioenfondsen zijn. Dit zorgt ervoor dat de berekening van de kinderopvangtoeslag objectief en accuraat is.
Voor ouders die minder dan 230 uren per maand werken, geldt het volgende: ook dan is er een recht op kinderopvangtoeslag, mits de ouder(s) werken. Bijvoorbeeld, als een ouder slechts één uur per maand werkt, dan is er nog steeds recht op 230 uren kinderopvangtoeslag per maand. Dit is een belangrijk verschil ten opzichte van het systeem voor 2023.
Opvanguren opmaken
Als een ouder ophoudt met werken of studeert, zijn er regels voor het opmaken van overige opvanguren. Vanaf 2023 is het mogelijk om de overige opvanguren die nog niet zijn gebruikt, in te vullen tot het einde van het jaar. Dit geldt ook als de ouder op dat moment niet meer werkt of studeert. Echter, als het om een geplande afloop van een opleiding of inburgeringscursus gaat, is er geen recht op de extra drie maanden toeslag, maar is het nog steeds mogelijk om de overige uren in te vullen.
Belang van het gezamenlijke inkomen
Hoewel het aantal gewerkte uren niet langer bepalend is voor de kinderopvangtoeslag, blijft het gezamenlijke inkomen van beide ouders wel een bepalende factor. De hoogte van de toeslag hangt af van het totale inkomen van het gezin. Dit betekent dat ouders met een hoger gezamenlijk inkomen minder toeslag ontvangen, en ouders met een lager inkomen een hogere vergoeding krijgen.
Conclusie
De werkurentoeslag in de kinderopvang is een belangrijk instrument om medewerkers die op ongebruikelijke tijdstippen werken extra te belonen. Deze toeslag is goed geregeld in de CAO en wordt berekend op basis van het uursalaris van de werknemer. Voor ouders is de kinderopvangtoeslag een ondersteuning bij de kosten van kinderopvang. Sinds 2023 is het aantal gewerkte uren niet meer bepalend voor de hoogte van deze toeslag. In plaats daarvan is het aantal kalendermaanden waarin arbeid is verricht van betekenis. Deze wijziging maakt het stelsel eenvoudiger en voorkomt onverwachte terugbetalingen, met name voor ouders met onregelmatige werktijden. Het maximum uurbedrag en het toetsingsinkomen blijven echter wel gelden. De Belastingdienst gebruikt zowel ingevulde gegevens als externe bronnen om de toeslag correct te berekenen. Deze aanpassingen zorgen voor een eerlijker en begrijpelijker systeem voor ouders in de kinderopvangsector.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
