Arbeidstijden en pauzebeleid in de kinderopvang: Informatie voor werknemers en werkgevers
juli 16, 2025
In 2023 zijn er belangrijke wijzigingen geweest in de regels rond de kinderopvangtoeslag in Nederland. Deze veranderingen betreffen zowel het maximum aantal vergoede opvanguren als de uurtariezen voor verschillende vormen van kinderopvang. In dit artikel worden de nieuwe regels, hun impact en de onderliggende motieven in detail besproken, met aandacht voor de financiële gevolgen voor ouders en de maatregelen van de overheid.
De kinderopvangtoeslag is een financiële ondersteuning voor ouders die hun kinderen in kinderopvang steken. In 2023 zijn er wijzigingen geweest in de regels voor de vergoeding. Zo is het maximum aantal vergoede opvanguren per maand en per kind vastgesteld op 230 uur. Daarnaast zijn de maximumuurtariezen voor verschillende vormen van kinderopvang aangepast, waaronder dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Deze wijzigingen zijn het gevolg van een extra indexering van 1,74%, bovenop de reguliere indexering, om de stijgende kosten van kinderopvang te compenseren.
Vanaf 1 januari 2023 geldt een maximum van 230 opvanguren per maand en per kind voor iedereen die recht heeft op kinderopvangtoeslag. Dit maximum is onafhankelijk van het aantal uren dat een ouder werkt of studeert. Dit betekent dat zelfs ouders die slechts 1 uur per maand werken, recht hebben op 230 uur kinderopvang. Deze wijziging is bedoeld om de toegankelijkheid van kinderopvang te vergroten en het werken of studeren voor ouders te stimuleren, ongeacht het aantal uren dat ze daadwerkelijk aanwerken.
Het maximum van 230 uur per maand komt neer op 2760 uur per jaar per kind. Dit is het maximum dat door de overheid wordt vergoed via de kinderopvangtoeslag. Voor ouders die meer dan 230 uur per maand opvang nodig hebben, is het mogelijk dat de extra uren niet volledig worden vergoed, afhankelijk van de eigen bijdrage en de hoogte van het inkomen.
De maximumuurtariezen voor de kinderopvangtoeslag zijn in 2023 verhoogd als gevolg van een extra indexering. Deze extra verhoging bedroeg 1,74%, bovenop de reguliere indexering die op basis van loon- en prijsontwikkeling wordt berekend. De indexering is opgenomen in het Besluit kinderopvangtoeslag en geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.
De maximumuurtariezen voor de verschillende vormen van kinderopvang zijn als volgt:
Deze verhoging betekent dat ouders in 2023 gemiddeld iets meer ondersteuning krijgen voor hun kinderopvangkosten. De verhoging van de maximumuurtariezen is gebaseerd op een gewogen gemiddelde van de loonontwikkeling (80%) en de consumentenprijsindex (20%). Deze berekening is uitgevoerd door het CPB (Centraal Planbureau).
De wijzigingen in de maximumuurtariezen hebben geleid tot hogere vergoedingen voor ouders via de kinderopvangtoeslag. Volgens de data van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) betaalden ouders in 2023 gemiddeld 3210 euro aan kinderopvang. Van deze kosten kregen ouders 64 procent vergoed via de kinderopvangtoeslag, terwijl 36 procent zelf betaald moest worden. Hierbij was 2690 euro de eigen bijdrage volgens de maximumuurtariezen en 520 euro extra uitgaven door hogere uurtariezen dan de maximumuurtariezen.
Bijna driekwart van de ouders betaalde in 2023 voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan het maximum dat door de overheid wordt vergoed. Dit wijst op het feit dat veel kinderopvangcentra hun tarieven hoger houden dan de maximumuurtariezen. Voor ouders met een lager inkomen kan dit betekenen dat de kinderopvangkosten toch aanzienlijk zijn, zelfs met de vergoeding via de kinderopvangtoeslag.
De extra indexering van de maximumuurtariezen heeft geleid tot extra uitgaven voor de overheid. De extra indexatie over 2022 (0,94%) leidde naar inschatting tot extra uitgaven van 34 miljoen euro in 2023, oplopend tot structureel 57 miljoen euro vanaf 2028. Daarnaast leidde de tussentijdse correctie op het gedeelte van de indexatie dat betrekking heeft op de loon- en prijsontwikkeling in 2023 (0,76%) naar inschatting tot 25 miljoen euro aan éénmalige extra uitgaven in 2023.
De totale extra kosten voor de overheid in 2023 bedragen zo’n 102 miljoen euro. Deze maatregel is genomen om de stijgende kosten van kinderopvang te compenseren en het werken of studeren voor ouders te stimuleren. De benodigde middelen voor deze verhoging zijn verwerkt in de SZW-begroting (Samenlevingswetgeving), die wordt gefinancierd via de voorjaarsnota.
Hoewel de verhoging van de maximumuurtariezen welkom is voor ouders en de kinderopvangsector, wordt de maatregel door sommigen gezien als onvoldoende. Jeroen Pernot, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Kinderdagopvang (NVK), benadrukt dat de investering van de overheid niet voldoende is om de kosten van kinderopvang betaalbaar te maken voor alle ouders. Ook is er kritiek op het feit dat de verhoging slechts een tijdelijke oplossing biedt, terwijl de onderliggende kosten blijven stijgen.
Volgens Jesse Klaver van Groenlinks is het kabinet verantwoordelijk voor het maken van 2023 betaalbaar voor gezinnen, maar ook hij erkent dat de huidige maatregel niet voldoende is om de hoge kosten van kinderopvang op lange termijn te verlagen. De overheid wordt uitgenodigd om in het voorjaar van 2024 serieus te kijken naar een verdere verhoging van het kinderopvangtarief.
De verhoging van de maximumuurtariezen in 2023 is slechts een onderdeel van de grotere discussie over de toekomst van kinderopvang in Nederland. Aangezien de kosten van kinderopvang blijven stijgen en het aantal ouders dat gebruikmaakt van kinderopvang toeneemt, wordt er verwacht dat ook in 2024 en 2025 veranderingen zullen komen in de regels rond de kinderopvangtoeslag.
Volgens de data in de bronnen is het uurtarief voor kinderopvang in 2024 verder gestegen. Voor de dagopvang is het uurtarief verhoogd naar € 9,73, voor de buitenschoolse opvang naar € 8,38 en voor de gastouderopvang naar € 7,33. Deze stijgingen zullen waarschijnlijk leiden tot verder verhogingen van de maximumuurtariezen in 2024, afhankelijk van de loon- en prijsontwikkeling.
In 2023 zijn er belangrijke wijzigingen geweest in de regels rond de kinderopvangtoeslag. Het maximum aantal vergoede opvanguren is vastgesteld op 230 uur per maand en per kind, onafhankelijk van het aantal uren dat een ouder werkt of studeert. De maximumuurtariezen voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang zijn verhoogd als gevolg van een extra indexering van 1,74%. Deze verhoging is bedoeld om de stijgende kosten van kinderopvang te compenseren en het werken of studeren voor ouders te stimuleren.
Hoewel de verhoging van de maximumuurtariezen welkom is, is er kritiek op het feit dat de maatregel onvoldoende is om de kosten van kinderopvang op lange termijn betaalbaar te maken. De overheid wordt uitgenodigd om in het voorjaar van 2024 serieus te kijken naar verdere verhogingen van het kinderopvangtarief.
De impact van deze wijzigingen is duidelijk zichtbaar in de data van het CBS, die aantonen dat ouders in 2023 gemiddeld 3210 euro aan kinderopvang betaalden. Bijna driekwart van de ouders betaalde voor minimaal één kind een hoger uurtarief dan het maximum dat door de overheid wordt vergoed. Dit wijst op het feit dat de huidige regels niet voldoende zijn om de kosten van kinderopvang volledig te compenseren.
Aangezien de kosten van kinderopvang blijven stijgen, is het belangrijk dat zowel ouders als kinderopvangcentra zich bewust zijn van de regels rond de kinderopvangtoeslag en de financiële gevolgen ervan. Door deze informatie te begrijpen, kunnen ouders beter voorbereid zijn op de kosten van kinderopvang in de toekomst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet