Autonomie in de kinderopvang: belang en ondersteuning
juli 16, 2025
De aanwezigheid van mannen in de kinderopvang blijft in Nederland een uitzondering. Meer dan 94 procent van de medewerkers in deze sector is vrouw, terwijl slechts 6 procent man is. Deze schaarste heeft diverse oorzaken, waaronder vooroordelen, incidenten in de sector en een gebrek aan actieve inzet van instellingen om mannelijke medewerkers aan te trekken. Toch benadrukken onderzoekers en professionals dat mannen een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de kinderopvang en het ontwikkelingsproces van kinderen. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige situatie, de rol van mannen in de kinderopvang, en de maatregelen die genomen kunnen worden om hun aanwezigheid te bevorderen.
De schaarste aan mannen in de kinderopvang is al jaren een bekend probleem. Volgens de beschikbare data is het percentage mannelijke medewerkers in de kinderopvang gedaald in de afgelopen vijf jaar. Vooral na het misbruikdrama rondom Robert M. in 2015 is het aantal mannen in de kinderopvang met jonge kinderen sterk gedaald. Vóór dit incident werkten er ongeveer 900 mannen in de opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar, maar tegenwoordig is dit aantal niet eens meer de helft. De overgebleven mannen werken vaak in de buitenschoolse opvang voor oudere kinderen.
Ouders tonen zich vaak terughoudend bij het aanstellen van mannelijke medewerkers, wat volgens onderzoekers een gemiste kans is. Hoewel mannen niet automatisch beter of slechter zijn in hun werk dan vrouwen, brengen zij vaak andere kijkwijzen en eigenschappen met zich mee, zoals humor, creativiteit bij activiteiten en een andere aanpak bij spel en beweging. Kinderen waarderen deze diversiteit en zowel jongetjes als meisjes profiteren van een gemengde omgeving.
Mannen in de kinderopvang worden vaak gezien als rolmodellen. Zowel jongens als meisjes profiteren van de aanwezigheid van mannelijke figuren in hun omgeving. Onderzoek wijst uit dat er geen significant verschil is in de kwaliteit van de zorg die mannen of vrouwen leveren. Beide groepen doen het even goed, maar brengen wel verschillende kwaliteiten met zich mee.
Een voorbeeld van deze diversiteit is gegeven door Danny Tomassen, pedagogisch medewerker in Amsterdam. Hij benadrukt dat mannen niet alleen stoer zijn, maar ook zachtaardig en liefdevol kunnen zijn. Volgens Danny is het belangrijk dat kinderen verschillende benaderingen leren kennen, zodat zij zichzelf beter kunnen ontwikkelen. In de kinderopvang is er sprake van voortdurende ontwikkeling en voorbeeldgedrag, en daarbij helpt een gemengde teamstructuur om een gezonde balans te creëren.
Mannen brengen vaak andere activiteiten en methoden met zich mee. Ze zijn bijvoorbeeld geneigd meer te stoeien, te springen, en te experimenteren met creatieve spelactiviteiten. Deze aanpak kan een aanvulling vormen op de benadering van vrouwelijke collega’s, waardoor kinderen profiteren van een breedere aanpak van zorg en onderwijs.
Toch blijft er een sterke vooroordeelbestanden tegenover mannen in de kinderopvang. Deze vooroordelen worden versterkt door incidenten zoals die met Robert M. en andere gevallen waarin mannelijke medewerkers zijn opgepakt voor het bezit of verspreiden van kinderporno of ontucht. Deze gevallen hebben niet alleen de betrokken individuen, maar ook de hele sector getroffen. Ouders en professionals voelen zich daardoor onzeker over de aanwezigheid van mannen in de kinderopvang.
De invloed van dergelijke incidenten is duidelijk waarneembaar in de praktijk. Mannen die nog steeds in de kinderopvang werken, voelen zich bijvoorbeeld meer bewust van hun handelingen. Een medewerker uit een onderzoek vertelde dat hij bijvoorbeeld geen schetenkussen meer op de buik van kinderen doet, en temperatuurmetingen laat uitvoeren door een collega. Deze voorzichtigheid is begrijpelijk, maar ook een indicatie van de extra druk die mannen in de sector ervaren.
Hoewel de situatie niet eenvoudig is, zijn er wel maatregelen die genomen kunnen worden om de positie van mannen in de kinderopvang te verbeteren. Eén van de sleutelmaatregelen is bewust het aantrekken van mannelijke medewerkers. Instellingen en beleidsmakers moeten actief werken aan een beleid dat mannen betrekkelijk makkelijker toegankelijk maakt voor deze sector. Dit kan door gerichte reclamering, betere opleidingsmogelijkheden en het creëren van een veilige en ondersteunende werkomgeving.
Een ander belangrijk aspect is het veranderen van het beeld dat ouders en de maatschappij hebben van mannen in de kinderopvang. Door positieve voorbeelden en ervaringen te delen, kan het vooroordeel tegenover mannen worden verminderd. Ouders moeten leren dat mannen net zo betrouwbaar, betrokken en zorgzaam kunnen zijn als vrouwen.
Daarnaast is het belangrijk om te investeren in professionele training en ondersteuning voor mannelijke medewerkers. Zij moeten zich geaccepteerd en betrokken voelen, en bovendien voldoende kennis en vaardigheden hebben om kinderen effectief te onderwijzen en te begeleiden. Door middel van coaching, mentorship en continue professionalisering kan de kwaliteit van de zorg verder worden verbeterd.
Mannen in de kinderopvang zijn nog steeds een zeldzaamheid, maar hun aanwezigheid kan een waardevolle aanvulling zijn op het werk van vrouwelijke medewerkers. Ondanks vooroordelen en incidenten blijkt uit onderzoek dat mannen even goed kunnen functioneren als vrouwen in deze sector, en dat kinderen profiteren van de diversiteit die ze bieden. Het is daarom belangrijk dat er actief wordt gewerkt aan het aantrekken van meer mannelijke medewerkers, en dat ouders en de maatschappij hun rol in de kinderopvang serieuzer nemen. Met het juiste beleid en een bewuste inzet kunnen mannen in de kinderopvang hun plek vinden als waardevolle medewerkers en rolmodellen voor kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet