Avondopleidingen in de kinderopvang: Werken en leren combineren voor toekomstige pedagogisch medewerkers
juli 16, 2025
In de huidige context van personeelstekorten en toenemende zorgbehoefte bij kinderen, ontstaan vragen over de juridische mogelijkheden voor kinderopvangorganisaties om een opvangcontract eenzijdig te beëindigen. Deze vraag raakt veel ouders en verpleegders in het hart, omdat het contract tussen ouder en opvangorganisatie vaak als een vast verbond wordt beschouwd. Dit artikel helpt bij het begrijpen van de juridische kaders, aandachtspunten en mogelijke scenario’s waarin een kinderopvangcontract kan worden beëindigd, op basis van recente uitspraken, wetgeving en praktijkvoorbeelden.
De juridische basis voor contractbeëindiging in de kinderopvang wordt geregeld door de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang (AVK), het Burgerlijk Wetboek (BW) en uitspraken van de Geschillencommissie Kinderopvang. Deze voorwaarden zijn van toepassing op zowel dagopvang (voor kinderen jonger dan 4 jaar) als buitenschoolse opvang (voor kinderen van 4 tot 12 jaar).
Volgens artikel 10 lid 3 AVK mag een kinderopvangorganisatie een contract alleen beëindigen als er sprake is van een aantoonbare zwaarwegende reden. Dit betekent dat de organisatie duidelijk moet kunnen aantonen dat het contract niet langer redelijk is om te voortzetten. Een zwaarwegende reden kan bijvoorbeeld zijn:
Een dergelijke beëindiging moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangekondigd aan de ouders, met een opzegtermijn van minstens één maand. Bovendien moet er vooraf overleg zijn tussen de organisatie en de ouders om eventueel een alternatieve oplossing te vinden.
Een vaak voorkomende situatie waarin een kinderopvangorganisatie een contract wil beëindigen, is wanneer het kind extra zorg nodig heeft. Dit kan het geval zijn bij bijvoorbeeld een lichamelijke aandoening of een ernstig gedragsprobleem. In dergelijke gevallen is het belangrijk dat de organisatie kan aantonen dat zij de extra zorgbehoefte niet adequaat kan aanbieden.
De Geschillencommissie Kinderopvang heeft in diverse uitspraken benadrukt dat een organisatie niet zomaar mag besluiten om een contract te beëindigen. De organisatie moet eerst overleggen met de ouders en mogelijke oplossingen onderzoeken, zoals het zoeken naar een andere opvanglocatie of het inzetten van extra personeel. Pas wanneer duidelijk is dat er geen alternatieven zijn en dat het kind niet veilig of goed kan worden opgevangen, mag de beëindiging gebeuren.
Het personeelstekort in de kinderopvangsector is sinds enige tijd een groeiend probleem. Omdat er steeds minder verpleegkundigen en opvangverzorgers beschikbaar zijn, is het voor sommige organisaties moeilijk om aan de kwaliteitsnormen te voldoen. In deze situatie stellen vragen zich als: mag een kinderopvangorganisatie een contract beëindigen vanwege personeelstekort?
Het antwoord hierop is complex. De Geschillencommissie en de rechter erkennen dat een opvangcontract een zorgvuldig voorbereid besluit moet zijn. De organisatie moet kunnen aantonen dat het personeelstekort zo ernstig is dat het niet langer mogelijk is om de opvang te garanderen. Dit moet op een duidelijke, schriftelijke en gemotiveerde manier gebeuren.
In een recente uitspraak van VDB Advocaten is bevestigd dat een beëindiging vanwege bedrijfseconomische noodzaak en een onhoudbaar personeelstekort rechtsgeldig kan zijn, mits het besluit zorgvuldig is voorbereid, er sprake is van een geldige opzeggrond en een redelijke opzegtermijn is gehanteerd. De opzegtermijn mag in sommige gevallen langer zijn dan de standaardtermijn van één maand, bijvoorbeeld om ouders voldoende tijd te geven om alternatieve opvang te zoeken.
De opzegtermijn speelt een belangrijke rol bij zowel de ouder als de kinderopvangorganisatie. Ouders kunnen in principe op elk moment hun contract opzeggen, omdat het gaat om een overeenkomst van opdracht, zoals bepaald in het Burgerlijk Wetboek. In de praktijk hanteren kinderopvangorganisaties echter vaak een opzegtermijn van 30 dagen, zoals deze is opgenomen in de algemene voorwaarden. Deze termijn is door de Hoge Raad als redelijk erkend.
Echter, een kinderopvangorganisatie mag geen per directe beëindiging hanteren, tenzij zij voldoet aan de juridische voorwaarden. Dit betekent dat er een geldige opzeggrond moet zijn en dat er een redelijke termijn wordt aangehouden. Als de organisatie dit niet doet, kan het besluit ongeldig worden verklaard en mag de ouder het contract zonder opzegtermijn voortzetten.
De Geschillencommissie Kinderopvang speelt een centrale rol bij het oplossen van geschillen tussen ouders en opvangorganisaties. Deze onafhankelijke commissie behandelt klachten en beslist in gevallen waarin een contract is beëindigd of wordt aangevochten. De commissie toetst of de organisatie aan de juridische voorwaarden heeft voldaan, zoals het hanteren van een opzegtermijn, het voorleggen van een schriftelijke en gemotiveerde verklaring, en het afwachten van eventuele alternatieven.
In recente uitspraken heeft de commissie benadrukt dat het belang van de ouder als consument groot is. De organisatie mag niet zomaar beslissen om een contract te beëindigen, maar moet eerst proberen te overleggen en eventuele oplossingen te zoeken. Als dit niet lukt en er een geldige opzeggrond is, dan mag een beëindiging plaatsvinden.
Als een kinderopvangorganisatie besluit om een contract te beëindigen, zijn er een aantal stappen die zij moet doorlopen om juridisch veilig te blijven:
De vraag of een kinderopvangorganisatie een opvangcontract mag beëindigen, is niet simpel te beantwoorden. In principe geldt de regel "afspraak is afspraak", maar in uitzonderlijke gevallen is het wél mogelijk om een contract eenzijdig te beëindigen. Dit mag echter alleen gebeuren als er sprake is van een aantoonbare zwaarwegende reden, zoals een bedrijfseconomische noodzaak of extra zorgbehoefte bij het kind. De organisatie moet dit duidelijk kunnen aantonen, en er moet vooraf overleg zijn met de ouders.
Ouders die worden geconfronteerd met een beëindiging van hun contract, hebben het recht om te reageren en eventueel een klacht in te dienen bij de Geschillencommissie Kinderopvang. Het is belangrijk dat zowel ouders als opvangorganisaties zich bewust zijn van hun rechten en plichten, zodat de kinderopvangsector juridisch verantwoord en klantvriendelijk kan blijven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet