Arbowet en Arbo-uitdagingen in de Kinderopvang: Een Overzicht van Verplichtingen en Uitdagingen
juli 16, 2025
In de kinderopvangsector zijn recent belangrijke afspraken gemaakt over loonsverhogingen, werkdrukvermindering en andere maatregelen die de werk- en zorgkwaliteit versterken. Deze ontwikkelingen zijn het resultaat van onderhandelingen tussen werkgeversorganisaties en vakbonden zoals CNV, FNV en de Brancheorganisatie Kinderopvang. Voor medewerkers in kindercentra, peuterspeelzalen en andere instellingen die onder de CAO Kinderopvang vallen, betekenen deze veranderingen concrete voorzieningen voor de komende jaren.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste punten van de loonsverhoging en andere aanpassingen in de CAO Kinderopvang voor de periode 2025–2026. Naast de loonverhoging worden ook andere maatregelen belicht, zoals veranderingen in de eindejaarsuitkering, roosterregels en initiatieven gericht op het verlagen van de werkdruk. De informatie is gebaseerd op de meest recente en betrouwbare bronnen.
De loonsverhoging in de CAO Kinderopvang is verdeeld over twee stappen. Per 1 juli 2025 is er een loonsverhoging van 2,5%, gevolgd door een verhoging van 1,5% per 1 september 2026. Deze verhogingen zijn onderdeel van een bredere cao-afsprakenperiode die loopt van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026.
Deze loonsverhoging is het resultaat van onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden. Werkgeversorganisaties zoals de Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK) en de BrancheVereniging Ondernemers in de Kinderopvang (BVOK) hebben hierover een akkoord bereikt met FNV en CNV. De vakbonden hebben het eindbod van de werkgevers aan hun leden voorgelegd.
De loonsverhoging is onderdeel van een groter pakket dat ook omvat dat de eindejaarsuitkering sterk toeneemt. Deze uitkering gaat van 4% in 2025 naar 5,5% in 2026, en vervolgens naar 8% in 2026. Dit betekent dat medewerkers in de kinderopvang in 2025–2026 een totale verhoging van 4% ontvangen in loon en eindejaarsuitkering.
Naast de algemene loonsverhoging is er ook sprake van een verhoging van het minimumuurloon. Per 1 januari 2026 stijgt het minimumuurloon naar €16,00 bruto per uur. Deze verhoging is bedoeld om de inkomens van medewerkers in de kinderopvang te verhogen, met name voor diegenen die werken op uurloonbasis.
Het minimumuurloon is een belangrijke onderhandelingsvraag in de CAO Kinderopvang, omdat het direct invloed heeft op de inkomsten van werknemers. Medewerkers die werken in flexibele of tijdelijke functies profiteren hier het meest van.
De eindejaarsuitkering is een belangrijk onderdeel van de CAO Kinderopvang. In 2025 stijgt deze uitkering van 4% naar 5,5%, en in 2026 verder naar 8%. Dit betekent dat de uitkering in 2026 voor het eerst boven de 8% komt, wat een aanzienlijke toename is ten opzichte van vorige jaren.
De verhoging van de eindejaarsuitkering is een structurele maatregel, wat wil zeggen dat ze blijvend is en niet tijdelijk. Deze uitkering is bedoeld om medewerkers extra financiële ondersteuning te bieden, met name tijdens de maanden met lagere inkomsten, zoals de zomermaanden. Voor medewerkers die in de kinderopvang werken, betekent deze verhoging een stabielere inkomensverdeling over het jaar.
Naast loonsverhoging en veranderingen in de eindejaarsuitkering zijn er ook belangrijke afspraken gemaakt over roosterregels en maatregelen gericht op het verlagen van de werkdruk. De roosters moeten minimaal 21 dagen van tevoren bekend zijn, zodat medewerkers zich beter kunnen voorbereiden op hun werkweek. Last-minute wijzigingen zijn alleen toegestaan in uitzonderlijke gevallen, zoals bij ziekte of andere noodgevallen.
Een andere belangrijke maatregel is de afschaffing van de extra roosterdag. Medewerkers kunnen niet langer op een extra werkdag worden ingepland, wat moet leiden tot meer rust in de werkweek en een betere balans tussen werk en privéleven. Deze maatregel wordt verwacht te leiden tot een vermindering van het ziekteverzuim.
Daarnaast zijn er initiatieven genomen om de werkdruk in de kinderopvangsector te verminderen. Zo is er sprake van een proef met een verkorte werkweek van 30 uur. Bovendien zijn afspraken gemaakt om op drie niveaus maatregelen te nemen: via een gezamenlijke lobby naar de politiek, via het meten van werkdruk en via het beter inzichtelijk maken van flexibel inzetten van medewerkers.
Een andere belangrijke focus van de CAO Kinderopvang is het aanbieden van een gezonde werkcultuur. Afspraken zijn gemaakt over maatregelen gericht op menstruatiebeleid en het aanpassen van werkdruk voor medewerkers met menstruatie- of overgangsklachten. Werkgevers worden aangemoedigd om gratis menstruatieproducten ter beschikking te stellen.
Daarnaast zijn er maatregelen genomen om de levensfasebudgetten te verruimen. Dit betekent dat medewerkers beter aansluiten op de verschillende levensfasen, zoals het opbouwen van een gezin of het pensioen. Deze maatregelen zijn bedoeld om de duurzame inzetbaarheid van medewerkers te verhogen.
De loonsverhoging is verdeeld over twee stappen. Per 1 juli 2025 is er een stijging van 2,5%, en per 1 september 2026 volgt een verhoging van 1,5%. Deze verdeling is bedoeld om de financiële druk op werkgevers te verspreiden over twee jaar, terwijl medewerkers tegelijkertijd voordelen blijven ondervinden.
Naast deze algemene loonsverhoging zijn er ook specifieke regels voor medewerkers die onder de Participatiewet vallen. Voor deze medewerkers wordt het salaris alleen aangepast als het wettelijk minimumloon verandert. Dit betekent dat medewerkers onder deze regeling niet automatisch profiteren van de algemene loonsverhoging.
Er zijn ook regels voor de situatie waarin een werkgever besluit om het salaris van een medewerker niet te verhogen of juist met meer dan één salarisnummer te verhogen. In dat geval moet de werkgever schriftelijk uitleggen waarom deze beslissing is genomen. Dit geldt ook voor situaties waarin een werkgever gelooft dat de medewerker het werk aantoonbaar niet goed genoeg doet, of juist zeer goed of uitstekend doet.
Een extra voordelig aspect van de nieuwe CAO Kinderopvang is de verhoging van de reiskostenvergoeding. Per 1 november 2024 is er een stijging van 9 cent per kilometer, wat betekent dat medewerkers nu 23 cent per kilometer ontvangen, ongeacht het vervoersmiddel dat ze gebruiken. Deze maatregel is bedoeld om de reislasten van medewerkers te verlagen, met name voor diegenen die ver van hun werkplek wonen.
De CAO Kinderopvang voor de periode 2025–2026 biedt medewerkers in de kinderopvangsector concrete voorzieningen op het gebied van loonsverhoging, eindejaarsuitkering, roosterregels en werkdrukvermindering. De loonsverhoging is verdeeld over twee stappen, en er is sprake van een aanzienlijke toename van de eindejaarsuitkering. Bovendien zijn er maatregelen genomen om de werkdruk in de sector te verlagen, met name via de afschaffing van de extra roosterdag en het aanbieden van een gezondere werkcultuur.
Deze ontwikkelingen zijn het resultaat van onderhandelingen tussen werkgeversorganisaties en vakbonden, en reflecteren het belang dat wordt gehecht aan een duurzame en gezonde werkomgeving in de kinderopvangsector. Voor ouders, opvanggevers en andere betrokkenen is dit een belangrijke stap in de richting van een betere werkomgeving voor medewerkers, wat op de lange termijn ook positieve gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet