Aangifte van kinderopvangkosten: Wat ouders moeten weten
juli 16, 2025
De toekomst van de kinderopvang in Nederland staat opnieuw in de aandacht. Het kabinet-Schoof belooft in zijn regeerakkoord dat de kinderopvang bijna gratis zal worden voor werkende ouders. Dit betekent dat werkende ouders 96 procent van het uurtarief van de kinderopvang vergoed krijgen, mits dat tarief niet boven het maximum uitkomt dat de overheid vaststelt. De verwachting was dat dit systeem in 2027 volledig zou worden ingevoerd. Echter, recente beslissingen en uitstelplannen tonen aan dat dit doel nog steeds in beweging is, met mogelijke gevolgen voor ouders, kinderopvangorganisaties en de overheid.
In dit artikel geven we een overzicht van de huidige plannen van het kabinet, de uitstelbeslissingen, de financiële gevolgen en de reacties van de branche en ouders. We baseren ons uitsluitend op de beschikbare informatie uit recente publicaties.
Het plan van het kabinet om de kinderopvang bijna gratis te maken is een centraal element in het regeerakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB. Het idee is dat werkende ouders 96 procent van de kosten van de kinderopvang vergoed krijgen, wat het werken voor deze ouders aantrekkelijker en betaalbaarder maakt. Dit systeem is bedoeld om meer mensen aan te zetten tot volledige arbeidsparticipatie en tegelijkertijd de druk op gezinnen met een laag of middeninkomen te verlichten.
De verwachting was dat dit nieuwe financieringsmodel in 2027 volledig zou worden ingevoerd. In 2026 zou de eerste stap gezet worden, met een verhoogde toeslag voor werkende ouders met een gezamenlijk inkomen tot ongeveer 55.000 euro. In 2029 zou het systeem inkomensonafhankelijk worden, waardoor alle werkende ouders het maximale vergoedingspercentage van 96 procent zouden ontvangen.
Een belangrijk aspect van het plan is dat het 2,9 miljard euro kost. Deze investering wordt gezien als een manier om de arbeidsmarkt te stimuleren en gezinnen te ondersteunen bij het combineren van werk en kinderopvang.
Toen het kabinet-Rutte IV in 2021 de plannen voor bijna gratis kinderopvang aankondigde, was de verwachting dat het nieuwe systeem in 2025 zou worden ingevoerd. Echter, de invoering werd al dan niet vanwege personeelstekorten in de kinderopvangsector uitgesteld. In 2022 stond de invoering gepland voor 2027, maar ook deze planning is nu verder uitgesteld.
In de onderhandelingen over de voorjaarsnota van 2024 is besloten dat de invoering van het nieuwe financieringsstelsel pas in 2029 zal gebeuren. Dit betekent dat ouders die reeds hoopten op een sterk verlaagde of bijna gratis kinderopvang, nog minstens twee jaar moeten wachten.
De reden die het kabinet geeft voor het uitstel is dat de middelen die voor de invoering zijn gereserveerd, op andere prioriteiten zijn nodig. Dit is een besparing van 254 miljoen euro, die volgens het kabinet in andere sectoren kan worden ingezet.
De uitstel van het nieuwe financieringsmodel heeft verschillende gevolgen, afhankelijk van het inkomen van ouders en de mate waarin zij al subsidie ontvangen.
Ouders met een laag inkomen die al aan het maximum van de huidige vergoeding (96 procent) zitten, zullen in 2026 extra lasten kunnen krijgen. Dit komt doordat het kabinet heeft besloten om de uurtariezen van kinderopvang in 2026 niet aan te passen aan de inflatie. In het huidige systeem is de overheid bereid om toeslagen uit te keren tot een maximumuurprijs. Als de uurtariezen van kinderopvang stijgen en de overheid deze stijging niet meeneemt in de vergoeding, dan betalen ouders een groter deel van de kosten zelf. Voor ouders met een laag inkomen kan dit betekenen dat hun eigen bijdrage verdubbelt.
Ouders met een hoger inkomen zullen op korte termijn minder van deze veranderingen voelen. Zij ontvangen momenteel al een lager vergoedingspercentage dan 96 procent. Omdat het vergoedingspercentage in de toekomst verder zal stijgen, zullen zij in de loop der jaren waarschijnlijk ook profiteren van het nieuwe model. Echter, tot 2029 zullen zij de huidige kosten blijven dragen.
Voor de kinderopvangsector is het uitstel van het nieuwe model een tegenvaller. De plannen voor bijna gratis kinderopvang hadden moeten leiden tot meer stabiliteit en investeringszekerheid. Echter, met de huidige veranderingen, is die zekerheid verdwenen. Ouders die op de lange termijn investeren in kinderopvang, zoals de bouw van nieuwe locaties of de aanwerving van medewerkers, kunnen nu onzeker worden. Dit kan leiden tot vertraging in de uitbreiding van de sector en mogelijke tekorten in de toekomst.
De uitstel van de invoering van het nieuwe financieringsmodel heeft veel kritiek opgeleverd binnen de kinderopvangsector. Karen Strengers, voorzitter van de Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang, benadrukt dat het uitstel “verbijsterend” is. Volgens haar was de invoering van het nieuwe model een gelegenheid om structurele veranderingen door te voeren na de toeslagenaffaire, die leidde tot de val van het vorige kabinet.
Een andere kritische stem is die van Sven Butter van de Brancheorganisatie Kinderopvang. Hij benadrukt dat het huidige plan niet uitvoerbaar is. De sector kampt met een gigantisch tekort aan personeel, en een financiële klap alleen lost dit probleem niet op. Volgens hem zal het nieuwe model leiden tot een toename van de vraag naar kinderopvang, terwijl het aanbod onzeker is. Ouders kunnen daardoor in de toekomst moeite hebben om een plek voor hun kind te vinden.
Econoom Thomas van Huizen van de Universiteit Utrecht benadrukt dat het huidige plan niet optimaal is. Volgens hem zou een beter model uitgaan van een systeem waarin alle kinderen naar de opvang kunnen, maar dan pas op een later leeftijd. Hij stelt bovendien voor om ouders langer verlof te geven, zodat ze hun kinderen langer kunnen verzorgen. Dit zou, volgens hem, leiden tot een duurzamere oplossing.
Hoewel de invoering van het nieuwe financieringsmodel pas in 2029 is gepland, zijn er al enkele stappen gezet. In 2026 is 199 miljoen euro gereserveerd voor een verhoogde toeslag voor werkende ouders. Ook is er in 2024 al 455 miljoen euro gereserveerd voor een eerste stap richting het nieuwe model.
Hoewel ouders met een middeninkomen nu al profiteren van een hoger vergoedingspercentage, zullen de meeste ouders nog enkele jaren wachten op het volledige effect van het nieuwe systeem. In de tussentijd is het belangrijk dat ouders zich bewust zijn van de veranderingen in de huidige vergoedingen en hoe deze hun eigen bijdrage aan de kinderopvang kan beïnvloeden.
De plannen van het kabinet om de kinderopvang bijna gratis te maken zijn een belangrijke stap in de richting van een betaalbaardere opvang voor werkende ouders. Echter, het uitstel van de invoering van het nieuwe financieringsmodel brengt ook onzekerheid met zich mee. Voor ouders met een laag inkomen kan dit betekenen dat hun kosten stijgen, terwijl ouders met een hoger inkomen op korte termijn minder profiteren van het nieuwe model.
De kinderopvangsector benadrukt dat het huidige plan niet uitvoerbaar is en dat er structurele veranderingen nodig zijn. Economische experts stellen bovendien voor om het huidige model te herzien en een duurzamere oplossing te zoeken.
Totdat het nieuwe financieringsmodel in 2029 wordt ingevoerd, blijft het belangrijk dat ouders zich informeren over de huidige vergoedingen en de gevolgen van de besparingsmaatregelen. Het is te hopen dat de invoering van het nieuwe model in 2029 effectief zal zijn en dat het leidt tot een betaalbaardere en duurzamere kinderopvangsector in Nederland.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet