5 mei als vrije dag in de CAO Kinderopvang: Wat betekent dit voor werknemers en kinderopvang?
juli 16, 2025
De vraag hoeveel dagen kinderopvang is goed is voor kinderen en ouders, is voor veel gezinnen een cruciale overweging bij het combineren van werk en zorg. Kinderopvang speelt een essentiële rol in de Nederlandse maatschappij, waarbij gezinnen vaak afhankelijk zijn van professionele opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. In dit artikel worden de huidige praktijken, onderzoeken, en beleidsmaatregelen betreffende de duur van kinderopvang besproken, op basis van recente data en beleidsregels.
In 2021 gebruikten 238.000 kinderen dagopvang voor één dag per week, 165.000 voor twee dagen, en 46.000 voor drie dagen. Slechts 9.000 kinderen werden vier dagen per week verzorgd, en 10.000 vijf dagen. Deze cijfers tonen aan dat de meeste gezinnen kiezen voor een gedeeltelijke opvang, afgestemd op de werk- of studietijden van de ouders.
Bij ouders met jonge kinderen is er vaak een voorkeur voor een beperkte opvangduur. Bijna 20 procent van de bevolking vindt dat moeders met kinderen jonger dan 4 jaar helemaal niet of maximaal drie dagen per week werken. Deze voorkeur is vooral gebaseerd op de mening dat jonge kinderen veel aandacht nodig hebben, wat betekent dat kinderopvang een ondersteunende, maar niet centrale rol speelt in de eerste levensjaren van het kind.
Kinderen die kinderopvang gebruiken, leren sociaal contact maken, spelen met andere kinderen, en ontwikkelen vaardigheden zoals communicatie, samenwerking en zelfregulatie. Pedagogische programma’s in kinderdagverblijven stimuleren ook de cognitieve en emotionele groei van kinderen. Hoewel kinderopvang voordelen biedt, kan de hoeveelheid opvangdagen ook van invloed zijn op de kwaliteit van de opvang.
Wanneer kinderen in grotere groepen worden verzorgd, is er mogelijk minder individuele aandacht. In tegenstelling thereto, biedt gastouderopvang vaak een persoonlijker en rustiger omgeving, waarbij het kind meestal één vaste verzorger ziet. Dit kan bijdragen aan een gevoel van veiligheid en vertrouwen, wat essentieel is voor jonge kinderen.
De keuze voor het aantal opvangdagen hangt dus ook af van de leeftijd van het kind, de wens van de ouders, en de beschikbare opvangvormen. Voor jonge kinderen, bijvoorbeeld tot een jaar, is er een strikte regel dat maximaal drie kinderen per pedagogisch medewerker mogen worden verzorgd. Bij oudere kinderen (3-4 jaar) mag dit aantal oplopen tot acht kinderen per medewerker. Deze verhoudingen zijn sinds 2019 vastgelegd en worden jaarlijks gecontroleerd door de GGD om kwaliteit te waarborgen.
De verdeling van werk en zorg binnen gezinnen speelt een grote rol in de keuze voor kinderopvang. Volgens recente studies is bijna de helft van de ouders van kinderen jonger dan 18 jaar van mening dat de man meer werkt dan de vrouw, terwijl de vrouw zich vooral zorgt om de kinderen. Bij een kwart van de gezinnen is de zorg gelijk verdeeld, maar werkt de man meer. Hoewel vaders en moeders allebei graag gelijk zouden verdelen, blijft de praktijk vaak anders.
Bij jonge kinderen is er vaak een voorkeur voor minder werkuren van de moeder, vooral in de eerste levensjaren. Bijna 45 procent van de moeders stopt of werkt minder bij de geboorte van hun eerste kind. De helft van de bevolking vindt dat moeders met kinderen jonger dan 4 jaar twee of drie dagen per week werken, terwijl 20 procent liever ziet dat ze helemaal niet werken.
Wanneer de kinderen ouder worden en op de basisschool zitten, wordt vier dagen per week werken vaak als geschikt gezien. Dit wijst op een geleidelijke overgang naar meer werkuren naarmate de kinderen ouder worden en meer zelfstandig worden.
Veel gezinnen die gebruik maken van kinderopvang zijn afhankelijk van de kinderopvangtoeslag. In 2021 ontving 87 procent van de werkenden met kinderen jonger dan 12 jaar die gebruik maakten van formele kinderopvang deze toeslag. Deze ondersteuning helpt gezinnen om de kosten van kinderopvang draaglijk te houden.
De hoogte van de toeslag had volgens 75 procent van de ontvangers geen invloed op het aantal uren dat ze werkten. Dit suggereert dat de toeslag vooral een financiële ondersteuning biedt, zonder directe invloed op de werktijden van ouders.
De kwaliteit van kinderopvang wordt geregeld via de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk. Deze wet bepaalt niet alleen de verhouding tussen kinderen en pedagogisch medewerkers, maar ook de ruimtelijke eisen voor kinderopvangcentra. Zo moet elke groepsruimte ten minste 3,5 m² per kind beschikbaar hebben, en is er minstens 3 m² buitenspeelruimte per kind vereist.
Bij gastouderopvang zijn er ook duidelijke regels. Een gastouder mag maximaal zes kinderen tegelijk opvangen, inclusief eigen kinderen onder de 10 jaar. Dit zorgt voor een persoonlijker en rustiger opvangomgeving.
De ruimtelijke beleidsregels voor kinderopvang zijn uitgewerkte richtlijnen die de eisen van de wet vertalen naar praktische regels voor de opbouw en locatie van kinderopvangcentra. Deze regels zorgen voor een consistente kwaliteit en veiligheid in de opvangsector.
De arbeidsomstandigheden van pedagogisch medewerkers zijn geregeld in de cao Kinderopvang. Deze cao bepaalt onder andere het vakantieverlof. Voltijdse medewerkers hebben recht op 144 uur vakantie per kalenderjaar. Deze vakantie moet binnen het kalenderjaar worden genomen, en niet genomen uren vervallen op 1 juli. De cao streeft naar een evenwicht tussen werk en privéleven van medewerkers, wat ook positief is voor de kwaliteit van de opvang.
De vraag hoeveel dagen kinderopvang is goed, hangt af van meerdere factoren, waaronder de leeftijd van het kind, de wensen van de ouders, en de beschikbare opvangvormen. In Nederland is er een duidelijke voorkeur voor een gedeeltelijke opvang, vooral in de eerste levensjaren van kinderen. Tijdens de basisschoolleeftijd is er meer flexibiliteit in het aantal opvangdagen.
De kwaliteit van kinderopvang is goed geregeld via wetgeving en beleidsregels. Deze regels zorgen voor een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen, waarbij de verhouding tussen kinderen en medewerkers wordt gereguleerd. Daarnaast speelt kinderopvangtoeslag een belangrijke rol in de financiële toegankelijkheid van kinderopvang voor gezinnen.
Tot slot is het belangrijk om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van elk gezin. De keuze voor het aantal opvangdagen moet afgestemd zijn op de wensen van de ouders, de behoeften van het kind, en de beschikbare opvangvormen. Kinderopvang is dus niet alleen een praktische oplossing voor ouders die werken of studeren, maar ook een essentiële plek voor de ontwikkeling van jonge kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet