Maatwerkverlof voor menstruatieklachten in de kinderopvang: nieuwe mogelijkheden in de cao
juli 16, 2025
De CAO Kinderopvang 2025–2026 is vanaf 1 januari 2025 van kracht en bevat duidelijke afspraken over de werkuren, overuren en verlofregelingen voor medewerkers in de kinderopvang. Deze regels zijn bedoeld om zowel de werknemers als de werkgevers in de kinderopvangsector te ondersteunen. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste aspecten van de CAO, met een focus op de regels rond werkuren, overuren, jaarurensystematiek, verlof en de invoering van nieuwe maatregelen.
De CAO Kinderopvang 2025–2026 bepaalt dat de normale werktijden zich uitstrekken van maandag tot en met vrijdag, tussen 07.00 en 19.00 uur. De werkgever bepaalt de exacte werktijden binnen deze parameters. Het is belangrijk om te weten dat de werkdagen aan het begin van het dienstverband worden vastgesteld in overleg tussen de werkgever en de medewerker. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de levensbeschouwelijke opvattingen van de medewerker, maar de werkdagen moeten ook passen binnen het basisrooster van de organisatie.
Als de arbeidsduur verandert, bijvoorbeeld door veranderingen in de wettelijke regels of door interne aanpassingen, moeten werkgever en medewerker opnieuw overleggen over de werkdagen. Dit zorgt voor duidelijkheid over wanneer de medewerker werkt en wanneer niet. Eventuele wijzigingen aan de afgesproken werkdagen zijn alleen mogelijk in overleg, en deze wijzigingen treden in werking na drie maanden, tenzij beide partijen een andere termijn afspreken.
Wanneer een medewerker werkt volgens een rooster, moet de werkgever minimaal 21 kalenderdagen van tevoren laten weten op welke dagen en tijden de medewerker moet werken. Binnen deze 21 dagen mag de werkgever in bepaalde situaties van het rooster afwijken. Een voorbeeld hiervan is als de medewerker moet vervangen voor een zieke collega.
Een belangrijk aspect van de CAO is de regeling rond de werkurentoeslag. Medewerkers die werken op uren die voor 07.00 uur of na 19.00 uur zijn, of op zaterdag, zondag of feestdag, ontvangen een werkurentoeslag. De hoogte van deze toeslag varieert afhankelijk van de tijd en dag waarop wordt gewerkt, zoals weergegeven in onderstaande tabel:
Tijdsperiode | Werkurentoeslag |
---|---|
07.00 – 19.00 uur (ma–vr) | - |
19.00 – 07.00 uur (ma–vr) | 20% |
Zaterdag | 30% |
Zaterdag 19.00 – 07.00 | 40% |
Zon- en feestdagen | 45% |
Zon- en feestdagen 19.00 – 07.00 | 45% |
De werkgever berekent de werkurentoeslag op basis van het uursalaris van de medewerker. Als de medewerker een salaris heeft dat hoger is dan het uursalaris dat hoort bij salarisnummer 18, dan wordt de toeslag berekend over het maximum van het uursalaris dat bij salarisnummer 18 hoort. De salarisnummers en schalen zijn opgenomen in bijlage 2 van de CAO.
De regeling geldt niet voor medewerkers die in salarisschaal 11 of hoger zitten, noch voor medewerkers die altijd buiten de genoemde tijdstippen werken en die in een ondersteunende functie werken die niet onder het primaire proces van de kinderopvang valt.
Een andere belangrijke regel in de CAO is de jaarurensystematiek. Hiermee kan de werkgever het aantal werkuren per maand variëren, zolang het jaarlijks gemiddelde aantal werkuren per maand behouden blijft. De medewerker mag maximaal 20% meer of minder werken dan het afgesproken gemiddelde per maand.
De invoering van deze systematiek vereist geen instemming van de medezeggenschap, maar wel overleg met de medezeggenschap over de manier waarop de jaarurensystematiek wordt ingevoerd. De CAO bevat ook afwijkende regels voor medewerkers die werken in de dagopvang, buitenschoolse opvang of peuteropvang. Voor dagopvang mag het saldo van plus- en min-uren nooit meer zijn dan het gemiddelde aantal uur per twee weken. Voor buitenschoolse opvang en peuteropvang mag het saldo nooit meer zijn dan het gemiddelde aantal uur per maand. Deze regels gelden voor het hele kalenderjaar.
De jaarurensystematiek zorgt ervoor dat er geen urensaldo overblijft op 31 december van het kalenderjaar. Dit betekent dat alle uren die boven het gemiddelde zijn gewerkt, of die niet zijn gewerkt, in het loop van het jaar zijn geregeld.
Onderdeel van de CAO is ook de regeling rond verlof. Medewerkers hebben recht op extra vakantieverlof, ook wel bovenwettelijk verlof genoemd. Bij een voltijdbaan is dit 66 uur extra vakantieverlof per kalenderjaar. Samen met de wettelijke vakantie van 144 uur komt het totale verlof tot 210 uur per jaar.
Als een medewerker in 2008 al meer dan 210 uur verlof had, dan worden deze extra uren aan het verlofbudget toegevoegd. De werkgever kan kiezen om 26 uur van het verlofbudget in december uit te betalen. Dit besluit moet uiterlijk op 1 januari van hetzelfde kalenderjaar worden genomen. De 26 uur worden dan uitbetaald op basis van het uursalaris die op dat moment geldt. De werkgever moet de medewerkers informeren over haar beslissing en deze de mogelijkheid geven om af te wijken van deze regeling.
Medewerkers kunnen zelf kiezen wat ze met hun 66 uur bovenwettelijk verlof willen doen. Dit kan bijvoorbeeld besteed worden aan vrije tijd, waarbij de werkgever het salaris doorgaat te betalen. Hierbij moeten werkgever en medewerker wel rekening houden met wettelijke en fiscale regels.
Naast de regels rond werkuren en verlof bevat de CAO Kinderopvang 2025–2026 ook nieuwe maatregelen. Zo is er een afspraak over de loonverhogingen voor de komende twee jaren. Op 1 juli 2025 is er een salarisverhoging van 2,5%, op 1 december 2025 is er een eindejaarsuitkering van 5,5%, op 1 september 2026 een salarisverhoging van 1,5% en op 1 december 2026 een eindejaarsuitkering van 8%.
Daarnaast is er vanaf 1 januari 2026 een minimumbruto uurloon van € 16 per uur vastgesteld. Ook wordt de bevrijdingsdag (5 mei) jaarlijks een doorbetaalde vrije dag. De stagevergoeding is verhoogd naar € 350 per maand in september 2025 en naar € 450 per maand in september 2026.
De CAO bevat ook afspraken over werkdruk, niet groepsgebonden uren, sociale veiligheid, functiehuis en -differentiatie, opleiding en duurzame inzetbaarheid. Bovendien is er sprake van een experiment voor de invoering van een verkorte werkweek in de kinderopvang.
De CAO Kinderopvang 2025–2026 biedt een uitgebreid kader voor werkuren, overuren, verlof en loonregelingen in de kinderopvangsector. Het is belangrijk dat zowel werkgevers als medewerkers deze regels goed kennen, om conflicten te voorkomen en een duurzame werkomgeving te creëren. De regelgeving rond werkuren en overuren zorgt voor duidelijkheid en flexibiliteit, terwijl de verlofregeling medewerkers ondersteunt in het combineren van werk en privéleven. De nieuwe maatregelen, zoals de loonverhogingen en de minimumbruto uurloon, dragen bij aan een eerlijke en aantrekkelijke werkomgeving in de kinderopvangsector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet