Mannen in de kinderopvang: een zeldzaamheid of een noodzaak?
juli 16, 2025
In Nederland is het wettelijk geregeld dat kinderopvanginstellingen aan bepaalde ruimtelijke eisen voldoen. Deze regels zijn bedoeld om zowel de veiligheid van de kinderen te waarborgen als een positieve, stimulerende omgeving te creëren waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen. De binnenruimte van een kinderopvang speelt een centrale rol in het alledaagse functioneren van de instelling, en moet daarom zorgvuldig worden ingericht en georganiseerd. Deze artikel geeft een overzicht van de relevante richtlijnen en beleidsregels die van toepassing zijn op de binnenruimte in kinderopvang, met aandacht voor zowel dagopvang als BSO (buitenschoolse opvang) en gastouderopvang.
Een van de kernpunten bij de inrichting van de binnenruimte van een kinderopvanginstelling is het aantal kinderen dat tegelijkertijd kan worden opgevangen en hoeveel ruimte beschikbaar moet zijn per kind. Deze eisen zijn van toepassing op zowel dagopvang als BSO. Bij dagopvang geldt bijvoorbeeld dat een stamgroep maximaal 12 kinderen tot 1 jaar of 16 kinderen van 0 tot 4 jaar mag omvatten, waarbij maximaal 8 kinderen jonger zijn dan 1 jaar.
Voor de inrichting van de groepsruimte geldt dat er minstens 3,5 m² bruto oppervlakte beschikbaar moet zijn per kind. Deze ruimte moet geschikt zijn voor spelactiviteiten en is inclusief ruimtes die specifiek zijn ingericht voor speeltoestellen buiten de groepsruimte. Ook moet er voldoende buitenspeelruimte beschikbaar zijn: minstens 3 m² per aanwezig kind. Deze regels zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat kinderen genoeg ruimte hebben om te bewegen, te spelen en zich sociaal te ontwikkelen.
Bij gastouderopvang zijn de eisen iets anders. Een gastouder mag maximaal 6 kinderen tegelijk opvangen, inclusief de eigen kinderen onder de 10 jaar. Daarnaast mag een gastouder op verschillende adressen kinderen opvangen, bijvoorbeeld op het woonadres van de gastouder zelf of op het woonadres van een vraagouder. Deze flexibiliteit moet wel binnen de kaders van de wettelijke eisen blijven, zodat de veiligheid en de kwaliteit van de opvang niet in het gedrang komen.
De verblijfsruimten voor kinderen in een kinderopvanginstelling moeten voldoen aan een aantal specifieke eisen. Zo moet elke groep over een afzonderlijke vaste verblijfsruimte beschikken. Deze ruimten moeten zowel van daglicht voorzien zijn als van kunstlicht dat minstens 150 lux produceert. Daarnaast moeten de vensters op een hoogte worden aangebracht die toelaat dat peuters naar buiten kunnen kijken, wat bijdraagt aan hun psychische ontwikkeling en veiligheidsgevoel.
De verblijfsruimten moeten ook goed geventileerd zijn en tochtvrij zijn. Verder moet de temperatuur in deze ruimten goed te regelen zijn, zodat het comfort van de kinderen gewaarborgd is. Binnen deze ruimten dient voldoende bergruimte aanwezig te zijn voor speelgoed en eventuele andere materialen die tijdens de dag worden gebruikt. Ook zijn tafels en stoelen aanwezig die afgestemd zijn op de grootte van de kinderen, evenals een aantal tafels en stoelen voor volwassenen.
In sommige gevallen zijn er ook aparte slaap- of rustruimten voor kinderen. Deze ruimten zijn afzonderlijk ingericht en afgestemd op het aantal kinderen dat op de instelling wordt opgevangen. Dit is vooral van toepassing in instellingen waar kinderen in de loop van de dag ook slapen, zoals in kinderdagverblijven.
De sanitaire voorzieningen in een kinderopvanginstalling zijn essentieel voor de hygiëne en het welzijn van de kinderen. Er moet een handenwasgelegenheid beschikbaar zijn op een hoogte die voor kinderen bereikbaar is. Deze wasgelegenheid moet voorzien zijn van warm en koud stromend water en bij voorkeur ook een handdouche. De vloeren en wanden tot 1,80 meter boven de vloer in de wasruimten moeten van waterdicht en goed reinigbaar materiaal zijn gemaakt.
In elk kinderdagverblijf moet voor elk tiental kinderen of deel daarvan minstens één closetpot aanwezig zijn. Deze closetpotten moeten van voldoende grootte en hoogte zijn afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Daarnaast dient er een aparte spoelgelegenheid voorzien te zijn voor luiers, po's en dergelijke. In de wasruimten dient voor elk kind een eigen handdoek, washandje en tandenborstel beschikbaar te zijn, evenals voldoende zeep en tandpasta.
Toiletten voor kinderen moeten zodanig zijn ontworpen dat kinderen afzonderlijk bereikbaar zijn, zodat hulp kan worden verleend wanneer nodig. Dit is van groot belang voor de hygiëne en het mentale welzijn van jonge kinderen.
In een kinderopvanginstelling die ook verantwoordelijk is voor het bereiden van maaltijden, is het van essentieel belang dat de keuken goed is ingericht en voldoet aan hygienische eisen. De keuken moet goed toegerust zijn voor het bewaren en bereiden van voedsel, met een capaciteit die afgestemd is op het aantal kinderen dat op de instelling wordt opgevangen. Servies, bestek, elektrische apparatuur en gevaarlijke stoffen moeten buiten het bereik van de kinderen worden opgeborgen.
Maaltijden moeten worden bereid in overeenstemming met de aanwijzingen van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding te Den Haag. Dit zorgt ervoor dat de maaltijden gezond zijn en afgestemd op de leeftijd en de voedingsbehoeften van de kinderen. De keuken moet goed bereikbaar zijn voor personeel en moet voldoen aan de normen voor hygiëne en veiligheid.
Een kinderopvanginstelling moet ook over een garderobe beschikken voor kinderen en bij voorkeur ook voor volwassenen. Deze garderobe mag niet gelegen zijn in de verblijfsruimten van de kinderen en moet veilig zijn ingericht. De kapstokken moeten op een hoogte worden aangebracht die voor kinderen bereikbaar is, en de afstand tussen de haken moet minstens 18 cm bedragen. Dit zorgt voor een efficiënte en veilige opslag van kleding en tassen.
Hoewel de focus van deze artikel ligt op de binnenruimte, is het ook belangrijk om te benadrukken dat de buitenspeelruimte een integraal onderdeel is van de opvangomgeving. Een kindercentrum moet beschikken over een veilige, goed afgeschermde en goed geadverteerde buitenspeelruimte. Deze ruimte moet geschikt zijn voor een variëteit aan spelactiviteiten en moet voldoen aan de eisen voor hygiëne en veiligheid. Er moet bij voorkeur een zandbak aanwezig zijn, die schoon zand bevat en na gebruik afgedekt wordt met ventilerend materiaal. Ook moet er een kraan met koud stromend water aanwezig zijn, en dient er een aparte bergruimte te zijn voor buitenspeelgoed.
De buitenspeelruimte mag niet beplant zijn met giftige of stekelige planten, en moet zodanig liggen dat voldoende toezicht mogelijk is. Dit is van essentieel belang voor de veiligheid van de kinderen en om overlast in de omgeving te beperken.
Bij de ontwikkeling van kinderopvang in de woonbuurt zijn zowel de omvang als de schaal van belang. Grootschalige kinderopvang is over het algemeen niet geschikt voor een woonomgeving, vanwege het risico op verkeers- en geluidsoverlast. De aanwezigheid van kinderen die spelen in de buitenruimte kan leiden tot overlast voor aangrenzende woningen en achtertuinen. Dit maakt het vaak onmogelijk om grootschalige kinderopvang in bestaande woonwijken te realiseren zonder grootschalige sloop of ommekeer van de bestaande voorzieningen.
Tegenover dit probleem is er wel mogelijkheid voor dubbelgebruik of ondergeschikt gebruik van sociaal-culturele centra, scholen, verenigingsgebouwen of kerkgebouwen. Deze vorm van opvang is vaak geschikter voor de woonomgeving, omdat de overlast beperkt blijft en de opvang goed aansluit bij de wijk. BSO kan op deze manier goed gefaciliteerd worden, zonder dat de woonomgeving in de problemen komt.
De inrichting van de binnenruimte in een kinderopvanginstelling is van groot belang voor de kwaliteit van de opvang en de veiligheid van de kinderen. Aan de hand van de wettelijke eisen en beleidsregels is duidelijk dat er aandacht moet zijn voor de beschikbaarheid van ruimte per kind, de inrichting van verblijfsruimten, de sanitaire voorzieningen, de keuken, de garderobe en de buitenspeelruimte. Deze richtlijnen zijn bedoeld om een veilige, hygiënische en stimulerende omgeving te creëren waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen.
Door deze eisen te volgen, zorgen kinderopvanginstellingen ervoor dat kinderen zich op hun gemak voelen, veilig zijn en sociaal kunnen groeien. Het is daarom belangrijk dat zowel ouders als professionals zich bewust zijn van deze eisen en ervoor zorgen dat de instellingen waarin kinderen opgevangen worden, voldoen aan deze standaarden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet