Reiskostenvergoeding voor kinderopvangmedewerkers: Aanpassingen en voorwaarden
juli 16, 2025
Het inzetten van beroepskrachten in opleiding (bbl’ers) binnen kinderopvangorganisaties is een belangrijke strategie om zowel de toekomst van de sector als de professionele ontwikkeling van jongeren en zij-instromers te versterken. Deze jonge medewerkers combineren het werken in de kinderopvang met hun opleiding en brengen een frisse aanpak mee die wenselijk is voor de educatieve en pedagogische kwaliteit van de instelling.
Een essentieel onderdeel van het werken met bbl’ers is het opstellen van een begeleidingsplan. Dit plan is verplicht sinds 1 juli 2024 en speelt een centrale rol in de begeleiding van de bbl’er gedurende de opleiding. Het begeleidingsplan is maatwerk en dient schriftelijk vastgelegd te worden. Het plan wordt gemaakt in overleg met de bbl’er, de opleidingsbegeleider vanuit de opleiding en de praktijkbegeleider vanuit de kinderopvangorganisatie. Het begeleidingsplan helpt om de ontwikkeling van de bbl’er te ondersteunen, te structureren en te begeleiden gedurende de verschillende fasen van de opleiding.
Het begeleidingsplan voor een bbl’er is een document dat aandacht besteedt aan de individuele ontwikkeling van de beroepskracht in opleiding. Het is niet voorzien van inhoudelijke eisen, maar dient als een kader om de begeleiding op de werkvloer en in de opleiding te organiseren. Het plan is een schriftelijke afspraak tussen drie partijen: de bbl’er zelf, de praktijkbegeleider van de kinderopvangorganisatie en de opleidingsbegeleider van de opleiding. Deze drie partijen stellen gezamenlijk vast hoe de begeleiding verloopt en welke doelen er in de verschillende fasen van de opleiding worden gesteld.
Het begeleidingsplan kan bijvoorbeeld aangeven hoe de formatieve inzet van de bbl’er zich ontwikkelt. Dit betekent dat het plan een duidelijke lijn geeft over de rol van de bbl’er in de organisatie en hoe deze rol verandert naarmate de opleiding vordert. Het plan is verplicht onderdeel van de administratie van de houder van het kindercentrum.
Een bbl’er is een gewone medewerker en kan deels formatief ingezet worden. Dit betekent dat de bbl’er niet alleen een leerbedrijfsstudent is, maar ook een actieve medewerker in de kinderopvangorganisatie. De formatieve inzet van een bbl’er is afhankelijk van de fase van de opleiding. In de beginfase is de focus meer op het leren en observeren, terwijl in latere fasen de bbl’er meer verantwoordelijkheden krijgt.
In bijlage 9 van de Cao Kinderopvang is beschreven hoe de opbouw van de formatieve inzet van de bbl’er kan plaatsvinden. De leer-arbeidsovereenkomst van een bbl’er loopt meestal drie jaar, maar kan langer duren tot maximaal vier jaar. Als de opleiding afgerond is, wordt de leer-arbeidsovereenkomst omgezet in een vaste arbeidsovereenkomst, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld. Deze voorwaarden zijn onder andere het behalen van het diploma en het bestaan van een vacature of formatieruimte voor een nieuwe medewerker.
De samenwerking tussen de kinderopvangorganisatie en de opleiding is een kernaspect bij het opstellen van het begeleidingsplan. De opleidingsbegeleider en de praktijkbegeleider spelen een belangrijke rol bij het begeleiden van de bbl’er. De praktijkbegeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding van de bbl’er op de werkvloer en moet kennis hebben van de eisen van de opleiding. De opleidingsbegeleider begeleidt de bbl’er in de academische en praktijkgerichte aspecten van de opleiding.
De praktijkbegeleider heeft bij voorkeur een afgeronde mbo-4 opleiding Praktijkopleider of moet binnen een afgesproken tijd deze bekwaamheden verwerven. In artikel 8.6.1 van de Cao Kinderopvang staat dat medewerkers die de functie van praktijkopleider vervullen, maar het relevante diploma niet hebben, worden aangemoedigd om deze opleiding te volgen. Dit betekent dat investeren in de professionele ontwikkeling van praktijkbegeleiders een wenselijke strategie is voor kinderopvangorganisaties die werken met bbl’ers.
Het inzetten van bbl’ers is onderworpen aan bepaalde regels. Zo mag maximaal 50% van de beroepskrachten in opleiding op een kindercentrum ingezet worden. Dit betekent dat een bbl’er niet alleen op een kindercentrum mag staan, omdat dit niet voldoet aan de 50%-regeling. Daarnaast moet de inzet van bbl’ers ook voldoen aan de eisen van ‘verantwoorde kinderopvang’, zoals genoemd in artikel 1.50 van de wet Kinderopvang. Dit houdt onder andere in dat er altijd een ervaren medewerker aanwezig moet zijn om de begeleiding van de bbl’er te ondersteunen.
Sinds 1 juli 2024 mag een bbl’er als ‘vast gezicht’ ingezet worden, maar dit is pas toegestaan nadat het eerste leerjaar is afgerond. Als de opleiding slechts één jaar duurt, mag de bbl’er pas als vaste medewerker ingezet worden als de gehele opleiding is afgerond. Daarnaast mag de bbl’er pas vaste beroepskracht worden als zij ook (deels) formatief ingezet wordt.
Het inzetten van bbl’ers is een strategische keuze voor kinderopvangorganisaties. Het biedt de mogelijkheid om jongeren of zij-instromers te ondersteunen bij hun opleiding en tegelijkertijd de werknemersdruk in de organisatie te verlichten. Bovendien draagt het bij aan het oplossen van het personeelstekort in de sector en versterkt het de leercultuur binnen de organisatie. Medewerkers kunnen zich ontwikkelen als praktijkbegeleider en daarmee hun eigen professionele kwalificaties uitbreiden.
Om een bbl’er aan te nemen, moet een organisatie erkend leerbedrijf zijn. Dit is een status die verleend wordt door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB). De belangrijkste voorwaarden zijn het bieden van een veilige en goede werkplek, het aanstellen van een praktijkopleider en het samwerken met school en SBB. Organisaties kunnen zich op de websites leerbanenmarkt.nl en stagemarkt.nl laten zien om bbl’ers te werven.
Er zijn ook subsidies beschikbaar voor werkgevers die investeren in het opleiden van bbl’ers. Een voorbeeld is de SLIM-subsidie, die bedoeld is voor mkb-bedrijven en gericht is op het bieden van praktijkleerplaatsen voor mbo-opleidingen in de derde leerweg. Daarnaast kan een werkgever de kosten van de opleiding voor de bbl’er vergoeden, zowel in termen van studietijd als in termen van kosten. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door een leer-arbeidsovereenkomst voor meer uren per week af te sluiten.
Het begeleidingsplan voor beroepskrachten in opleiding in de kinderopvang is een essentieel onderdeel van het werken met bbl’ers. Het plan is verplicht sinds 1 juli 2024 en dient als een maatwerkdocument om de begeleiding van de bbl’er te structureren. Het begeleidingsplan wordt samengesteld in overleg met de bbl’er, de opleidingsbegeleider en de praktijkbegeleider en kan ook aandacht besteden aan de formatieve inzet van de bbl’er. Het plan is verplicht onderdeel van de administratie van de houder en dient te worden ingevuld in overeenstemming met de regels uit de Cao Kinderopvang.
Het inzetten van bbl’ers is een strategische keuze voor kinderopvangorganisaties die investeren in de toekomst van hun organisatie, de sector en de jongere of zij-instromer. Het biedt de mogelijkheid om jongeren te ondersteunen bij hun opleiding, de werknemersdruk te verlichten en de leercultuur te versterken. Bovendien is het een manier om het personeelstekort in de sector aan te pakken en medewerkers te ontwikkelen als praktijkbegeleiders.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet