Omscholing in de kinderopvang: Kansen en trajecten voor professionals in ontwikkeling
juli 16, 2025
In de kinderopvang speelt pedagogiek een centrale rol bij het bevorderen van kinderontwikkeling en welzijn. De basisdoelen die in de kinderopvang worden gesteld, vormen de fundamenten voor het functioneren van jonge kinderen in de samenleving. Deze doelen zijn niet alleen van belang voor de opvoeders in de kinderopvang, maar ook voor ouders, gezinnen en scholen. De nadruk ligt op gemeenschappelijkheid in pedagogische doelen, zodat kinderen consistent worden ondersteund in hun groei.
De pedagogische basisdoelen zijn geformuleerd door Marianne Riksen-Walraven, die in haar oratie benadrukte dat het belangrijk is om te reflecteren op wat kinderen het beste kan worden geboden in de kinderopvang. Ze stelt dat opvoeders in de kinderopvang, net als in het gezin en op school, hetzelfde doel nastreven: het ontwikkelen van kinderen tot personen die goed functioneren in de samenleving. Op basis van deze visie zijn vier basale pedagogische doelen gedefinieerd, die centraal staan in de kinderopvang.
Het eerste en meest basale doel is het bieden van veiligheid. Een veilige omgeving is essentieel voor jonge kinderen, omdat een onveilig klimaat het realiseren van andere pedagogische doelen in de weg staat. Veiligheid betekent dat kinderen zich kunnen ontspannen, zichzelf kunnen zijn en vertrouwen op hun omgeving en de opvoeders. Riksen-Walraven onderscheidt drie bronnen voor de veiligheid van kinderen:
Deze drie elementen samen vormen de basis voor emotionele veiligheid. Volgens de pedagogische basisdoelen volgens de Wet kinderopvang is het doel om elk kind een gevoel van emotionele veiligheid te bieden. Dit is het beste haalbaar bij een minimale afname van twee dagen in de week, zoals beschreven in de pedagogische regels van SKRS.
Het tweede basale doel is het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie. Hierbij gaat het om brede persoonskenmerken zoals:
Deze kenmerken zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling van het kind. Opvoeders spelen een belangrijke rol bij het stimuleren van deze competenties. Bijvoorbeeld door kinderen te ondersteunen bij het oplossen van problemen, door hen uit te dagen op een manier die past bij hun leeftijd en ontwikkelingsniveau, en door hen te belonen voor eigen initiatieven.
Het derde basale doel is het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie. Dit betreft het ontwikkelen van sociale kennis en vaardigheden zoals:
Opvoeders helpen kinderen hierbij door bijvoorbeeld het demonstreren van correcte communicatie, het aanmoedigen van samenwerking, en het bieden van ruimte voor conflictoplossing. Deze sociale competenties zijn essentieel voor het functioneren in de groepsomgeving van de kinderopvang en later in de school en de samenleving.
Het vierde basale doel is het bieden van gelegenheid tot het ontwikkelen van waarden en normen, ofwel ‘cultuur’. Kinderen leren in de kinderopvang omgaan met de waarden en normen van de samenleving waarin ze leven. De kinderopvang is een bredere samenleving dan het gezin, en kinderen komen hier in contact met de diversiteit van de maatschappij.
In de kinderopvang wordt gelet op het introduceren van waarden zoals:
De kinderopvang helpt kinderen deze waarden te internaliseren door bijvoorbeeld het demonstreren van respectvolle interacties, het stimuleren van inclusieve groepsactiviteiten, en het aanbieden van activiteiten die gericht zijn op duurzaamheid en verantwoordelijkheid.
De vier basale doelen zijn niet alleen theoretische richtlijnen, maar vormen ook de basis voor het opstellen van pedagogische beleidsplannen en werkplannen in kinderopvanginstellingen. In pedagogische scholingen zoals de trainingen van Kinderopvang-AKK (bron 3) wordt aandacht besteed aan het vertalen van deze doelen in concrete praktijk. Daarbij komen pedagogische stromingen aan de orde, zoals Montessori, Pikler, Reggio Emilia en Alfie Kohn. Elk van deze stromingen benadrukt bepaalde aspecten van kinderontwikkeling en pedagogische interventie, die kunnen worden afgestemd op de vier basale doelen.
Bijvoorbeeld:
Pedagogische kaders zoals het pedagogisch curriculum en het pedagogisch beleidsplan geven opvoeders houvast bij het vertalen van deze doelen in dagelijkse praktijk. In het werkplan wordt bijvoorbeeld concreet gemaakt wat sensitief responsief gedrag inhoudt in de specifieke context van een kinderopvanginstelling. Dit maakt het mogelijk om de kwaliteit van de pedagogische interventies te meten en te verbeteren.
Om de pedagogische kwaliteit te verbeteren, is het belangrijk om te observeren en te registreren hoe kinderen zich gedragen en hoe opvoeders reageren. In pedagogische scholingen wordt aandacht besteed aan observatietechnieken, zoals het beschrijven van gedrag, het interpreteren van gedrag in relatie tot de vier basisdoelen, en het registreren van observaties in een pedagogisch werkplan.
Deze observaties helpen opvoeders om hun eigen pedagogische handelen te reflecteren en te verbeteren. Ze bieden ook een basis voor het ontwikkelen van individuele pedagogische plannen voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Daarnaast worden observaties gebruikt om het pedagogisch beleidsplan te evalueren en eventueel aan te passen.
De vier basale pedagogische doelen in de kinderopvang vormen een solide basis voor kinderontwikkeling en welzijn. Deze doelen – veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en waarden en normen – zijn essentieel voor het functioneren van kinderen in de samenleving. Ze worden ondersteund door pedagogische kaders, stromingen en praktijkgerichte scholingen, die opvoeders helpen om deze doelen concreet in de dagelijkse praktijk te realiseren.
De kinderopvang speelt een belangrijke rol in de groei van jonge kinderen. Door een veilige, ondersteunende en leerzame omgeving te bieden, draagt de kinderopvang bij aan het ontwikkelen van kinderen die zich goed kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, sociaal competente en maatschappelijk bewuste personen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet