logo kinderopvang lappelein heerenveen 350

klachtenvrij 2019klachtenvrij 2020klachtenvrij 2021klachtenvrij 2022

Kinderopvang Lappelein
Kinderopvang Lappelein
Kleinschalige kinderopvang in Heerenveen

Actieve en ontwikkelingsgerichte activiteiten in kinderopvang: voorbeelden en kwaliteitsrichtsnoeren

In de kinderopvang speelt een actief en goed doordacht activiteitenprogramma een centrale rol in de groei en ontwikkeling van kinderen. Het gaat niet enkel om het vullen van de tijd, maar om het gecontroleerd stimuleren van cognitieve, sociaal-emotionele, motorische en taalontwikkeling. In dit artikel wordt ingegaan op de richtsnoeren voor het opstellen van een kwaliteitsvol activiteitenprogramma in kinderopvang, met concrete voorbeelden van hoe deze richtsnoeren in de praktijk uit kunnen zien.

Inleiding

Het activiteitenprogramma in kinderopvang is een essentieel onderdeel van de opvang. Het moet afgestemd zijn op de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen, en rekening houden met zowel individuele als groepsdynamiekken. In Nederland zijn er duidelijke kwaliteitsrichtsnoeren opgesteld die bepalen hoe kinderopvang, inclusief buitenschoolse opvang (BSO), moet functioneren. Deze richtsnoeren zijn gedefinieerd in de Wet Kinderopvang en het Besluit Kwaliteit Kinderopvang.

Het activiteitenprogramma moet niet alleen speels zijn, maar ook educatief en gericht op de leerbaarheid van kinderen. In de context van buitenschoolse opvang is er bovendien aandacht voor het aanbod in vakantieperiodes en voor activiteiten die kinderen stimuleren tot een actieve deelname aan de maatschappij.

Kwaliteitsrichtsnoeren voor het activiteitenprogramma

1. Stimulering van denkvaardigheden

Een belangrijk aspect van het activiteitenprogramma is de stimulering van de denkvaardigheden van kinderen. Dit gebeurt via activiteiten die aandacht vragen voor ordenen, vergelijken, verklaren, voorspellen, oplossingen bedenken en evalueren. Bijvoorbeeld:

  • Een sprookje vertellen en vervolgens vragen stellen als “waarom dacht de wolf dat hij het huis van de wolf kon binnenkomen?” of “hoe denk je dat de wolf zich voelde?” Dit stimuleert kinderen om kritisch na te denken en hun eigen inzichten te formuleren.
  • Activiteiten waarin kinderen patronen herkennen of voorspellen, zoals een kleurpatroon afmaken of een verhaal afmaken.

De kwaliteit van de feedback van de pedagogisch medewerker is hierbij van groot belang. Feedback moet gericht zijn op het proces in plaats van het product. In plaats van te zeggen “dit schilderij is mooi”, kan de medewerker bijvoorbeeld zeggen “ik zie dat je eerst met groene verf hebt geschilderd en daarna met blauw – dat is een slimme manier om de kleur van de lucht te maken”.

2. Taalontwikkeling

Taalontwikkeling is een ander kernaspect van het activiteitenprogramma. De taal die pedagogisch medewerkers gebruiken, moet van een hoger niveau zijn dan dat van de kinderen, zodat deze er van kunnen leren. Daarnaast moeten kinderen veel gelegenheid krijgen om zelf te praten, vragen te stellen en woorden in zinnen te herhalen.

Voorbeelden van activiteiten die taalontwikkeling stimuleren:

  • Een verhaaltijd waarbij de medewerker het verhaal leest en kinderen aanspreekt met vragen en uitleg over het verhaal.
  • Activiteiten waarbij kinderen woorden leren gebruiken in context, zoals het noemen van kleuren bij het schilderen of het benoemen van dieren tijdens een activiteit.
  • Gesprekken tijdens activiteiten waarbij de medewerker woorden uitbreidt, zoals “Je hebt een bal” wordt “Je hebt een groene bal”.

Het doel is dat kinderen niet alleen leren luisteren, maar ook leren uitdrukken en hun woordenschat uitbreiden.

3. Sociale en emotionele ontwikkeling

Het activiteitenprogramma moet ook aandacht besteden aan de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit betreft het leren omgaan met anderen, het opbouwen van relaties en het leren van normen en waarden. In het Besluit Kwaliteit Kinderopvang wordt benadrukt dat kinderen moeten leren omgaan met de algemeen aanvaarde waarden in de samenleving.

Voorbeelden van activiteiten die sociale kwaliteiten stimuleren:

  • Spelletjes waarin samenwerking nodig is, zoals bouwen van een kasteel in een groep of een toneelstukje met verschillende rollen.
  • Activiteiten waarin kinderen leren om te gaan met wachten, delen en luisteren, zoals een draaitafel waarop kinderen om beurten een activiteit kiezen.
  • Gesprekken over emotionele thema’s, zoals “hoe voel je je als je verlies een spel?”, om kinderen te helpen hun emoties te benoemen en te begrijpen.

4. Motorische en creatieve ontwikkeling

Een actief activiteitenprogramma moet ook aandacht besteden aan de motorische en creatieve ontwikkeling van kinderen. Dit betreft zowel grove motoriek (zoals rennen, springen en klimmen) als fijne motoriek (zoals tekenen, knippen en bouwen). Creatieve ontwikkeling kan bijvoorbeeld worden gestimuleerd door activiteiten die het gebruik van fantasie, kleur en vorm bevorderen.

Voorbeelden:

  • Bouwen met blokken of speelgoed om ruimtelijke inzichten en fijne motoriek te stimuleren.
  • Tekenactiviteiten met vrije keuze van kleuren en materialen om creativiteit te bevorderen.
  • Dansactiviteiten of muziekactiviteiten waarin kinderen leren met hun lichaam te communiceren en bewegingen te herhalen.

Aanbod voor oudere kinderen

Voor kinderen in de basisschoolleeftijd (6-12 jaar) is er een extra focus op brede talentontwikkeling en het aanbod van vakantieactiviteiten. In het manifest “Veranker de unieke expertise van de kinderopvang” uit juni 2019 benadrukt de sector dat BSO een rol speelt in de brede talentontwikkeling van jonge kinderen (0-6 jaar) en in de ontwikkeling van oudere kinderen (6-12 jaar).

Voor oudere kinderen kan het activiteitenprogramma bijvoorbeeld bestaan uit:

  • Excurties naar musea, natuurgebieden of sportcomplexen.
  • Creatieve workshops zoals tekenen, schilderen of bouwen met hout.
  • Spelletjes en activiteiten die aandacht vragen voor regels en strategieën, zoals bordspellen of sportactiviteiten.

Deze activiteiten moeten zowel educatief als speels zijn, en aansluiten bij de interesses en ontwikkelingsniveaus van de kinderen.

Praktijkvoorbeelden

Het Expertisecentrum Kinderopvang benadrukt dat wetenschappelijke literatuur en praktijkvoorbeelden worden gebruikt om kansen en toepassingen te illustreren. Bijvoorbeeld:

  • Een buitenschoolse opvang met themalocaties kan een wekelijkse “natuurdag” organiseren, waar kinderen meedoen aan activiteiten als planten knippen, insecten bestuderen en een kampvuur bouwen.
  • Een buitenschoolse opvang die onderdeel is van een dagarrangement kan een “leesmoment” organiseren, waarin kinderen actief meedenken over een verhaal en hun eigen verhaal schrijven.
  • Een buitenschoolse opvang met vrije tijd als belangrijkste waarde kan een “creativiteitendag” organiseren, waar kinderen zelf kiezen uit een verscheidenheid aan activiteiten zoals schilderen, dansen of bouwen.

Aanbevelingen en kwaliteitsborging

Het activiteitenprogramma moet zorgvuldig worden opgesteld en regelmatig worden geëvalueerd. De ruimtelijke beleidsregels voor kinderopvang stellen duidelijke eisen, zoals:

  • Minimaal 3,5 m² ruimte per kind voor spelactiviteiten.
  • Minimaal 3 m² buitenspeelruimte per kind.
  • Voor kinderen vanaf 4 jaar is er een verhouding van 1 medewerker per 10 kinderen.

Daarnaast moet het activiteitenprogramma worden afgestemd op de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen. Dit houdt in dat voor jongere kinderen het programma meer gericht is op motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling, terwijl oudere kinderen meer kans krijgen op cognitieve en creatieve activiteiten.

Conclusie

Een actief en ontwikkelingsgericht activiteitenprogramma in kinderopvang speelt een essentiële rol in de groei van kinderen. Het moet afgestemd zijn op de leeftijd en de ontwikkelingsfase van de kinderen en gericht zijn op de stimulering van denkvaardigheden, taalontwikkeling, sociaal-emotionele competentie, motorische vaardigheden en creativiteit. Buitenschoolse opvang heeft bovendien een unieke rol in de brede talentontwikkeling van oudere kinderen.

Het programma moet niet alleen speels zijn, maar ook educatief en gericht op het leren van kinderen. Praktijkvoorbeelden en wetenschappelijke onderbouwing zijn essentieel om ervoor te zorgen dat het programma effectief is en bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen. Door het aanbod regelmatig te beoordelen en aan te passen, kan het kinderopvangaanbod zowel voor ouders als voor kinderen van hoge kwaliteit blijven.

Bronnen

  1. Expertisecentrum Kinderopvang
  2. Lokale regelgeving

Gerelateerde berichten

Een nieuwe locatie!

Vanaf maandag 11 december 2017 is Kinderopvang Lappelein te vinden op deze prachtige nieuwe locatie:

Kinderopvang Lappelein
Commandeurstraat 17
8442 AT Heerenveen
0513- 436658
06-13810429
[email protected]

Openingstijden

De openingstijden liggen tussen 6.30 uur en 19.00 uur.

In het nieuws

Nieuwe gevel voor BSO

nieuwe gevel bso lappeleinVorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.

Lees meer …

14 september: dag van de pedagogisch medewerker

dag van de pedagogisch medewerker 2022

Vandaag de dag van de pedagogisch medewerker. Denk u er even over na om deze kanjers in het zonnetje te zetten.

Lees meer …

Vier grote bakken appels uit eigen tuin!

appels uit eigen tuin
Gisteren met de kinderen alle appels van de bomen geplukt. Het zijn er weer onwijs veel, vier grote bakken vol.

Lees meer …


Kinderopvang Lappelein Erkend Leerbedrijf

Kinderopvang Lappelein is sinds april 2017 een erkend SBB leerbedrijf

Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet

 

 

Tarieven